ECLI:NL:RBROT:2023:2978

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
C/10/654340 / KG ZA 23-205
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over dwangsom in echtscheidingsprocedure met betrekking tot afgifte van goederen

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een echtscheidingsprocedure, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding. De vrouw, eiseres, had een vordering ingesteld tegen de man, gedaagde, met betrekking tot de executie van een eerder vonnis van 6 juli 2022. In dat vonnis was de vrouw veroordeeld om zes horloges en een Apple Macbook Air aan de man af te geven, met een dwangsom van € 500,00 per dag voor het geval zij in gebreke zou blijven. De man stelde dat de vrouw de dwangsom had verbeurd omdat zij de Macbook niet tijdig had afgegeven.

De procedure begon met een dagvaarding op 16 maart 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 maart 2023. De vrouw voerde aan dat zij de Macbook op 12 juli 2022 had afgegeven aan de notaris, maar dat de man deze niet had willen aannemen omdat hij niet kon controleren of het zijn laptop betrof. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw voldoende had voldaan aan de veroordeling, aangezien zij de man de mogelijkheid had geboden om de laptop in ontvangst te nemen. De man had door zijn weigering om de laptop aan te nemen, zijn recht op de dwangsom verspeeld.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen, met de bepaling dat de man de executie van de dwangsom moest staken. Tevens werd een dwangsom van € 5.000,00 opgelegd voor iedere keer dat de man niet aan deze veroordeling voldeed, tot een maximum van € 25.000,00. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Th. Veling op 6 april 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/654340 / KG ZA 23-205
Vonnis in kort geding van 6 april 2023
in de zaak van
[eiseres01],
wonende te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. F.C. Hoogeveen te Rotterdam,
tegen
[gedaagde01],
wonende te Ouderkerk aan den IJssel,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 maart 2023, met 6 producties;
  • de mondelinge behandeling op 23 maart 2023;
  • de ter zitting overgelegde producties van de man;
  • de na de zitting ontvangen aanvullende productie van de vrouw.
1.2.
Vervolgens heeft de voorzieningenrechter bepaald dat er vonnis wordt gewezen.

2..De feiten

2.1.
Partijen zijn op 20 mei 2017 met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden.
2.2.
De echtscheidingsprocedure tussen partijen is op dit moment aanhangig bij deze rechtbank. Partijen hebben meerdere procedures gevoerd voor het treffen van voorlopige voorzieningen in het kader van de echtscheiding.
2.3.
Bij vonnis van 6 juli 2022 (hierna: het Vonnis) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de vrouw veroordeeld om de zes horloges die zij in haar bezit heeft af te geven op een door de man in overleg met de advocaat van de vrouw te bepalen dag en tijdstip bij Kooijman Autar Notarissen te Rotterdam (hierna: de notaris) en om binnen twee dagen na betekening van het Vonnis de Apple Macbook Air met adapter (hierna: de Macbook) aan de man af te geven. Aan die laatste veroordeling is een dwangsom verbonden van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat de vrouw in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, met een maximum van € 5.000,00.
2.4.
Op 12 juli 2022 heeft de vrouw naar aanleiding van het Vonnis zes horloges en een Macbook Air met oplader afgegeven aan de notaris. De notaris heeft daarvan een akte van ontvangst opgesteld.
2.5.
De man is op 12 juli 2022 bij de notaris langs geweest voor de goederen, maar heeft deze niet in ontvangst willen nemen. De notaris heeft daarvan een akte van afgifte en teruggave opgesteld. In die akte is onder meer vermeld:
“[gedaagde01] verklaarde vervolgens dat deze horloges niet zijn eigendom zijn en dat dit niet de horloges zijn die op grond van de rechterlijke uitspraak aan hem overhandigd dienden te worden en dat de Macbook (die waarschijnlijk wel zijn eigendom is aangezien het serienummer door hem niet gecontroleerd kan worden) voor hem waardeloos is, aangezien hij niet bij de gegevens in de Macbook kan”.
2.6.
Op 13 juli 2022 heeft de vrouw de goederen opgehaald bij de notaris. De notaris heeft daarvan een akte van ontvangst opgesteld.
2.7.
Bij exploot van 14 juli 2022 heeft de man het Vonnis laten betekenen aan de vrouw, met het bevel om aan de inhoud ervan te voldoen.
2.8.
Bij e-mail van 15 juli 2022 heeft de vrouw aan de deurwaarder meegedeeld dat de 6 horloges en de Macbook bij haar konden worden opgehaald en het wachtwoord van de Macbook doorgegeven.
2.9.
Bij e-mails van 13 juli en 18 juli 2022 heeft (de advocaat van) de man (de advocaat van) de vrouw gesommeerd alsnog aan het Vonnis te voldoen door de juiste horloges en de Macbook met het daarbij behorende wachtwoord af te geven. Bij antwoordmail van 20 juli 2022 heeft de advocaat van de vrouw laten weten dat de spullen bij de deurwaarder konden worden opgehaald, het wachtwoord van de Macbook (nogmaals) doorgegeven en haar standpunt gehandhaafd dat zij aan het Vonnis heeft voldaan.
2.10.
Bij exploot van 9 maart 2023 heeft de man de vrouw aangezegd dat zij in gebreke is gebleven met de nakoming van het in het Vonnis vermelde bevel om de Macbook af te geven en dat zij daardoor de maximale dwangsom van € 5.000,00 heeft verbeurd. Het exploot bevat ook het bevel aan de vrouw om binnen twee dagen het bedrag aan dwangsom en kosten te voldoen, bij gebreke waarvan de man over zal gaan tot het treffen van executiemaatregelen. Bij de betekening van voormeld exploot heeft de vrouw een laptop van het merk Macbook Air, samen met de adapter en het wachtwoord, afgegeven aan de deurwaarder.

3..Het geschil

3.1.
De vrouw vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de man te bevelen de executie van de op 9 maart 2023 aangezegde dwangsommen uit hoofde van het op 6 juli 2022 door de rechtbank Rotterdam gewezen vonnis te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 dan wel een door de voorzieningenrechter vast te stellen dwangsom, voor iedere overtreding op dit verbod, met veroordeling van de man in de kosten van dit geding.
3.2.
De man voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
De man heeft primair gesteld dat het spoedeisend belang van de vrouw bij de vordering ontbreekt. De vrouw heeft pas recent een Macbook afgegeven en de man moet nog controleren of de laptop daadwerkelijk zijn Macbook betreft. Hij heeft nog geen executiemaatregelen genomen, zodat de vrouw het kort geding voorbarig heeft ingesteld.
Dat argument overtuigt niet. Het exploot van 9 maart 2023, waarin dwangsommen zijn aangezegd, verschaft de man de mogelijkheid om executiemaatregelen te nemen. Het spoedeisend belang van de vrouw is alleen daarom al voldoende gegeven.
4.2.
De vraag ligt voor of de vrouw de dwangsom van € 5.000,00 heeft verbeurd, doordat zij niet tijdig de Macbook aan de man heeft afgegeven. Voor de beoordeling van die vraag moet de voorzieningenrechter de ter uitvoering van het veroordelend vonnis verrichte handelingen toetsen aan de inhoud van de veroordeling, zoals deze door uitleg moet worden vastgesteld. Bij die uitleg is het doel en de strekking van de veroordeling van belang, in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel (HR 19 januari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0431 en HR 15 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9400).
4.3.
De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat niet aannemelijk is dat de vrouw de dwangsom heeft verbeurd. Daartoe is het volgende redengevend.
4.4.
De vrouw stelt terecht dat de bedoeling van het Vonnis is dat de Macbook in bezit komt van de man. Vaststaat dat de vrouw op 12 juli 2022 een laptop van het merk Apple Macbook Air heeft afgegeven aan de notaris, met de bedoeling dat de notaris deze zou verstrekken aan de man. Het lag voor de hand dat de vrouw de laptop door tussenkomst van de notaris aan de man wilde afgeven, omdat zij voor de afgifte van de horloges sowieso ook al naar die (door de man aangewezen) notaris moest. De notaris heeft de man ook daadwerkelijk de mogelijkheid geboden om de Macbook in ontvangst te nemen. Uit de in 2.5. bedoelde notariële akte van 12 juli 2022 blijkt vervolgens, en dat is door de man ter zitting bevestigd, dat hij die dag de laptop niet heeft meegenomen, omdat hij bij gebreke van een wachtwoord niet ter plekke kon controleren of de laptop echt van hem was. Die reden is echter geen rechtvaardiging om de laptop te weigeren. Niet gebleken is dat al op het eerste gezicht duidelijk was dat het niet om de relevante Macbook ging. Dat de man geen toegang had tot de laptop, stond er niet aan in de weg dat hij de laptop in ontvangst had kunnen nemen en vervolgens het wachtwoord had kunnen opvragen bij de vrouw om te controleren of het de goede Macbook betrof. Het vonnis zegt niets over het afgeven van een wachtwoord of toegang tot de Macbook. Bovendien heeft de vrouw, kort daarna, per mail van 15 juli 2022 aan de deurwaarder en per mail van 20 juli 2022 aan de advocaat van de man, het wachtwoord doorgegeven. De vrouw heeft de man al met al dus voldoende in de gelegenheid gesteld om de Macbook te verkrijgen en heeft daarmee voldaan aan de bedoeling van de veroordeling. De man heeft, door te weigeren de Macbook in ontvangst te nemen, het recht verspeeld om aanspraak te maken op de dwangsom. Dat de man daarna de vrouw heeft gesommeerd om alsnog de (juiste) Macbook af te geven, is dan niet meer van belang.
4.5.
Dat betekent dat de vordering wordt toegewezen, zij het dat de aan het bevel te verbinden dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd.
4.6.
Wat betreft de proceskosten is bij een geschil tussen ex-echtelieden het uitgangspunt dat iedere partij de eigen kosten draagt. De voorzieningenrechter ziet in dit geval geen aanleiding om daarvan af te wijken. De advocaat van de man heeft in juli 2022 nog mailberichten gestuurd om de Macbook op te eisen. De advocaat van de vrouw heeft op 20 juli 2022 daarop geantwoord dat de spullen konden worden opgehaald bij de deurwaarder en dat de vrouw al aan het Vonnis had voldaan. De spullen bevonden zich echter niet bij de deurwaarder maar bij de vrouw. In de nasleep van het bezoek aan de notaris heeft dus ook de vrouw wat steken laten vallen. Er is daarom geen reden om een uitzondering te maken op het uitgangspunt dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
beveelt de man de executie van de op 9 maart 2023 aangezegde dwangsom uit hoofde van het Vonnis te staken en gestaakt te houden;
5.2.
veroordeelt de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere keer dat hij niet aan de in 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023.
2091 / 1980