ECLI:NL:RBROT:2023:1842
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Bedee
- A.P. Hameete
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van het verdeelmodel voor de gebundelde uitkering Participatiewet 2017
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 8 maart 2023, met zaaknummer ROT 20/3227, is het beroep van het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel tegen de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen ongegrond verklaard. De zaak betreft de voorlopige vaststelling van de gebundelde uitkering Participatiewet voor het jaar 2017, waarbij het verdeelmodel zoals neergelegd in het Besluit Participatiewet niet als onverbindend werd beschouwd. Eiser stelde dat het verdeelmodel in strijd was met artikel 108 van de Gemeentewet en artikel 9 van het Europees Handvest inzake lokale autonomie, en dat het model onevenredige gevolgen had voor de gemeente Capelle aan den IJssel, vooral door de instroom van statushouders in 2017.
De rechtbank oordeelde dat het verdeelmodel 2017 geen tekortkomingen vertoonde die aanleiding gaven om het buiten toepassing te laten. De rechtbank stelde vast dat het model was gebaseerd op objectieve factoren en dat er geen bewijs was dat eiser onevenredig benadeeld was ten opzichte van andere gemeenten. De rechtbank concludeerde dat de besluiten van 10 oktober 2017 en 18 oktober 2018 niet bij de beoordeling betrokken hoefden te worden, omdat deze op andere grondslagen berustten. De rechtbank bevestigde dat de wetgever met de budgetbekostiging beoogde dat de uitkering van het Rijk aan gemeenten de niet-vermijdbare kosten dekt, en dat er geen strijd was met het evenredigheidsbeginsel. De uitspraak eindigde met de verklaring dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.