ECLI:NL:RBROT:2023:4152
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor vervoers- en dieetkosten door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 19 mei 2023, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot aanvragen om bijzondere bijstand van eiser, die in Rotterdam woont. De eerste zaak betreft de aanvraag voor bijzondere bijstand voor vervoerskosten (zaaknummer ROT 23/608). Eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor vervoerskosten die voortvloeien uit de co-ouderschapsregeling voor zijn zoon. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten volgens hen onder de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan vallen en niet voortkomen uit bijzondere omstandigheden. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de kosten voor het ophalen en terugbrengen van de zoon naar school niet als bijzondere omstandigheden kunnen worden aangemerkt, en bevestigt de afwijzing van de aanvraag.
De tweede zaak betreft de aanvraag voor bijzondere bijstand voor dieetkosten (zaaknummer ROT 23/993). Eiser had een aanvraag ingediend voor dieetkosten ter hoogte van € 2.550,-, maar het college heeft slechts € 650,- toegekend op basis van een advies van de GGD-arts. Eiser betwistte dit bedrag en stelde dat de kosten waren vastgesteld op basis van verouderde informatie. De rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij meer kosten maakt dan het college heeft vastgesteld en dat de enkele verwijzing naar inflatie onvoldoende is om de aanvraag te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart beide beroepen ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.