ECLI:NL:RBROT:2023:4620

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
C/10/633271 / HA ZA 22-129
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de overeenkomst van aanneming van werk tussen Bojoho B.V. en Crop Alliance B.V. met betrekking tot de bouw van bassins voor het fermenteren van augurken

In deze zaak vorderen Bojoho B.V. en Hoex Bouw B.V. betaling van openstaande facturen van Crop Alliance B.V. en GSV Baarland B.V. in verband met de bouw van 42 bassins voor het fermenteren van augurken. De rechtbank Rotterdam heeft op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de partijen in conventie en reconventie zijn betrokken. Bojoho en Hoex stellen dat GSV haar betalingsverplichting moet nakomen, terwijl Crop en GSV betwisten dat zij aansprakelijk zijn voor de openstaande facturen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke overeenkomst is ondertekend door alle betrokken partijen, maar dat er wel een overeenkomst van aanneming van werk tot stand is gekomen tussen Hoex en Crop. De rechtbank concludeert dat Hoex tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door ondeugdelijk werk te leveren, wat heeft geleid tot lekkages en constructieve problemen met de bassins. Crop heeft de overeenkomst op 19 november 2021 rechtsgeldig ontbonden en vordert terugbetaling van de door haar betaalde facturen. De rechtbank wijst de vorderingen van Bojoho en Hoex af en oordeelt dat Crop recht heeft op terugbetaling van de door haar betaalde bedragen, evenals de kosten van deskundigenrapporten. De rechtbank legt de proceskosten ten laste van Hoex, die als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/633271 / HA ZA 22-129
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van

1.BOJOHO B.V.,

gevestigd in Venlo,
2.
HOEX BOUW B.V.,
gevestigd in Venray,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. D. Bercx te Nijmegen,
tegen

1.CROP ALLIANCE B.V.,

2.
GSV BAARLAND B.V.,
beide gevestigd in Baarland,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. I.P. de Groot te Rotterdam.
Partijen worden hierna Bojoho, Hoex, Crop en GSV genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 januari 2022, met 23 producties;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties genummerd 24 tot en met 63;
  • de beschikking van 6 mei 2022 van deze rechtbank, waarbij op verzoek van Crop een onderzoek door een deskundige is bevolen;
  • het rapport van 30 december 2022 van ing. [naam01] (hierna: het rapport van [naam01] );
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties genummerd 23 en 24, waarin tevens is gereageerd op het rapport van [naam01] ;
  • de akte uitlating deskundigenbericht van Crop en GSV, met producties 64 tot en met 69;
  • de spreekaantekeningen van Crop en GSV voor de mondelinge behandeling op 22 februari 2023, van welke behandeling geen proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bojoho (voorheen [bedrijf01] B.V.) en Hoex zijn zusterondernemingen die onder meer woningen en bedrijfshallen bouwen. De heer [naam02] (hierna: de heer [naam02] ) is bestuurder van beide vennootschappen.
2.2.
Crop is een onderneming die zich bezighoudt met het conserveren van (voor een deel zelf geteelde en voor een deel ingekochte) zilveruien, bloemkool, witte kool, augurken, koolraap en groentemixen. Vers geteelde augurken zijn niet geschikt voor consumptie en worden door Crop gefermenteerd in bassins met opgiet, een mengsel van azijn (zuur), pekel (zout) en water.
2.3.
GSV is de moederonderneming van Crop en een houdstermaatschappij die zich bezighoudt met het financieren van de activiteiten van Crop.
2.4.
De heer [naam02] heeft met Crop afgesproken om in een fabriekshal van Crop 42 bassins van vier meter breed, vier meter lang en 4,9 meter hoog te bouwen voor het fermenteren van augurken. In mei 2019 heeft Crop een conceptovereenkomst opgesteld met betrekking tot deze werkzaamheden. Deze overeenkomst is niet ondertekend door Bojoho of Hoex. De werkzaamheden zijn gestart in juni 2019.
2.5.
[naam02] heeft de facturen voor de werkzaamheden op verzoek van Crop gericht aan GSV. De eerste zes facturen van € 60.500,- inclusief btw, in totaal € 363.000,- inclusief btw, heeft GSV voldaan. De volgende drie facturen van € 60.500,- inclusief btw en de eindfactuur van € 51.812,50 inclusief btw, in totaal € 233.312,50 inclusief btw, zijn niet voldaan.
2.6.
De bassins hebben een betonnen vloer. De wanden van de bassins bestaan uit elementen (hierna: kunststofplanken) die er als volgt uitzien.
Links een overzichtsfoto van een kunststofplank, in het midden een foto van dichterbij en rechts een foto van boven, waarop de binnenmaten van een kunststofplank zijn weergegeven.
Voor een bassin zijn vijftig kunststofplanken nodig, die aan elkaar worden vastgeklikt.
Afbeelding van aan elkaar vastgeklikte kunststofplanken.
In elke kunststofplank wordt verticale en horizontale ijzeren wapening aangebracht. De horizontale wapening wordt aangebracht door de ronde gaten van de lamellen; deze gaten zijn zichtbaar op de foto’s op de vorige bladzijde. Nadat de kunststofplanken zijn bevestigd op de vloer, worden ze van bovenaf met vloeibaar beton gevuld. Nadat het beton is uitgehard, ontstaat een betonwand die is voorzien van een kunststoflaag van aan elkaar geklikte PVC-platen; dit PVC is zichtbaar op de eerste foto op de vorige bladzijde.
2.7.
Omdat de opgiet niet in contact mag komen met het beton, moeten de vloer, de overgang tussen de vloer en de kunststofplanken, de naden tussen de kunststofplanken en de hoeken van de bassins (van beneden tot boven) waterdicht worden gemaakt. (Eigenlijk “opgietdicht”, maar in dit vonnis wordt de term waterdicht gebruikt.) Afgesproken is dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken waterdicht zou coaten met een door Crop uitgekozen kit. Het waterdicht maken van de andere onderdelen van de bassins, waaronder de bovenkant van de muren van de bassins, was de verantwoordelijkheid van Crop.
Foto van (de bovenkant van) de bassins na ingebruikneming door Crop.
2.8.
Op 9 september 2019 heeft een medewerker van Crop het volgende gemaild aan de heer [naam02] .
“Zojuist je getracht te bellen om je op de hoogte te stellen van het feit dat wij geconstateerd hebben dat de constructie van de tanken aan het wijken is.
Het doet dit op een punt waar ook een dwars verbinding is met een lagere wand. En niet in het midden van een tank.”
Hoex heeft vervolgens zogenoemde chemische ankers aangebracht op de plaats waar een wand van een bassin aan het wijken was. Uit voorzorg heeft Hoex ook op andere plaatsen chemische ankers aangebracht.
2.9.
De bassins zijn vanaf de herfst van 2019 op verschillende plaatsen gaan lekken. Bij de chemische ankers is roestvorming opgetreden. Crop heeft de heer [naam02] gevraagd om herstelmaatregelen. Er zijn maatregelen getroffen, maar die waren volgens Crop niet afdoende. Vervolgens is discussie ontstaan over de vraag wie verantwoordelijk is voor de lekkages.
2.10.
Op 19 december 2019 heeft een medewerker van Crop het volgende gemaild aan de heer [naam02] .
“Hierbij het contract dat is aangepast naar de huidige situatie. 5 december hebben wij afgesproken dit te ondertekenen. Graag ontvang ik een door [jou] getekend exemplaar retour.”
Bij dit bericht is een overeenkomst gevoegd, waarin onder meer het volgende is vermeld.
OVEREENKOMST VAN AANNEMING VAN WERK
Partijen
1) (…)
CROP(…)
2) a. (…)
HOEX(…)
b. (…)
BOUWBEDRIJF JOOS HOEX B.V.
(…) beide partijen verder in enkelvoud te noemen “Hoex”
(…)
Artikel 1 het werk:
1. Hoex zal voor Crop de navolgende werkzaamheden verrichten:
• de bouw en levering van 42 Tank[s] (verder de noemen de "Tanks") die langdurig geschikt zijn voor het fermenteren van augurken waarvan de technische specificaties als bijlage 1 aan deze overeenkomst zijn gehecht;
• het ontwerpen van de constructie van deze Tanks;
• het maken van krachtberekeningen voor de Tanks in verband met de opwaartse kracht van de augurken gedurende het fermentatieproces;
• het leveren en inbouwen van vochtdichte food grade kunststof PVC panelen conform de tekening en technische specificaties van bijlage 2;
• het plaatsen en bevestigen van het betonijzer in de panelen;
• waterdicht maken van de Tanks;
• Voor het storten van het beton in de panelen en het fixeren van de Tanks aan de vloer wordt er een keuze gemaakt naar zuur bestendig en krimpvrij beton.
2. Voor de juiste nakoming van deze verplichtingen zijn Hoex Bouw B.V. en [bedrijf01] B.V. jegens Crop hoofdelijk aansprakelijk.
(…)
Artikel 3 aanneemsom en betaling
1. De totale aanneemsom voor het werk bedraagt € 492.820,25.
(…)
Artikel 4 garanties
Jegens Crop garandeert Hoex dat:
I. de Tanks beantwoorden aan hetgeen thans is overeengekomen en dat de Tanks geschikt zijn voor het fermenteren van augurken en dat tenminste 10 jaar ook blijven;
(…)
IV. de Tanks compleet en voor het overeengekomen gebruik volledig geschikt en gereed (…)”
2.11.
Bij e-mailbericht van 20 december 2019 heeft de heer [naam02] als volgt gereageerd.
“Wil je van het contract het "word" document mij mailen dan kan ik een aantal aanpassingen hierin doen o.a. t.a.v. de waterdichtheid van de bakken in aansluiting met de vloercoating (welke niet bij ons in opdracht zit) op de wand.”
2.12.
Op 24 december 2019 om 11.34 uur heeft de heer [naam02] een door hem opgestelde en ondertekende overeenkomst aan Crop gemaild, waarin onder meer het volgende is vermeld.
Overeenkomst van aanneming van werk
De aannemer
Hoex Bouw B.V / [bedrijf01] BV
(…)
biedt hierbij aan het hierna omschreven werk in aangenomen werk uit te voeren onder toepasselijkheid van de hierbij gevoegde algemene voorwaarden in opdracht en voor rekening van:
De opdrachtgever
Naam: Crop Alliance BV
(…)
Omschrijving van het werk: Het storten van 42 bunkers (…)
Aanneemsom excl. B.T.W.: € 492.820,25
21% B.T.W.: € 103.492,25
Aanneemsom incl. B.T.W.: € 596.312,50
(…)
Tijdstip van aanvang van het werk: juni 2019
Oplevering van het werk uiterlijk op: in overleg
Termijnbetalingen: 9 termijn à € 50.000,-- en een 1 oplevertermijn à € 42.820,25 excl. B.T.W. betaling binnen 14 dagen na factuurdatum
(…)
Bijzonderheden:
• de Profextru Zeta 175 mm kunststof wandprofielen voor dit werk zijn “food-proved” volgens certificaten in 3 bijlages.
• Wij geven GEEN waterdicht/ aantasting garantie op de aansluiting van de kunststof wandprofielen/ hoeken met de gecoate vloeren met opstand!”
2.13.
Op 24 december 2019 om 13.35 uur heeft Crop het volgende aan de heer [naam02] gemaild.
“Ik stuur je hierbij nog een keer de overeenkomst aanneming van werk waarover wij regelmatig hebben gesproken welke ik getekend retour wens te ontvangen. In het gesprek van 5 december afgesproken dat deze getekend zou worden wanneer we de aanneemsom wisten.”
2.14.
Bij e-mailbericht van 6 januari 2020 heeft de heer [naam02] als volgt gereageerd.
“Ik heb jou de aannemerovereenkomst van 24-12 getekend op de mail gezet, verder kan ik niet gaan. Het was voor beide een ontwikkelingstraject waar wij alles aan hebben gedaan om het project te laten slagen en nemen wij onze constructieve verantwoordelijkheden voor de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd (en bijv. niet die van de aansluiting van de coating op de wanden en in de afgekitte hoeken) (…)”
2.15.
Er is geen schriftelijke overeenkomst tot stand gekomen die is ondertekend door alle betrokken partijen.
2.16.
De heer [naam02] en Crop hebben op 8 mei 2020 afgesproken dat Cerfix Constructies B.V. (hierna: Cerfix) onderzoek zal doen naar, kort gezegd, de oorzaak van de lekkages.
2.17.
Op verzoek van [naam02] heeft een constructeur van Bromo Advies (hierna: Bromo) een berekening gemaakt van de constructie van de bassins. In het rapport van 10 oktober 2020 van Bromo is onder meer het volgende vermeld.
“Tijdens het vullen van de bassins is er schade opgetreden aan de bassins. Deze schade is door de aannemer hersteld, echter zijn er bij de opdrachtgever twijfels of dit correct is uitgevoerd en / of de bassins constructief in orde zijn ten einde een levensduur van 20 jaar te kunnen garanderen.
Dit rapport wordt opgesteld in opdracht van de aannemer Hoex Bouw BV. Dit rapport zal gestuurd worden naar zowel de eindklant Crop (…), de aannemer en partij die de second opinion heeft opgesteld. Cerfix (…) kan in deze statische berekening zien dat de bassins echter wel goed zijn uitgevoerd en voldoende wapening in de wanden is aangebracht.”
2.18.
Op verzoek van Hoex heeft een constructeur van CFP Engineering B.V. (hierna: CFP) een berekening gemaakt van de constructie van de bassins. In haar rapport van 24 december 2020 schrijft CFP onder meer het volgende.
“De aanwezige wandwapening heeft voldoende capaciteit om de bassins, gevuld met water, separaat te bergen. Elk bassin kan onafhankelijk van de overige bassins gevuld worden. De veiligheidsfactoren voor de genoemde belastinggevallen mogen gereduceerd worden tot γ=1,0. De reden hiervoor is dat bij het overschrijden van de waterhoogte, groter dan de wandhoogte, er een natuurlijke overloop ontstaat van het ene bassin naar het andere bassin.
Indien uit ontwerp en/of uitvoering blijkt dat waterhoogte hoger kan worden dan de voorgeschreven 4560 mm, dienen er meerdere noodoverlopen op 4.60m+ gerealiseerd te worden zodanig dat de max. voorgeschreven waterhoogte nooit hoger kan worden.
(…)
Dit constructierapport is gebaseerd op de door de opdrachtgever verstrekte informatie en/of de verstrekte informatie uit documenten of anderszins.
2.19.
In een e-mailbericht van 31 maart 2021 heeft de onderzoeker van Cerfix onder meer het volgende geschreven.
“Bij deze [mijn] reactie op de aangeleverde berekening van CFP (…)
Opvallende wijzigingen die doorgevoerd zijn in de berekening van CFP Engineering zijn:
1. Waterhoogte maximaal 4,56mtr
De eerste berekeningen van HOEX wa[ren] gebaseerd geweest op een waterhoogte van 4,75mtr. (…)
2. In de wanden dienen noodoverstorten te worden aangebracht op 4,6mtr zodat het water nooit hoger kan komen
Is het wenselijk om (…) deze overstorten alsnog aan te brengen.
3. Veiligheidsfactor van 1,2 is terug gebracht naar 1,0
voorafgaande aan de bouw is afgesproken om de NEN normen 1990, 1901 en 1902 te hanteren. De norm (Eurocode 0, NEN-EN 1990) adviseert voor vloeistofdruk een veiligheidsfactor van 1,2. Hierdoor heb je 20% marge.
De eerdere 2 berekeningen van HOEX waren beide gebaseerd geweest op een veiligheidsfactor van 1,22 (22% veiligheidsmarge). Onze controle berekening is gebaseerd op veiligheidsfactor 1,2, conform de norm. Uit deze controleberekening bleek dat de huidige constructie hieraan niet voldoet. In de berekening van CFP Engineering die nu is over[gelegd] is de veiligheidsfactor terug gebracht naar 1,0. Dat beteken[t] dus dat er geen veiligheid meer in de constructie aanwezig is en dat de constructie dan nipt rekenkundig voldoet.
4. Door de lekkages (veroorzaakt door het wijken van de wanden dat weer het gevolg is van het ontbreken van hoekijzers) komt er op grote schaal zure vloeistof uit de tanks lopen die het beton [heeft] aangetast. Hierdoor is nu al de veiligheidsfactor onder de 1,0 gezakt. Indien er niets wordt gedaan, zal ook de wapening in het beton worden aangetast. Wellicht is dat nu al het geval. Om dat zeker te weten is destructief onderzoek nodig. Bij aantasting van de bewapening zal de veiligheidsfactor nog verder zakken en neemt het gevaar op instorting van de tanks verder toe.
5. Als de tanks leeg zijn en de bewapening nog niet is aangetast zouden de tanks in theorie nog gerepareerd kunnen worden (…) De wanddikte blijft echter te dun. De kosten van de reparatie zullen de kosten van de nieuwbouw naar verwachting overstijgen.
Gelet op het voornoemde en de reeds gevoerde correspondentie kom ik tot de volgende conclusies:
1 waterhoogte akkoord (zit in de marge)
2 noodoverstorten op 4,6mtr ontbreekt
3 lekkages zijn flink; het zuur loopt door de wanden heen.
4 Verder:
a. Afwijking van de norm is niet onderbouwd en als hier van afgeweken wordt dient dit minimaal met beider goed vinden te gebeuren.
b. Het feit dat de eerder[e] berekening[en] van HOEX ook gebaseerd zijn op veiligheidsfactoren geeft aan dat dit ook hoort en altijd het uitgangspunt is geweest. Op basis van het eerste document is er ook opdrachtgegeven en gebouwd.
c. Gezien de betonaantasting (duidelijk zichtbaar op de betonvloer buiten om de bassins waar reeds enkele mm zijn opgevreten door het zuur) door de aanwezige zuren -lees lekkage van de bassins- is het ook zeker onacceptabel om ervan uit te gaan dat [het] beton nog 100% intact is. De veiligheidsmarge is onder de 1,0 gezakt. Hierdoor kan de veiligheid van de tanks niet meer gegarandeerd worden.
d. Mogelijk is de bewapening ook al aangetast en als dat niet zo is, gebeurt dat binnenkort. Hierdoor zal de veiligheids[marge] nog verder zakken en neemt het gevaar dat de tanks instorten verder toe. Dat beteken[t] dat de duurzaamheid en functionaliteit voor nu en voor de toekomst niet gegarandeerd kan worden.
6. Naar mijn oordeel zijn de tanks [“]total loss”, omdat de kosten van reparatie, die van nieuwbouw zullen overstijgen en zelfs als je daarvoor zou kiezen, de wanden te dun blijven en de veiligheid dus niet gewaarborgd kan worden.”
2.20.
Op verzoek van [naam02] heeft CFP op 9 april 2021 opnieuw een rapport opgesteld. Hierin schrijft CFP onder meer het volgende.
“De aanwezige wandwapening heeft voldoende capaciteit om de bassins, gevuld met water, separaat te bergen. Elk bassin kan onafhankelijk van de overige bassins gevuld worden. De veiligheidsfactoren voor de genoemde belastinggevallen mogen gereduceerd worden tot γ=1,0. De reden hiervoor is dat bij het overschrijden van de waterhoogte, groter dan de wandhoogte, er een natuurlijke overloop ontstaat van het ene bassin naar het andere bassin.
Uit de berekeningen is gebleken dat er bij een waterhoogte 4,5m een overcapaciteit is van 14.6% ofwel de veiligheid bedraagt 1,146.
Als extra veiligheidsmaatregel adviseren we om noodoverlopen, in de buitenste wand (h=5,0m) aan te brengen op 4,5m+ zodat voorgeschreven waterhoogte 4,5 m nooit hoger kan worden.
(…)
Dit constructierapport is gebaseerd op de door de opdrachtgever verstrekte informatie en/of de verstrekte informatie uit documenten of anderszins.
2.21.
Op verzoek van Crop heeft een ingenieur van Solid Services B.V. (hierna: Solid Services) onderzoek gedaan naar de bassins. In haar rapport van 2 augustus 2021 schrijft Solid Services onder meer het volgende.
“De constructie van de bassins is uitgevoerd met kunststof panelen welke met beton zijn gevuld waardoor betonnen wanden ontstaan. Na realisatie zijn de bassins gevuld met zuur/zout water. Momenteel blijken de bassins op verschillende plaatsen lekkages te vertonen.
Tijdens de bouw van de bassins is niet overal een koppeling gemaakt tussen de binnen- en buitenwanden. Hierdoor zijn de wanden tijdens het vullen gaan wijken. Deze schade is door de aannemer hersteld door het plaatsen van chemische ankers op de kopse kanten van de bassins. De wanden kunnen zonder de verankering de druk, welke ontstaat bij het vullen van de bassins, niet aan. Cerfix (…) heeft statistische berekeningen uitgevoerd ten behoeve van een second opinion over de betonnen bassins fase 1 voor Crop (…). Zij concluderen dat gezien het feit dat de ankers binnen een jaar zijn gaan corroderen de levensduur van 20 jaar van de constructie niet gegarandeerd kan worden.
Ter plaatse van de onderlinge naden van de kunststof elementen en bij de wand-vloer aansluiting zijn op meerdere locaties lekkages waargenomen. Tijdens het destructieve onderzoek blijkt dat er zich vocht tussen de kunststof wand en het beton ophoopt. Geconcludeerd kan worden dat vloeistof in de constructie dringt.
Gezien het chloridenprofiel dat is gemeten aan de binnenzijde van de betonnen delen van de wanden zijn de aanwezige chloride[n] ingedrongen van binnenuit. Er is in de wanden maximaal 1,130 %m/m ter hoogte van de wapening aangetroffen. Hiermee wordt de maximale hoeveelheid van 0,40 %m/m, conform NEN-EN 206-1, ruimschoots overschreden. (…) Ondanks dat er (nog) geen corrosie aan de aangeboorde wapening en het vrijgemaakte anker is aangetroffen is chloride geïnitieerde wapeningscorrosie in de toekomst zeker te verwachten. Door de slechte verdichting en het poreuze beton kunnen chloriden eenvoudig indringen.
In de statische berekening zoals uitgevoerd door Cerfix wordt voor het beton sterkteklasse C28/35 aangehouden. Op basis van de grote valhoogte van het beton tijdens het storten, de vele kleine openingen waardoor het beton moet stromen, de beperkte ruimte om het beton te verdichten en de afwezigheid van een visuele controle na ontkisten, twijfelt Solid Services aan de kwaliteit van het toegepaste beton.
De wapening wordt geplaatst in de gaten van de kunststof elementen, maar wordt niet aan elkaar gevlochten. Op foto's gemaakt tijdens de uitvoering is zichtbaar dat de staven zich niet in het midden van de gaten bevinden. Tevens kunnen de staven tijdens de stort verplaatsen, waardoor deze op een andere positie terecht kunnen komen dan bedoeld. De grote variatie in gemeten betondekking op de staven bevestigt dit. Doordat de lamellen binnenin de betonplank geen enkele hechting vertonen met het beton twijfelt Solid Services aan de statische berekeningen zoals uitgevoerd door Cerfix. Bij deze berekeningen is de wand gemodelleerd als een massieve betonwand, terwijl deze in werkelijkheid bestaat uit betonnen verticale lamellen welke gekoppeld worden door de horizontale wapening.
(…)
Doordat het beton niet hecht aan de kunststof lamellen lopen er vermoedelijk naden over de gehele dikte van de wanden. Indien schadelijke stoffen het beton binnen kunnen dringen, kunnen deze zich verspreiden via de naden.
Wegens de hoge eisen gesteld aan de waterdichtheid van de bassins twijfelt Solid Services aan de geschiktheid van het systeem in een dergelijke toepassing met schadelijke stoffen. De vloeistoffen kunnen de constructie binnendringen. Tevens twijfelt Solid Services ten zeerste aan de methode om de lekkages achteraf te verhelpen door middel van injecteren vanaf de buitenzijde ter plaatse van de lekkagesporen. Het is niet zichtbaar waar de lekkages zich bevinden doordat het beton niet zichtbaar is. Hierdoor is niet te controleren of de scheuren volledig zijn gedicht. Tevens houdt het dichten van scheuren van buitenaf enkel de lekkages tegen. Het voorkomt niet dat de schadelijke stoffen het beton kunnen binnendringen.
Op basis van de twijfels bij de beschikbare statische berekening, uitgevoerd door Cerfix, adviseert Solid Services om de constructieve capaciteit van de wanden en de wand-vloeraansluiting te laten controleren. (…)
Doordat het beton slechts in het midden van de elementen verbonden is, is de effectieve dikte van de wand vermoedelijk lager dan de aangenomen 175 mm. Om dit te bevestigen dient het beton vrij gemaakt te worden ter plaatse van de grootste wijking van de wanden en ter plaatse van lekkages. (…) Nadat het beton is vrijgemaakt kan een uitspraak worden gedaan over de aanwezigheid van eventuele scheuren en naden. Het beton dient ter plaatse te worden beoordeeld door een constructeur.
Om een indicatie van de druksterkte te verkrijgen kunnen sterktemetingen worden uitgevoerd (…)
Aanvullend op de inspectie dient een dossieronderzoek uitgevoerd te worden. (…)
Op basis van de berekende constructieve capaciteit en het dossieronderzoek kan een uitspraak worden gedaan over de oorzaak van het wijken van de wanden, het ontstaan van de lekkages en het wel of niet voldoen aan de normen NEN-EN 1990, NEN-EN 1991 en NEN-EN 1992. Tevens kan een uitspraak worden gedaan over de benodigde (reparatie)maatregelen en kan het effect van de uitgevoerde reparaties worden beoordeeld.”
2.22.
Crop heeft Solid Services gevraagd vervolgonderzoek te doen. In haar rapport van 20 september 2021 schrijft Solid Services onder meer het volgende.
“Om de staat en kwaliteit van het beton, de locatie van de lekkages, de effectiviteit van de door Hoex Bouw uitgevoerde reparaties en de aanwezige betonschades in kaart te brengen is het kunststof op vijf locaties weg gefreesd tot op het beton. Nadat het beton zichtbaar is gemaakt is [dit] visueel beoordeeld op onvolkomenheden zoals scheuren, lekkages, grindnesten en luchtholtes en is met behulp van een Schmidthamer de terugslagwaarde van het beton bepaald. De gemeten terugslagwaarde is gebruikt om een indicatieve druksterkte van het beton te berekenen. Verder is er een dossieronderzoek uitgevoerd op de aangeleverde controleberekeningen en zijn de scanresultaten uit (…) rapportage (…) d.d. 2 augustus 2021 gehanteerd met betrekking tot de dekking op de wapening en de wapeningsconfiguratie.
Uit de visuele beoordeling van het zichtbare beton en de uitgevoerde Schmidthamer-meting, blijkt het beton op diverse plekken niet homogeen en / of reeds te zijn aangetast.
In de constructieve beoordeling is een vergelijk gemaakt tussen enerzijds de eerder gemaakte ontwerp- en controleberekeningen met een volle doorsnede en de ligging van de wapening in het midden van de wand en anderzijds de wanden en de ligging van de wapening zoals in de praktijk (…) aangetroffen. Bij dit vergelijk blijkt al snel dat de werkelijkheid veel ongunstiger is dan de uitgangspunten in de ontwerpberekening. De wanden zijn minder dik en de wapening ligt niet mooi in het midden van de wand. Uit de berekening volgt verder dat de wanden niet zijn gewapend om scheuren te voorkomen, waardoor de doorsnede bij wisselende belasting al snel door-en-door is gescheurd. Tevens zorgen de lamellen al voor een onbelemmerde doorgang van de vloeistoffen, doordat de kunststofplanken niet vloeistofdicht blijken te zijn.
Geconcludeerd wordt dat de wanden
nietvoldoen aan de eisen met betrekking tot de constructieve capaciteit en de vereiste minimumwapening ten behoeve van de scheurbeheersing.
Op basis van de niet toereikende constructieve capaciteit van de wanden in combinatie met de reeds opgetreden en alsmaar toenemende aantasting van het beton en de wapening adviseert Solid Services om de bassins te beschouwen als reeds afgeschreven. Op welke manier en wanneer de constructie zal bezwijken is niet te zeggen. Geadviseerd wordt om de bassins zo snel mogelijk leeg te halen en niet meer te gebruiken voor haar beoogde functie.
Solid Services adviseert de bassins fase 1 volledig te slopen en nieuwe betonnen bassins te bouwen (…)”
2.23.
De verschillende rapporten hebben geleid tot verdere correspondentie, maar niet tot een oplossing voor het geschil. Bij brief van 19 november 2021 heeft Crop (wat zij ziet als) de overeenkomst ontbonden.
2.24.
In het rapport van 30 december 2022 van [naam01] is onder meer het volgende vermeld.
“Op basis van het dossieronderzoek, het eigen onderzoek, de constructieberekening en de analyse in hoofdstuk 7 worden de onderzoeksvragen als volgt beantwoord:
Lekkages
a) Heeft u kunnen vaststellen dat zich lekkages vertonen of vertoonden in de gebouwde tanks? Zo ja, wat is dan de technische oorzaak van het feit dat (een deel van) de gebouwde tanks lekkages vertonen?
Ja, er zijn lekkages waargenomen in de bassins. Deze lekkages worden voor tweederde tot driekwart veroorzaakt door de onvoldoende afdichting met de kit tussen de kunststofplanken.
b) Zijn de lekkages mede veroorzaakt door een gebrekkige coating van de vloer? Zo ja, zou dan zonder die lekkage van deze vloercoating, de huidige schade aan het beton dan zijn uitgebleven? Kan het eventueel aanvankelijk ontbreken van coating in de opgaande hoeken van de tanks een relevante oorzaak van de lekkages geweest zijn?
Er is geen reden om aan te nemen dat de coating van de vloer een significante bijdrage heeft geleverd aan de omvang van de lekkages. Het ontbreken van een coating in de opgaande hoeken van de bassins heeft wel een geringe bijdrage geleverd, aangezien zonder coating er water in de wandconstructies kon stromen. Ook de coating bij de overgang van vloer naar wand vertoont enige schade, wat ook een kleine bijdrage heeft geleverd.
c) Kunt u aangeven of de soort kit die gebruikt is voor de afdichting van de naden tussen de panelen daartoe geschikt is? Zo nee, waarom niet?
Gebaseerd op de gegevens uit het productblad en de begeleidende mail kan gesteld worden dat deze kit geschikt is als afdichting tussen de kunststofplakken. Op basis van het onderzoek op locatie wordt gesteld dat deze ook goed gehecht heeft aan het PVC. Of er een primer is toegepast, is niet duidelijk. Voor een goede en betrouwbare afdichting had echter meer kit moeten worden toegepast.
d) Wat is de oorzaak van het wijken van de wanden? Kan het tijdstip waarop het werk in gebruik is genomen hierbij een rol spelen en zo ja, heeft u kunnen vaststellen of dat hier aan de orde is? Kunt u voorts aangeven in welke mate het wijken van de wanden in het gehele werk aan de orde is of is het wijken beperkt tot één of meer wanden?
Het wijken van de wanden is veroorzaakt doordat de omgebogen staven, die in de hoeken en T-aansluitingen dienen te zitten, ontbraken bij deze aansluiting. Het moment van ingebruikname kan van invloed zijn op de schade, aangezien beton enige tijd nodig heeft om uit te harden, maar in praktijk betreft dat ongeveer een week. In dit geval is dat niet aan de orde.
Op basis van scheefstandmetingen van de wanden is vastgesteld dat de scheefstand over het algemeen niet groter is dan 3%, met een uitschieter van 6%. Voor gebruikte wanden onder druk zijn dit geen uitzonderlijke percentages.
e) Heeft het wijken van de wanden (mede) de lekkages veroorzaakt?
Ja. Het wijken van de wand heeft lokaal mede de lekkage veroorzaakt.
f) Kunt u aangeven waar de lekkages zich in het gehele werk hebben voorgedaan?
De lekkages zijn waargenomen op hoogte tot 3,5 meter hoog. Hierbij heeft het water gestroomd door de kunst[st]ofplanken heen. De lekkages zijn aangetroffen bij de buitenwanden en bij de binnenwanden. Ook is lekwater aangetroffen aan de onderzijde van de wanden.
Bij de gaten waardoor de draadeinden van de chemische ankers zitten, zijn ook lekkages waargenomen. In deze gevallen stroomde het water door deze gaten naar buiten.
g) Hebben de door [naam02] c.s. eerder uitgevoerde reparaties om de lekkages te verhelpen, te weten het plaatsen van chemische ankers en het dichtkitten van de naden, de problemen van de lekkages (a) verholpen, (b) geen effect gehad of (c) verergerd?
Deels hebben de uitgevoerde reparaties de lekkages verminderd of verholpen. Echter, de wanden bleven lek en daarmee is het onderliggende probleem, namelijk water in de constructie, niet verholpen. Het antwoord met betrekking tot de lekkages is dus b.
h) Indien reparatie van de huidige lekkages nog mogelijk is, kunt u dan aangeven hoe dat dan moet gebeuren en kunt u een indicatie geven van de kosten die met het structureel verhelpen van die lekkages gemoeid gaan?
Voor het repareren van de bassins dienen deze waterdicht te worden afgewerkt. Hiermee zijn de lekkages verholpen en zal het beton en de wapening op termijn niet verder beschadigd raken. Voor dit herstel dienen de wanden van de bassins gecoat te worden met bijvoorbeeld een spuitfolie op basis van polyurethaan of een ander coating systeem die hoog-elastisch en zuurbestendig is. Wanneer het beton niet opnieuw in aanraking komt met het water, zal dit drogen en zal het aantastingsproces stagneren.
Het herstel dient zich niet alleen te richten op het voorkomen van lekkages, maar ook op het afsluiten en beschermen van de constructie.
De kosten van dit werk worden geschat op € 4.800, inclusief BTW, per bassin; dus totaal € 201.600,- voor 42 bassins. Meegenomen in deze kosten zijn de uurtarieven en materiaalkosten voor voorbereidende werkzaamheden (verwijderen losse delen, reinigen oppervlak etc.), het aanbrengen van een primer en vervolgens een zuurbestendige spuitfolie op basis van polyurethaan en bijkomende kosten met betrekking tot veiligheid, algemene kosten en ten slotte winst en risico. Een overzicht van de kosten, inclusief de opslagen, is toegevoegd aan bijlage 4.
Beton
i) Voldoet de betonnen constructie, de mogelijke aantasting van het beton door opgetreden lekkages daarbij buiten beschouwing latend, aan de eisen van goed vakmanschap (constructieve capaciteit en minimum bewapening), afgezet tegen het feit dat de betonnen bakken geschikt moeten zijn voor het langdurig fermenteren van augurken?
De constructie van de bassins is geschikt voor toepassing als bassins voor het langdurig fermenteren van augurken, mits goed uitgevoerd en mits goed waterdicht gemaakt.
j) Wat zijn de gevolgen van de lekkages voor de betonnen constructie?
Door de lekkages stroomt zout water met een lage pH de constructie in, wat ertoe leidt dat de wapening gaat corroderen en de cementmatrix van het beton op termijn desintegreert. Zonder ingrijpen kan dit op termijn leiden tot bezwijken van de constructie.
k) Is het beton aangetast door de lekkages?
De aantasting van het beton, zowel de cementmatrix als de wapeningstaven, door het water is op dit moment verwaarloosbaar.
l) Indien er sprake is van aantasting van het beton, kan deze betonaantasting dan nog gerepareerd worden en zo ja op welke wijze, in die zin dat de tanks alsnog veilig gebruikt kunnen worden voor het doel waarvoor zij gebouwd zijn, te weten het op voedselveilige manier fermenteren van augurken, zonder dat die tanks lekken?
De bassins kunnen veilig gebruikt worden voor het fermenteren van augurken, mits deze aan de binnenzijde waterdicht worden afgewerkt. Daardoor stroomt niet opnieuw water de wand in en zal het beton drogen. In droge omstandigheden zal het aantastingsproces, wat inmiddels in gang is gezet, stagneren.
m) Moeten de tanks als afgeschreven worden beschouwd? Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?
Nee. De constructie van de bassins voldoet aan de constructieve eisen. Mits het beton beschermd wordt tegen indringing van het water is er geen reden om de constructie te beschouwen als afgeschreven.
n) Indien de tanks niet als afgeschreven kunnen worden beschouwd (en dus nog gerepareerd kunnen worden), voldoen de tanks dan aan de voorgeschreven veiligheidsnorm van 1,2? Zo nee, welke veiligheidsnorm wordt wel behaald? Zijn er technische maatregelen mogelijk - en zo ja welke en tegen welke kosten - om de tanks alsnog zodanig te repareren / bouwen, dat zij niet alleen deugdelijk zijn, maar alsnog gaan voldoen aan de veiligheidsnorm van 1,2? Voor het geval tussen partijen afgesproken is dat een veiligheidsnorm van 1,0 gehanteerd zou worden, wordt voldaan aan die veiligheidsnorm?
De van toepassing zijnde veiligheidsfactor is 1,1, conform NEN-EN 1990:2002+A1:2019+ NB:2019 Tabel NB.5 en hieraan voldoet de constructie.
o) Geeft uw onderzoek u nog aanleiding tot het maken van aanvullende opmerkingen?
De door Hoex gerealiseerde constructie was is op een drietal punten niet correct uitgevoerd:
- De haken die de tussenwanden aan de buitenwanden moesten koppelen waren niet correct aangebracht.
- De horizontale wapening is niet in voldoende mate om en om aangebracht.
- De kitnaad tussen de PVC planken heeft onvoldoende volume voor een zekere waterdichting.
Door het incorrect aanbrengen van de haken is op één plek de buitenwand geweken. Dit is door Hoex hersteld met chemische ankers. Op alle andere plekken waar dit euvel speelde zijn eveneens ankers aangebracht, waardoor deze situatie is hersteld.
Door het niet om en om aanbrengen wordt er meer verwacht van de herverdelingscapaciteit van de betonwanden. Bij inspectie is niet gebleken dat de wand, ondanks dat deze reeds is gebruikt, overmatig is vervormd. In die zin is er sprake van bewezen draagkracht. Uit een constructieve analyse volgt dat de constructie niet constructief onveilig is.
Doordat diverse kitnaden niet adequaat zijn uitgevoerd lekken de wanden. Hierdoor kan ook het beton en de wapening op termijn aantasten. Door de bassins aan de binnenzijde te coaten kan de lekkage worden weggenomen waardoor het aantastingsproces in voldoende mate wordt geremd voor een adequate levensduur. Het is essentieel dat het herstel van de constructie zich op de eerste plaats richt op het 100% waterdicht maken van de constructie. Zonder een dergelijk herstel is er geen sprake van een duurzame oplossing. De lekkages zijn een ongemak, maar niet het fundamentele probleem.
Alle voegen en doorvoeringen zijn verdacht en of er reeds sprake is van een deugdelijke waterdichting is niet tot nauwelijks controleerbaar. Voor het deugdelijk herstellen van de wanden moeten alle naden, coatings, doorvoeringen et cetera worden hersteld en regelmatig worden gecontroleerd.”
(…)
Op 21 oktober 2022 is het concept deskundigenbericht aan partijen toegestuurd met de vraag om uiterlijk 18 november de reactie te versturen. Van beide betrokken partijen is een reactie ontvangen. Onderstaand worden deze reacties afzonderlijk behandeld en wordt ingegaan op de benoemde punten.
(…) Reactie Adriaanse van der Weel Advocaten (Crop Alliance)
Op 18 november 2022 is de reactie van de zijde van Crop Alliance aan ABT toegestuurd.
Deze reactie is weergegeven in bijlage 2 en onderstaand wordt op de benoemde punten ingegaan. Deze reactie bestaat uit drie delen: de vragen van de advocaat en de reacties van twee eerder geconsulteerde experts [Cerfix en Solid Services; opmerking rechtbank]:
1. In de eerste vraag wordt algemeen gevraagd of de e-mails van experts aanleiding geven tot het aanpassen van het deskundigenbericht.
Dit is een zeer algemene vraag om een reactie op twee uitgebreide e-mails, die in de zeven volgende vragen ook behandeld worden. Deze vraag geeft daarom geen directe aanleiding tot een reactie.”
2.25.
Op 17 januari 2023 heeft de advocaat van Crop het volgende aan de heer [naam01] gemaild.
“Naar aanleiding van uw eindrapport d.d. 30 december 2022, stuiten we bij het onderzoek naar de mogelijke uitvoering van de door u aangedragen oplossing, op een groot praktisch probleem.
Op pagina 23 van uw rapport geeft u aan dat herstel van de wanden van de bassins gecoat kan worden met bijvoorbeeld een spuitfolie op basis van polyurethaan of een andere coating (…) die hoogelastisch is en zuurbestendig.
Het punt is echter dat de wanden niet alleen waterdicht, maar ook Foodgrade moeten zijn.
Uit een grondig onderzoek van cliënte blijkt echter dat er geen enkele Foodgrade waterdichte oplossing op de huidige pvc wanden gezet kan worden. Wat wél mogelijk is, is:
a. de oplossing die u aandraagt, maar die is dan niet Foodgrade of
b. een Foodgrade oplossing, maar dat kan alleen op beton en dus niet op de pvc wanden. Maar die is dan weer vele malen duurder dan het bedrag van € 201.600,- waar u over rept.
Zou u daarom zo vriendelijk willen zijn om míj aan te geven, met welke leverancier u contact gehad hebt die in staat en bereid is om tegen een prijs van € 4.800 inclusief BTW per bassin, deze bassins waterdicht en foodgrade af te werken op de wijze die u aangeeft? Deze leverancier kan cliënte - ondanks een noeste zoektocht - namelijk niet vinden.”
Crop heeft naar eigen zeggen geen reactie op dit bericht ontvangen.
2.26.
Bij brief van 2 februari 2023 heeft Solid Services onder meer het volgende naar voren gebracht.
Op 28 oktober 2022 hebben wij een voorlopige rapportage van de rechtbankdeskundige ontvangen. Hierop heeft mijn collega (…) gereageerd met verschillende vragen en opmerkingen. Op 24 januari 2023 hebben wij de definitieve rapportage van de rechtbankdeskundige ontvangen (…) De door mijn collega verstuurde argumenten zijn niet weerlegd in de definitieve rapportage, waardoor wij blijven bij dezelfde conclusie, namelijk: het gekozen bouwsysteem is niet geschikt voor de constructie van deze bakken. Op basis van de níet toereikende constructieve capaciteit van de wanden in combinatie met de reeds opgetreden en alsmaar toenemende aantasting van het beton en de wapening adviseert Solid Services om de bassins te beschouwen als reeds afgeschreven, deze zo snel mogelijk leeg te halen en niet meer te gebruiken voor haar beoogde functie. Herstel van de bassins wordt door Solid Services niet mogelijk geacht. De bassins dienen volledig te worden gesloopt.
De berekening in de definitieve rapportage van de rechtbankdeskundige is gebaseerd op theoretische waardes en aannames, welke niet stroken met de resultaten zoals verkregen tijdens de inspecties. Door het toepassen van deze theoretische waardes en aannames wordt de constructieve capaciteit van de constructie significant overschat. Om de ernst van het probleem nogmaals te benadrukken zijn verscheidene aannames uit de definitieve rapportage genoemd en is beargumenteerd waarom deze door ons incorrect worden geacht.”
2.27.
Bij beschikking van 6 maart 2023 heeft deze rechtbank de schadeloosstelling en het loon van [naam01] vastgesteld op € 22.457,60 inclusief btw.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Bojoho en Hoex vorderen dat de rechtbank Crop en GSV bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk veroordeelt tot betaling van (a) “€ 233.132,50”, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling, (b) € 2.941,58 aan buitengerechtelijke incassokosten, (c) de proceskosten en (d) de nakosten.
3.2.
Aan hun vorderingen leggen Bojoho en Hoex ten grondslag dat GSV haar betalingsverplichting op grond van de overeenkomst met Hoex moet nakomen. Als wordt geoordeeld dat deze verbintenis op Crop rust, moet Crop de openstaande facturen betalen.
3.3.
Crop en GSV concluderen (a)
primairtot niet-ontvankelijkverklaring van Bojoho en Hoex in hun vorderingen tegen GSV en
subsidiairtot afwijzing van deze vorderingen en (b) tot afwijzing van de vorderingen tegen Crop. Crop en GSV vorderen dat de rechtbank Bojoho en Hoex hoofdelijk en uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt in de kosten van [naam01] , de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.4.
Crop en GSV voeren aan dat niet GSV, maar Crop de overeenkomst heeft gesloten. Ook op Crop rust geen betalingsverplichting, omdat Hoex de overeenkomst niet is nagekomen door ondeugdelijk werk te leveren en Crop de overeenkomst heeft ontbonden.
3.5.
In rubriek 4 van dit vonnis beoordeelt de rechtbank de stellingen van partijen die van belang zijn voor de beslissing op de vorderingen.
in reconventie
3.6.
Crop en GSV vorderen dat de rechtbank bij vonnis:
1)
primairvoor recht verklaart dat Crop de tussen partijen gesloten overeenkomst van aanneming op 19 november 2021 rechtsgeldig heeft ontbonden en
subsidiairdeze overeenkomst ontbindt;
2) Bojoho en Hoex hoofdelijk en uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt tot betaling van:
a. a) “€ 365.287,40”, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2021;
b) € 10.007,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2021;
c) € 10.664,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2021;
d) € 4.693,36, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2021;
e) schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2022 (datum eis in reconventie) tot de dag van volledige betaling;
f) de kosten van [naam01] , de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.7.
Aan vordering 1
primairleggen Crop en GSV ten grondslag dat Bojoho en/of Hoex de overeenkomst niet zijn/is nagekomen door ondeugdelijk werk te leveren en dat Crop de overeenkomst daarom heeft ontbonden. Voor het geval deze ontbinding niet rechtsgeldig is, vorderen Crop en GSV
subsidiairdat de rechtbank de overeenkomst ontbindt. Aan vordering 2a leggen Crop en GSV ten grondslag dat Bojoho en/of Hoex vanwege de ontbinding van de overeenkomst het totaalbedrag van de voldane facturen, € 363.000,- inclusief btw, moet(en) terugbetalen. Aan vordering 2b en 2c leggen Crop en GSV ten grondslag dat Bojoho en/of Hoex de door Crop betaalde onderzoekskosten van Cerfix (2b) en Solid Services (2c) moet(en) vergoeden. Vordering 2d ziet op buitengerechtelijke incassokosten. Aan vordering 3 leggen Crop en GSV ten grondslag dat zij nog meer schade hebben geleden, waarvan de omvang nog niet bekend is.
3.8.
Bojoho en Hoex concluderen tot afwijzing van de vorderingen, met hoofdelijke veroordeling van Crop en GSV in de proceskosten en de nakosten, uitvoerbaar bij voorraad.
3.9.
Bojoho en Hoex voeren aan dat Bojoho geen partij is bij de overeenkomst en de werkzaamheden niet heeft verricht, zodat de vorderingen tegen haar niet toewijsbaar zijn. Hoex is de overeenkomst nagekomen en kan bovendien niet in verzuim zijn geraakt, omdat GSV (of anders Crop) door het niet tijdig betalen van de facturen als eerste in verzuim is geraakt. Ook Hoex is dus niet aansprakelijk voor de gestelde schade.
3.10.
Hierna beoordeelt de rechtbank de stellingen van partijen die van belang zijn voor de beslissing op de vorderingen.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De vorderingen in conventie en in reconventie worden vanwege hun samenhang gedeeltelijk samen beoordeeld.
de positie van Bojoho
4.2.
Volgens Crop en GSV hebben Bojoho en Hoex onvoldoende duidelijk gemaakt wie van hen partij is bij de gemaakte afspraken en de bassins heeft gemaakt. De heer [naam02] zou dat nog laten weten, maar dat is nooit gebeurd.
Bojoho en Hoex voeren aan dat alleen Hoex partij is bij de gemaakte afspraken en dat Hoex de bassins heeft gemaakt. Ter voorkoming van procedurele complicaties hebben Bojoho en Hoex ervoor gekozen om beide als eiseres in conventie op te treden en hebben Crop en GSV er op hun beurt voor gekozen om in reconventie ook Bojoho te dagvaarden.
in conventie
de vorderingen van Bojoho
4.3.
Bojoho voert zelf aan dat zij geen partij is bij de gemaakte afspraken en dat zij de werkzaamheden aan de bassins niet heeft verricht of laten verrichten. Bojoho heeft niet toegelicht waarom zij desondanks recht zou hebben op betaling voor deze werkzaamheden. Gelet hierop worden de vorderingen van Bojoho afgewezen.
proceskosten
4.4.
Omdat haar vorderingen worden afgewezen, moet Bojoho worden veroordeeld in de proceskosten van Crop en GSV. Crop en GSV worden geacht geen extra kosten gemaakt te hebben doordat behalve Hoex ook Bojoho vorderingen heeft ingesteld. De proceskosten van Crop en GSV in verband met de vorderingen van Bojoho worden daarom vastgesteld op nihil.
in reconventie
de vorderingen tegen Bojoho
4.5.
Crop en GSV hebben tegenover de betwisting door Bojoho en Hoex onvoldoende nader onderbouwd dat Bojoho partij is bij de gemaakte afspraken of (een deel van) de afgesproken werkzaamheden heeft verricht, zodat dit niet is komen vast te staan. In de op 19 december 2019 aan de heer [naam02] gemailde conceptovereenkomst (zie 2.10) is Bojoho als partij vermeld en hetzelfde geldt door de heer [naam02] op 24 december 2019 gemailde conceptovereenkomst (zie 2.12). Dit zijn op zichzelf aanwijzingen dat Bojoho, Hoex en Crop dachten dat Bojoho partij was bij de gemaakte afspraken, maar de juistheid van deze gedachte blijkt niet uit de feitelijke gang van zaken. Vooropgesteld moet worden dat geen schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen die door alle betrokken partijen is ondertekend. Crop heeft aangevoerd dat zij ervan uitging dat de heer [naam02] nog zou melden welke aannemer (Bojoho of Hoex) de werkzaamheden zou uitvoeren. Crop ging er dus niet zonder meer van uit dat beide aannemers betrokken zouden zijn bij de werkzaamheden. Crop heeft geen feiten gesteld waaruit kan volgen dat de werkzaamheden (mede) door Bojoho zijn aangenomen en/of verricht en Bojoho betwist dat. Er moet daarom van worden uitgegaan dat de door de heer [naam02] gemailde conceptovereenkomst op dit punt op een vergissing berust. Hiermee strookt dat alle facturen zijn verzonden namens Hoex en niet (mede) namens Bojoho. Voorts is van belang dat aan alle ingeschakelde partijdeskundigen, ook de door Crop ingeschakelde deskundigen, is meegedeeld dat Hoex de aannemer is en de werkzaamheden heeft verricht, althans deze deskundigen hebben dat zo begrepen, want in hun rapporten wordt steeds Hoex als aannemer vermeld en niet Bojoho. Het dossier bevat ook geen andere aanwijzingen dat Bojoho de afgesproken werkzaamheden (mede) heeft verricht of laten verrichten. Evenmin hebben Crop en GSV gesteld dat Bojoho om andere redenen (mede) aansprakelijk is voor de schade waarvan zij in reconventie vergoeding vorderen. Gelet hierop worden de vorderingen tegen Bojoho afgewezen.
proceskosten
4.6.
Omdat hun vorderingen tegen Bojoho worden afgewezen, moeten Crop en GSV worden veroordeeld in de proceskosten van Bojoho. Bojoho wordt geacht geen kosten gemaakt te hebben doordat behalve Hoex ook zijzelf is gedagvaard. De proceskosten van Bojoho worden daarom vastgesteld op nihil.
in conventie en in reconventie
de positie van GSV
4.7.
Hoex heeft GSV gedagvaard omdat Hoex haar facturen op verzoek van Crop aan GSV heeft verzonden en GSV deze facturen heeft voldaan. Hoex ziet GSV daarom als partij bij de gemaakte afspraken. Omdat Crop stelt dat zij partij is bij de gemaakte afspraken, heeft Hoex voor alle zekerheid zowel Crop als GSV gedagvaard.
Crop en GSV voeren aan dat alleen Crop partij is bij de gemaakte afspraken. GSV is de moeder van Crop en een financiële holding, die zich niet bezighoudt met het fermenteren van augurken en in dat kader ook geen overeenkomsten sluit. Dat GSV een aantal facturen heeft voldaan, maakt dit volgens Crop en GSV niet anders. Ter voorkoming van procedurele complicaties hebben Crop en GSV ervoor gekozen om beide als eiseres in reconventie op te treden.
in reconventie
de vorderingen van GSV
4.8.
GSV voert zelf aan dat zij geen partij is bij de gemaakte afspraken. Zij heeft niet toegelicht waarom het door haar betaalde bedrag aan facturen desondanks (mede) aan haar moet worden (terug)betaald en niet (alleen) aan Crop. Dat GSV zes facturen van Hoex heeft betaald, betekent nog niet dat er een overeenkomst tussen GSV en Hoex bestaat waaraan GSV rechten kan ontlenen. Evenmin heeft GSV gesteld dat de schade waarvan in reconventie vergoeding wordt gevorderd (ook) door haar is geleden. Gelet hierop worden de vorderingen van GSV tegen Hoex afgewezen.
proceskosten
4.9.
Omdat haar vorderingen worden afgewezen, moet GSV worden veroordeeld in de proceskosten van Hoex. Hoex wordt geacht geen extra kosten gemaakt te hebben doordat behalve Crop ook GSV vorderingen tegen haar heeft ingesteld. De proceskosten van Hoex in verband met de vorderingen van GSV worden daarom vastgesteld op nihil.
in conventie
de vorderingen tegen GSV
4.10.
Hoex heeft onvoldoende onderbouwd dat GSV, ook al ontkent zij dat zelf, partij is bij de gemaakte afspraken. Hoex heeft niet toegelicht waarom zij desondanks recht zou hebben op betaling van haar facturen door GSV. Dat GSV zes facturen van Hoex heeft betaald, betekent nog niet dat er een overeenkomst tussen GSV en Hoex bestaat waaraan Hoex rechten kan ontlenen. Gelet hierop worden de vorderingen van Hoex tegen GSV afgewezen.
proceskosten
4.11.
Omdat haar vorderingen tegen GSV worden afgewezen, moet Hoex worden veroordeeld in de proceskosten van GSV. GSV wordt geacht geen kosten gemaakt te hebben doordat behalve Crop ook zijzelf is gedagvaard. De proceskosten van GSV in verband met de vorderingen van Hoex worden daarom vastgesteld op nihil.
in conventie en in reconventie
de inhoud van de overeenkomst tussen Hoex en Crop
4.12.
De in 2.4 vermelde afspraak over het bouwen van 42 bassins is gelet op het voorgaande gemaakt tussen Hoex en Crop. Tussen deze partijen is een overeenkomst van aanneming van werk tot stand gekomen. Er is geen schriftelijke overeenkomst die namens beide partijen is ondertekend. Uit de stellingen van Hoex en Crop en de feitelijke gang van zaken blijkt dat zij het voor een belangrijk deel eens zijn over de inhoud van de overeenkomst. Namelijk:
Hoex bouwt 42 bassins van vier meter lang, vier meter breed en 4,9 meter hoog voor Crop en Crop gaat deze bassins gebruiken voor het fermenteren van augurken;
de bassins worden gemaakt op de in 2.6 beschreven manier;
Hoex en Crop zijn beide voor een deel verantwoordelijk voor het waterdicht maken van de bassins, namelijk volgens de in 2.7 beschreven verdeling;
De aanneemsom is € 596.312,50 inclusief btw.
4.13.
Op één voor de beoordeling belangrijk punt zijn partijen het niet eens. Hoex stelt dat de bouw van de bassins moet worden gezien als een experiment, omdat zij niet eerder bassins had gebouwd voor het fermenteren van augurken. Volgens Hoex houdt de overeenkomst in dat zij zich ervoor zou inspannen om bassins te bouwen die geschikt zijn voor het fermenteren van augurken, maar dat zij niet of niet zonder meer aansprakelijk is als de bassins daarvoor niet geschikt blijken te zijn. Crop betwist dat sprake was van een experiment. Volgens haar houdt de overeenkomst in dat Hoex bassins zou bouwen waarin gedurende minstens 20 jaar augurken gefermenteerd kunnen worden.
4.14.
Bij het vaststellen van de inhoud van de door Hoex en Crop gesloten overeenkomst is van belang wat zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten en hoe zij zich tegenover elkaar hebben gedragen, ook na het sluiten van de overeenkomst. Het gedrag van Hoex en Crop kan immers een aanwijzing zijn hoe zij de overeenkomst hebben opgevat.
4.15.
Crop heeft Hoex opdracht gegeven om 42 bassins te bouwen voor het fermenteren van augurken, tegen een aanneemsom van bijna € 600.000,- inclusief btw. Crop verwachtte dat Hoex bassins zou bouwen die geschikt zijn voor dat doel. Deze verwachting van Crop is in beginsel redelijk, mede gelet op de omvang van de opdracht en de hoogte van de aanneemsom. Dit betekent dat Crop in beginsel mocht verwachten dat Hoex bassins zou bouwen die constructief veilig zijn en dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken op een voedselveilige manier waterdicht zou maken (zie 2.7). Als Hoex meende dat de bouw van de bassins een experiment was en dat Crop om die reden niet zonder meer mocht verwachten dat de bassins geschikt zouden zijn voor het fermenteren van augurken, dan had Hoex dit tijdig en ondubbelzinnig aan Crop duidelijk moeten maken. Hoex heeft onvoldoende gemotiveerd gesteld dat zij tegenover Crop voor aanvang van de bouw van de bassins een dergelijke mededeling heeft gedaan. De stukken in het dossier wijzen ook niet in de richting dat Hoex later een dergelijke mededeling heeft gedaan. De door de heer Hoex opgestelde conceptovereenkomst (zie 2.12) maakt geen melding van een experiment. De zin “Wij geven GEEN waterdicht/ aantasting garantie op de aansluiting van de kunststof wandprofielen/ hoeken met de gecoate vloeren met opstand!” bevestigt in feite de in 2.7 vastgestelde taakverdeling wat betreft het waterdicht maken van de bassins, die inhoudt dat Hoex (wel) verantwoordelijk is voor het waterdicht maken van de naden tussen de kunststofplanken. De opmerking in de email van 6 januari 2020 van de heer [naam02] over het nemen van “constructieve verantwoordelijkheden” (2.14) wijst in de richting dat [naam02] zich verantwoordelijk achtte voor de deugdelijkheid van de constructie. De overeenkomst moet dan ook zo worden uitgelegd dat Hoex bassins voor Crop zou bouwen die geschikt zijn voor het fermenteren van augurken. Dit betekent dat de bassins constructief veilig moeten zijn en dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken op een voedselveilige manier waterdicht moet maken.
4.16.
Vervolgens is de vraag aan de orde hoe lang de bassins geschikt moeten blijven voor het fermenteren van augurken om te voldoen aan de overeenkomst. Dat deze termijn 20 jaar bedraagt, heeft Crop tegenover de betwisting door Hoex onvoldoende nader onderbouwd, zodat niet is komen vast te staan dat partijen die termijn zijn overeengekomen. Uit artikel 4, aanhef en onder I van de overeenkomst die Crop op 19 december 2019 ter ondertekening aan Hoex heeft voorgelegd (zie 2.10), volgt dat Crop het redelijk achtte om een garantietermijn van 10 jaar overeen te komen. Crop stelt onweersproken, zodat dit vaststaat, dat zij in mei 2019 een in essentie gelijkluidende overeenkomst aan Hoex heeft voorgelegd. Hoex heeft geen door Crop opgestelde overeenkomst ondertekend, maar zij was gelet op de aan haar toegezonden conceptovereenkomsten wel op de hoogte van de verwachting van Crop op het punt van de levensduur van de bassins. De rechtbank acht deze verwachting redelijk. Het ligt niet voor de hand om bijna € 600.000,- te investeren in de bouw van 42 bassins als de verwachte levensduur enkele maanden of jaren is. Deze verwachting van Crop had Hoex redelijkerwijs duidelijk moeten zijn op grond van de conceptovereenkomst uit mei 2019, maar ook los daarvan had Hoex redelijkerwijs moeten begrijpen dat Crop verwachtte dat de bassins een aanzienlijk aantal jaren gebruikt zouden kunnen worden voor het fermenteren van augurken. Uit het dossier blijkt niet dat Hoex voorafgaand aan de bouw ondubbelzinnig aan Crop kenbaar heeft gemaakt dat zij er niet van uit mocht gaan dat de bassins een aanzienlijke levensduur zouden hebben. Onder deze omstandigheden mocht Crop op grond van de overeenkomst redelijkerwijs verwachten dat de bassins gedurende ten minste 10 jaar geschikt zouden blijven voor het fermenteren van augurken.
voldoen de bassins aan de overeenkomst?
4.17.
In geschil is of de door Hoex gemaakte bassins voldoen aan de overeenkomst, met andere woorden of Hoex de overeenkomst is nagekomen. Crop stelt dat dit niet het geval is. Op deze stelling baseert Crop zowel haar weigering om de laatste facturen te betalen (zie 2.5) als haar eigen vorderingen. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv is het aan Crop om voldoende gemotiveerd te stellen en bij voldoende gemotiveerde betwisting te bewijzen dat de bassins niet voldoen aan de overeenkomst. De discussie over de bassins spitst zich toe op twee aspecten, de constructieve veiligheid en de waterdichtheid ervan.
constructieve veiligheid
4.18.
Met het overleggen van het rapport van Cerfix en de rapporten van Solid Services heeft Crop voldoende gemotiveerd gesteld dat de constructieve veiligheid van de bassins onvoldoende is. Met name Solid Services heeft in haar rapporten uitvoerig en duidelijk toegelicht hoe zij haar onderzoek en heeft verricht en hoe zij tot haar conclusies is gekomen.
4.19.
De door Hoex ingeschakelde onderzoekers van Bromo en CFP hebben in hun rapporten berekeningen gemaakt of gereageerd op berekeningen van anderen. Zij hebben echter geen onderzoek aan de bassins verricht. Solid Services heeft dat wel gedaan en zij heeft mede op basis van dat onderzoek duidelijk toegelicht dat de feitelijke situatie anders is dan de situatie waarvan Bromo en CFP bij hun berekeningen zijn uitgegaan. Zo zijn de betonwanden minder dik, minder optimaal volgestort met beton en minder goed gewapend dan waarvan Bromo en CFP bij hun berekeningen zijn uitgegaan. Met het overleggen van de rapporten van Bromo en CFP heeft Hoex de stelling van Crop dat de constructieve veiligheid van de bassins onvoldoende is dan ook onvoldoende gemotiveerd betwist.
4.20.
Verder heeft Hoex ter betwisting van deze stelling van Crop verwezen naar het rapport van [naam01] . [naam01] heeft onderzoek aan de bassins verricht en hij heeft net als Solid Services duidelijk uitgelegd hoe hij tot zijn conceptrapport is gekomen. Vervolgens hebben Cerfix en Solid Services uitvoerig gemotiveerd gereageerd op dat conceptrapport. Zoals volgt uit het definitieve rapport van [naam01] (zie het laatste gedeelte van 2.24), is hij in dat rapport niet gemotiveerd op alle argumenten van Cerfix en Solid Services ingegaan. Weliswaar merkt [naam01] terecht op dat hij in het kader van zijn reactie op de verdere opmerkingen van Crop over het conceptrapport ingaat op de standpunten van Cerfix en Solid Services, maar dit betekent niet dat hij op alle argumenten van Cerfix en Solid Services is ingegaan. Daarna heeft Solid Services in haar brief van 2 februari 2023 nog eens uitgelegd waarom zij bij haar standpunt blijft. De essentie van deze brief bestaat niet uit nieuwe argumenten (waarop [naam01] in zijn rapport niet had kunnen of hoeven ingaan), maar uit een herhaalde uiteenzetting van de argumenten die Solid Services in haar eigen rapporten en in reactie op het conceptrapport van [naam01] al naar voren had gebracht.
4.21.
De rechtbank beschikt niet over de vereiste deskundigheid om te beoordelen welke deskundige gelijk heeft. Het benoemen van nog een (zesde) deskundige lost dat probleem niet op, omdat nog een onderzoek en nog een rapport niet kunnen wegnemen dat [naam01] en Solid Services op basis van hun eigen onderzoek tot wezenlijk andere conclusies zijn gekomen. De rechtbank zal dan ook moeten beoordelen welk rapport het meest overtuigend is. Dat zijn de rapporten van Solid Services. Solid Services heeft duidelijk uitgelegd waarom de opvatting van [naam01] volgens haar onjuist is. Omgekeerd heeft [naam01] niet, althans onvoldoende, uitgelegd waarom de kritiek van (in elk geval) Solid Services op het conceptrapport volgens hem niet steekhoudend is. Dit betekent dat de rechtbank aan de rapporten van Solid Services het meeste (en ook doorslaggevend) gewicht toekent. Daarmee is als voldoende gemotiveerd gesteld en onvoldoende gemotiveerd betwist komen vast te staan dat de constructieve veiligheid van de bassins onvoldoende is. Hoex heeft geen feiten gesteld waaruit kan volgen dat dit geen tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert.
waterdichtheid
4.22.
Crop stelt dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken niet waterdicht heeft afgewerkt en dat dit een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert. Hoex betwist dit.
4.23.
Hoex heeft de naden gekit met een door Crop geselecteerde kit. Volgens [naam01] is deze kit op zich geschikt, maar heeft Hoex te weinig kit gebruikt. Dit laatste betwist Hoex aan de hand van een berekening van de hoeveelheid gebruikte kit en de totale lengte van de naden die zij heeft gekit. Deze betwisting is onvoldoende. Uit een aantal foto’s in het dossier blijkt dat zich bij verschillende naden lekkages hebben voorgedaan. Hoex meent dat deze lekkages (mede) het gevolg zijn van het niet goed waterdicht maken van andere onderdelen van de bassins door Crop en van de vroegtijdige ingebruikname van een aantal bassins door Crop. Deze alternatieve scenario’s heeft Hoex onvoldoende onderbouwd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is er geen grond voor het oordeel dat de lekkages bij de naden worden verklaard door ondeugdelijk kitwerk op andere plaatsen. Een enkele verwijzing naar “de wet op de communicerende vaten” is hiervoor onvoldoende, zeker nu geen van de deskundigen dit standpunt van Hoex onderschrijft. Volgens [naam01] heeft het tijdstip van vullen van de bassins door Crop geen rol gespeeld. Hoex heeft daar niet nader op gereageerd. Gelet hierop is als voldoende gemotiveerd gesteld en onvoldoende gemotiveerd betwist komen vast te staan dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken niet deugdelijk heeft gekit en dat daardoor lekkages zijn ontstaan. Ook dat is een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.
verzuim
4.24.
Hoex betwist dat zij in verzuim is geraakt. Volgens Hoex is Crop in verzuim geraakt door het niet tijdig betalen van de facturen, waarna Hoex niet meer in verzuim kon geraken. Dit heeft volgens Hoex tot gevolg dat Crop de overeenkomst niet rechtsgeldig kon ontbinden. Crop weerspreekt deze redenering en stelt dat niet zij, maar Hoex in verzuim is geraakt.
4.25.
De eerste factuur die Crop onbetaald heeft gelaten, dateert van 24 augustus 2019 en heeft een betalingstermijn van veertien dagen na factuurdatum. Crop heeft de tijdige ontvangst van deze factuur niet betwist en zij had deze factuur uiterlijk op 7 september 2019 moeten betalen.
Op 9 september 2019 heeft Crop bij Hoex melding gemaakt van het wijken van de wand van een bassin (zie 2.8). Ter zitting heeft Crop desgevraagd gesteld dat de problemen al eerder waren begonnen, maar deze stelling heeft zij niet eerder ingenomen en ter zitting onvoldoende nader onderbouwd. De rechtbank gaat daarom aan deze stelling voorbij. Dit zou betekenen dat Crop wat betreft de betaling van de factuur van 24 augustus 2019 op 8 september 2019 in verzuim is geraakt, één dag voordat Crop voor het eerst een probleem aan de bassins heeft geconstateerd en aan Hoex heeft gemeld.
4.26.
In zijn arrest van 11 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1581, Fraanje/Alukon) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de in artikel 6:82 en 6:83 BW gegeven hoofdregels en uitzonderingen over ingebrekestelling en verzuim geen strakke regels zijn die naar de letter toegepast kunnen worden. Deze bepalingen zijn vooral bedoeld om de rechter de mogelijkheid te geven om, als partijen zonder gedetailleerde kennis van de wet hebben gehandeld, tot een redelijke oplossing te komen op grond van wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hen mocht worden verwacht.
4.27.
Het zou naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn om aan de omstandigheid dat Crop de factuur van 24 augustus 2019 niet tijdig heeft voldaan en in verband daarmee naar de letter van de wet in verzuim is geraakt de conclusie te verbinden dat Hoex niet (meer) aangesproken zou kunnen worden op haar eigen tekortkomingen. De eerste dag nadat Crop bij een strikt letterlijke wetstoepassing in verzuim is geraakt, heeft zij gezien dat de wand van een bassin aan het wijken was en heeft zij dat bij Hoex gemeld. Vrij kort daarna ontstonden lekkages en roestvorming. Crop heeft bijna € 600.000,- betaald voor het bouwen van 42 bassins waarvan is komen vast te staan dat zij constructief niet veilig zijn en dat Hoex de naden tussen de kunststofplanken niet waterdicht heeft gemaakt. Deze tekortkomingen van Hoex zijn veel ernstiger dan het niet (tijdig) betalen van één factuur nadat zes eerdere facturen wel zijn voldaan. Ten tijde van de verzending van de laatste drie facturen van Hoex was de discussie over de deugdelijkheid van de bassins al gaande. Het niet betalen daarvan kan Crop redelijkerwijs niet worden verweten, omdat gelet op het voorgaande is komen vast te staan dat Crop zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de bassins niet voldoen aan de overeenkomst. De conclusie is dat het betoog van Hoex niet slaagt en dat het niet betalen van de factuur van 24 augustus 2019 door Crop er niet aan in de weg staat dat Hoex wordt aangesproken op haar tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst, mede gezien de aard en ernst daarvan.
4.28.
Crop heeft Hoex herhaaldelijk gewezen op de lekkages en op de onveiligheid van de constructie. Zij heeft Hoex verzocht en ook gesommeerd deze gebreken te herstellen. Dat heeft Hoex geweigerd. Gelet op het voorgaande brengt een redelijke wetsuitleg mee dat Hoex in verzuim is geraakt in de zin van artikel 6:265 lid 2 BW.
in reconventie
ontbinding van de overeenkomst
4.29.
Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt (artikel 6:265 lid 1 BW).
Uit het voorgaande volgt dat Hoex is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zij heeft niet gemotiveerd gesteld dat deze tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst door Crop niet rechtvaardigt. Dit betekent dat Crop de overeenkomst op 19 november 2021 rechtsgeldig heeft ontbonden. De hierop betrekking hebbende vordering van Crop zal dan ook worden toegewezen.
in conventie en in reconventie
de gevolgen van de ontbinding van de overeenkomst
4.30.
Op grond van artikel 6:271 BW bevrijdt een ontbinding de partijen van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover deze reeds zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties.
in conventie
conclusie
4.31.
Omdat Crop de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, rust op haar niet langer de verbintenis om de facturen van Hoex te betalen. Deze vordering van Hoex wordt daarom afgewezen, net als haar andere vorderingen.
deskundigenkosten
4.32.
De vordering tot veroordeling van Hoex in de kosten van het rapport van [naam01] is ook in reconventie ingesteld en zal daar worden beoordeeld, samen met de andere vorderingen van Crop die betrekking hebben op kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
proceskosten
4.33.
Hoex wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Crop worden tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 5.737,00
  • salaris advocaat
Totaal € 12.349,50
De gevorderde wettelijke rente bij niet tijdige betaling van deze kosten is toewijsbaar, evenals de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad van de proceskostenveroordeling.
nakosten
4.34.
Uit het arrest van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.
in reconventie
terugbetaling betaalde facturen
4.35.
De ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat Hoex de door haar ontvangen factuurbedragen moet terugbetalen (artikel 2:271 lid 1 laatste volzin BW). De hierop betrekking hebbende vordering zal worden toegewezen tot het door Hoex ontvangen bedrag van € 363.000,- en voor het meerdere – dat waarschijnlijk op een vergissing berust, omdat Crop in haar eis in reconventie ook het bedrag van € 363.000,- noemt – worden afgewezen. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is toewijsbaar vanaf de vijftiende dag na ontbinding van de overeenkomst. Deze veroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
deskundigenkosten
4.36.
Op grond van artikel 6:96 lid 2, aanhef en onder b BW komen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking. Crop vordert veroordeling van Hoex in de kosten van de rapporten van Cerfix, Solid Services en [naam01] .
4.37.
Gegeven de discussie tussen Hoex en Crop over de bassins, de problemen aan de bassins en de weigering van Hoex om aansprakelijkheid te erkennen, acht de rechtbank het redelijk dat Crop deskundigenkosten heeft gemaakt ter vaststelling van aansprakelijkheid. Het inschakelen van Cerfix en Solid Services was redelijk en tegen de hoogte van de kosten van deze deskundigen heeft Hoex geen voldoende gemotiveerde bezwaren ingebracht. Deze kosten zijn dan ook toewijsbaar, evenals de gevorderde wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de betreffende facturen en de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad.
4.38.
De vordering tot vergoeding van de kosten van [naam01] zal worden afgewezen. Met het overleggen van de rapporten van Cerfix en Solid Services heeft Crop voldaan aan de op haar rustende stelplicht en bewijslast. Dat Crop voor alle zekerheid een deskundige wilde laten benoemen door de rechtbank, is misschien niet onbegrijpelijk, maar nodig was het niet. Het zou daarom niet redelijk zijn om de kosten van [naam01] voor rekening van Hoex te laten komen, ook omdat zij zich tegen het benoemen van een deskundige door de rechtbank heeft verzet. Het oordeel van de rechtbank in de beschikking van 6 mei 2022 dat is voldaan aan het (soepele) wettelijke criterium voor het bevelen van een onderzoek door een deskundige neemt niet weg dat Crop op dit punt een andere afweging had kunnen maken. Crop zal de kosten van [naam01] dus zelf moeten dragen en zal dan ook in die kosten worden veroordeeld. Omdat Crop het voorschot van de deskundige heeft voldaan en het voorschotbedrag gelijk is aan het bij beschikking van 6 maart 2023 aan [naam01] toegekende bedrag (zie 2.27), hoeft er op dit punt feitelijk niets te gebeuren.
buitengerechtelijke kosten
4.39.
Crop vordert buitengerechtelijke kosten over de facturen waarvan zij (terug)betaling vordert, te vermeerderen met de kosten van Cerfix en Solid Services. Uit de stukken blijkt dat Crop Hoex herhaaldelijk heeft aangeschreven om haar vorderingen zonder procedure betaald te krijgen, waarmee voldoende duidelijk is dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt. Het door Crop gevorderde bedrag is niet volledig toewijsbaar. Omdat de kosten van Cerfix en Solid Services afzonderlijk zijn gevorderd en volledig worden toegewezen, ziet de rechtbank geen grond om deze kosten te betrekken bij de vaststelling van de buitengerechtelijke kosten. Verder ontbreekt in de berekening door Crop de aftrek van € 200.000,- uit de staffel. Deze vordering is toewijsbaar tot € 2.775,- plus 0,5% van (€ 363.000,-
min € 200.000,-) is € 3.590,-. De over deze kosten gevorderde rente is toewijsbaar vanaf de vijftiende dag na ontbinding van de overeenkomst.
schadevergoeding
4.40.
Ten slotte vordert Crop schadevergoeding op te maken bij staat. Dat zij schade heeft geleden door de wanprestatie van Hoex is voldoende aannemelijk. Op grond van de overeenkomst mocht Crop verwachten dat de bassins ten minste tien jaar geschikt zouden blijven voor het fermenteren van augurken, maar de levensduur van de bassins is veel korter gebleken.
4.41.
Op grond van artikel 612 Rv begroot de rechter die een veroordeling tot schadevergoeding uitspreekt de schade voor zover mogelijk in het vonnis. Als dat niet mogelijk is, spreekt de rechter een veroordeling uit tot schadevergoeding op te maken bij staat. De hoofdregel is dus dat de rechtbank de schade begroot in de hoofdprocedure. Tijdens de zitting heeft Hoex desgevraagd verklaard dat het haar voorkeur heeft dat de eventuele schade in deze procedure wordt begroot. Crop heeft verklaard dat zij hier geen bezwaar tegen heeft als eerst een tussenvonnis wordt gewezen. Dat laatste ligt inderdaad voor de hand, omdat het debat over de omvang van de schade nog onvoldoende is uitgekristalliseerd. De rechtbank zal Crop dan ook in de gelegenheid stellen om haar vordering tot schadevergoeding in een akte nader te onderbouwen, waarna Hoex een antwoordakte mag nemen.
4.42.
Met het oog op het verdere debat over (de omvang van) de schade wordt het volgende overwogen.
Bij het onderbouwen van haar schade dient Crop de feitelijke situatie te vergelijken met de hypothetische situatie waarin Hoex de overeenkomst was nagekomen. De hypothetische situatie is dat de bassins tot tien jaar na het afronden van de werkzaamheden geschikt waren gebleven voor het fermenteren van augurken (vergelijk 4.16). Hierbij kan, gelet op de stelling van Hoex dat haar werkzaamheden op 8 oktober 2019 waren afgerond, om praktische redenen worden gerekend met de periode van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2029. De feitelijke situatie is dat de bassins van meet af aan ondeugdelijk zijn geweest en dat het niet mogelijk is om de bassins tegen redelijke kosten alsnog bruikbaar te maken. De door [naam01] in dit verband begrote kosten zijn niet maatgevend, omdat hij ervan uitgaat dat de constructieve veiligheid van de bassins voldoende is. Daar komt nog bij dat Crop gemotiveerd vraagtekens heeft geplaatst bij de begroting van de reparatie door [naam01] (zie 2.26). In haar akte uitlaten deskundigenbericht heeft Crop aan de hand van navraag bij een aantal bedrijven gemotiveerd uiteengezet dat het repareren van de bassins niet mogelijk is, althans alleen mogelijk is tegen hogere kosten dan de oorspronkelijke aanneemsom, waarbij het resultaat onzeker is. Gelet hierop en omdat Hoex op deze stellingen van Crop niet nader heeft gereageerd, is de conclusie dat de bassins in de feitelijke situatie als afgeschreven moeten worden beschouwd en gesloopt moeten worden. De stelling van Crop dat de bassins in de feitelijke situatie waardeloos voor haar zijn, gaat in zoverre niet op dat vaststaat dat Crop de bassins heeft gebruikt en een aantal daarvan nog steeds gebruikt (althans ten tijde van de mondelinge behandeling nog steeds gebruikte) voor het fermenteren van augurken. Dit gebruik en de daarmee gepaard gaande inkomsten en uitgaven moeten bij de schadebegroting worden betrokken.
Tijdens de zitting hebben partijen gedebatteerd over de vraag of Crop van Hoex mag verwachten dat zij de bassins afbreekt en afvoert. Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. De ontbinding van de overeenkomst brengt mee dat verbintenissen ontstaan tot ongedaanmaking van de over en weer verrichte prestaties. De levering van 42 bassins aan Crop is een prestatie van Hoex die ongedaan kan worden gemaakt door deze bassins af te breken en te verwijderen. Hoex merkt terecht op dat dit een vergaande verplichting is, maar het alternatief is dat Crop de bassins moet (laten) afbreken en verwijderen. Dat kan leiden tot discussie over de hoogte van de kosten die Hoex in verband daarmee moet vergoeden, terwijl Hoex de partij is die ondeugdelijke bassins heeft geleverd.
4.43.
Het staat partijen vrij om naar aanleiding van dit vonnis met elkaar te overleggen of zij alsnog een mogelijkheid zien om hun geschil onderling op te lossen en als dat niet lukt over de vraag hoe verder, bijvoorbeeld wat betreft de vraag of Crop inderdaad van Hoex verwacht dat zij de bassins komt afbreken en afvoeren of dat een andere partij dit doet en tegen welke kosten.
in conventie en in reconventie
4.44.
Alle beslissingen worden aangehouden tot het eindvonnis.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie en in reconventie
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 14 juni 2023 voor het nemen van een akte door Crop als bedoeld in 4.41;
5.2.
bepaalt dat de zaak vier weken nadat Crop deze akte heeft genomen weer op de rol zal komen voor het nemen van een antwoordakte door Hoex;
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van Velzen en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.3194/2294