Bijlage I
Ambtenarenwet (oud)
Artikel 125
1. Voor zover deze onderwerpen niet reeds bij of krachtens de wet zijn geregeld, worden voor de ambtenaren, door of vanwege het rijk aangesteld, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld betreffende:
a. aanstelling, schorsing en ontslag;
k. disciplinaire straffen, met dien verstande dat een boete dan wel een inhouding of korting op de bezoldiging per opgelegde disciplinaire straf ten hoogste gelijk is aan het bedrag van het salaris van de ambtenaar over anderhalve maand;
2. Het bevoegd gezag van provincies, gemeenten en waterschappen stelt voor de ambtenaar door of vanwege deze lichamen aangesteld, onder gelijk voorbehoud voorschriften vast omtrent de onderwerpen, genoemd in het eerste lid. Als ambtenaar aangesteld door of vanwege een waterschap wordt aangemerkt hij die is aangesteld door het in het reglement van die instelling daartoe aangewezen gezag teneinde in dienst van het waterschap werkzaam te zijn.
Ambtenarenreglement: verordening tot regeling van de rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Rotterdam
Burgemeester en wethouders stellen een protocol vast, waarin de regels zijn opgenomen met betrekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begeleiding van ziekteverzuim, verplichtingen omtrent ziek- en herstelmeldingen daaronder begrepen, de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daarbij in achtte nemen procedures.
Artikel 55a, eerste lid
De ambtenaar die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, is verplicht:
a. gevolg te geven aan, door burgemeester en wethouders of een door hen aangewezen deskundige, gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door burgemeester en wethouders of een door hen aangewezen deskundige getroffen maatregelen als bedoeld in artikel 54;
b. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 54, derde lid;
c. zich te gedragen naar de regels die in het protocol, bedoeld in artikel 54, vierde lid, zijn opgenomen.
Artikel 178
De ambtenaar kan wegens plichtsverzuim disciplinair worden gestraft. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van hetgeen een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
1. De disciplinaire straffen zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. buitengewone dienst, op andere dagen dan zon- en feestdagen, zonder beloning of tegen een beloning die lager is dan het normale salaris en de toegekende salaristoelage(n);
c. vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie met ten hoogste 1/3 van het aantal uren waarop in het desbetreffende jaar aanspraak bestaat;
d. eenmalige inhouding op het salaris en de toegekende salaristoelage(n) van een bedrag van maximaal 1% van het salaris per jaar;
e. het niet toekennen van een periodieke verhoging gedurende ten hoogste vier jaar;
f. vermindering van salaris met ten hoogste het bedrag van de laatste twee periodieke verhogingen gedurende ten hoogste twee jaar;
g. plaatsing in een andere functie voor bepaalde of onbepaalde tijd met of zonder vermindering van salaris en de toegekende salaristoelage(n);
h. terugstelling in rang danwel indeling in een salarisklasse waarvoor een lager maximumsalaris geldt dan dat verbonden aan de salarisklasse welke ingevolge de van toepassing zijnde beloningsregeling behoort te gelden, een en ander al dan niet voor een bepaalde tijd en met of zonder vermindering van salaris en de toegekende salaristoelage(n);
i. schorsing voor een bepaalde tijd met gehele of gedeeltelijke inhouding van salaris en de toegekende salaristoelage(n);
2. Bij het opleggen van de straf, behalve van die bedoeld in het eerste lid onder a, kan worden bepaald dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd indien de ambtenaar zich gedurende een bij het opleggen van de straf te bepalen termijn van ten hoogste drie jaar niet opnieuw schuldig maakt aan een soortgelijk plichtsverzuim als waarvoor de bestraffing plaatsvindt, noch aan enig ander ernstig plichtsverzuim en zich houdt aan bij het opleggen van de straf eventueel te stellen bijzondere voorwaarden.
Artikel 4
Medewerkers dienen zich bij verzuim aan de volgende regels houden:
- Aan uw leidinggevende dient u tijdig en correcte informatie te verschaffen over uw verzuim en bereikbaarheid;
- U dient actief mee te werken aan het oplossen van problemen die ten grondslag liggen aan
- U dient met uw leidinggevende afspraken te maken over werkhervatting c. q. reintegratieactiviteiten en deze na te komen;
- U mag geen activiteiten ondernemen die uw gezondheid ondermijnen;
- U dient mee te werken aan geneeskundige beoordeling en onderzoek,
- U dient beschikbaar te zijn voor contact met uw leidinggevende.
Wanneer blijkt dat u de regels van het verzuimprotocol overtreedt, kan een sanctie worden
opgelegd conform de geldende Rechtstoestandregeling.
Artikel 5.6
Uw leidinggevende, de P&O-adviseur/Hoofd personeelsvoorziening of de bedrijfsarts moeten u kunnen bereiken. U stelt hen in de gelegenheid om u thuis of op het verblijfadres te bezoeken. Is er, terwijl u thuis bent, iets bijzonders aan de hand (bijvoorbeeld de bel is stuk of er is niemand aanwezig die de deur open kan doen), tref dan maatregelen waardoor bezoek mogelijk wordt. Geef elke wijziging van uw verblijfplaats of telefoonnummer direct door aan uw leidinggevende. U moet na een ziekmelding bereikbaar zijn voor de leidinggevende. Het weigeren van het afgeven van een telefoonnummer waar de zieke bereikbaar is dan wel het niet beantwoorden van een telefonische oproep is niet acceptabel. Als u tijdens uw verzuim naar het buitenland of op vakantie wilt, dient u hiervoor schriftelijk toestemming te krijgen van uw direct leidinggevende, ook als u al toestemming heeft om u buitenshuis te begeven. Uw leidinggevende kan advies van de bedrijfsarts inwinnen als onduidelijk is of een vakantie uw herstel in de weg staat.