Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 13 juli 2022, met bijlagen;
- het antwoord en de tegeneis, met bijlagen;
- de brief van de rechtbank van 26 september 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het antwoord op de tegeneis.
2..De zaak
- € 6.505,- aan bijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten;
- € 13.111,56 wegens additionele woonlasten/derving woongenot;
- € 80.000,- als [eiser01] en [eiser02] de woning op nummer [nummer02] en/of de woning op nummer [nummer01] binnen vijf jaar verkopen of verhuren.
- dat [eiser01] en [eiser02] op ieder verzoek van [gedaagde01] en [naam01] binnen twee werkdagen een verhuurdersverklaring ondertekenen.
3..De beoordeling
- de woning op nummer [nummer01] is een zolderwoning met feitelijk slechts één woonlaag. De verdieping erboven geeft alleen toegang tot het dakterras;
- [eiser01] , 63 jaar, heeft een ziekte aan zijn heupen, waardoor het op termijn lastiger voor hem wordt om trap te lopen. De trap naar nummer [nummer01] is niet geschikt voor een traplift, terwijl bij de trap naar nummer [nummer02] al een installatie voor een traplift aanwezig is;
- [eiser02] heeft te kampen met ernstige psychische problemen waardoor zij bij tijd en wijle warrig gedrag vertoont en haar dag- en nachtritme omdraait;
- de zoon van [eiser01] en [eiser02] kan door het gedrag van zijn moeder niet goed slapen, waardoor hij niet uitgerust naar zijn werk kan.
€ 86,- aan griffierecht en € 374,-,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 187,- tarief). Dit is totaal € 589,83.
onherroepelijkop de beëindigingsvordering van de verhuurder heeft beslist [9] . [eiser01] en [eiser02] hebben geen bijzondere, zwaarwegende omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de kantonrechter van deze hoofdregel moet afwijken. Het vonnis wordt daarom niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat als [gedaagde01] en [naam01] in hoger beroep gaan, [eiser01] en [eiser02] het vonnis nog niet ten uitvoer mogen leggen.