In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Vestia en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Stichting Vestia, vorderde betaling van een huurachterstand van € 6.034,40, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De gedaagde had een huurachterstand laten ontstaan van meer dan negen maanden en had geen betalingsregeling kunnen treffen. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter wees de vorderingen van Vestia toe, inclusief de betaling van de huurachterstand, de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na de uitspraak. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Vestia, die in totaal € 1.012,43 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Vestia direct actie kan ondernemen om de ontruiming te effectueren. De gedaagde moet de huur blijven betalen tot de woning daadwerkelijk is ontruimd.