In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres, een slachthuis, tegen twee boetes van € 7.500,- voor overtredingen van de Wet dieren. De boetes zijn opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, naar aanleiding van bevindingen van toezichthouders van de NVWA die op 26 oktober 2020 en 2 november 2020 fecale bezoedeling op karkassen hebben geconstateerd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de boetes, maar de minister heeft deze gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 2 maart 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat eiseres de overtredingen heeft begaan. De rechtbank wijst erop dat de rapporten van de toezichthouder voldoende onderbouwd zijn en dat de bevindingen niet lichtvaardig terzijde kunnen worden geschoven. Eiseres heeft aangevoerd dat de rapporten onjuist zijn en dat de bezoedelingen niet zijn aangetoond, maar de rechtbank vindt deze argumenten niet overtuigend. De rechtbank concludeert dat de boetes terecht zijn opgelegd, mede omdat eiseres eerder al voor soortgelijke overtredingen is beboet, wat leidt tot een verhoging van het standaardboetebedrag.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 mei 2023.