In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een echtscheidingsprocedure, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding. De vrouw, eiseres, had een vordering ingesteld tegen de man, gedaagde, met betrekking tot de executie van een eerder vonnis van 6 juli 2022. In dat vonnis was de vrouw veroordeeld om zes horloges en een Apple Macbook Air aan de man af te geven, met een dwangsom van € 500,00 per dag voor het geval zij in gebreke zou blijven. De man stelde dat de vrouw de dwangsom had verbeurd omdat zij de Macbook niet tijdig had afgegeven.
De procedure begon met een dagvaarding op 16 maart 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 maart 2023. De vrouw voerde aan dat zij de Macbook op 12 juli 2022 had afgegeven aan de notaris, maar dat de man deze niet had willen aannemen omdat hij niet kon controleren of het zijn laptop betrof. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw voldoende had voldaan aan de veroordeling, aangezien zij de man de mogelijkheid had geboden om de laptop in ontvangst te nemen. De man had door zijn weigering om de laptop aan te nemen, zijn recht op de dwangsom verspeeld.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen, met de bepaling dat de man de executie van de dwangsom moest staken. Tevens werd een dwangsom van € 5.000,00 opgelegd voor iedere keer dat de man niet aan deze veroordeling voldeed, tot een maximum van € 25.000,00. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Th. Veling op 6 april 2023.