In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee om een verkeersbesluit te nemen. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Benard, heeft verzocht om een maximumsnelheid van 30 km/u in te voeren op de [straatnaam] en om vracht- en landbouwverkeer te verbieden. Het college heeft dit verzoek afgewezen, wat heeft geleid tot het beroep van eiser. De rechtbank heeft de zaak op 7 december 2022 behandeld, waarbij ook de gemachtigde van het college en verkeerskundige D. Diepstraten aanwezig waren. Tijdens de zitting is afgesproken dat partijen zouden overleggen over een mogelijke schikking, maar dit heeft niet geleid tot overeenstemming.
De rechtbank oordeelt dat het college de geluidsbelasting rondom de woning van eiser onvoldoende heeft betrokken bij zijn besluitvorming. De rechtbank stelt vast dat de geluidsnormen mogelijk worden overschreden en dat het college niet heeft getoetst of dit het geval is. De rechtbank vernietigt het besluit van het college van 19 januari 2022 en draagt het college op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alle relevante aspecten, zoals de verkeersintensiteit en geluidsbelasting, in acht moeten worden genomen. Eiser krijgt recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die door het college moeten worden betaald.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen en niet toereikend is gemotiveerd, waardoor het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank benadrukt dat het college bij de nieuwe besluitvorming ook de rol van vracht- en landbouwverkeer en de mogelijkheid van verplaatsing van de grens van de bebouwde kom moet overwegen.