Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde01] ,
1..De verdere procedure
- het tussenvonnis van 10 januari 2020 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het tussenvonnis van 8 april 2022 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de e-mail van 12 augustus 2022 van Bouwbedrijf Zwarts, met een bijlage;
- de brief van 22 augustus 2022 van Bouwbedrijf Zwarts, met een bijlage;
- het proces-verbaal van de op 24 augustus 2022 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- de e-mail van 26 augustus 2022 van [gedaagde01] c.s., met bijlagen;
- de e-mail van 29 augustus 2022 van Bouwbedrijf Zwarts, met bijlagen;
- de e-mail van 29 augustus 2022 van Bouwbedrijf Zwarts, met een bijlage;
- het proces-verbaal van de op 30 augustus 2022 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- de akte houdende uitlatingen na comparitie van [gedaagde01] c.s.;
- de akte uitlaten na comparitie van Bouwbedrijf Zwarts.
2..De verdere beoordeling
primairdat de punten 2 tot en met 10 worden hersteld en
subsidiairdat Bouwbedrijf Zwarts in totaal € 28.010,40 inclusief btw aan vervangende schadevergoeding aan [gedaagde01] c.s. betaalt. Daarnaast eist [gedaagde01] c.s. dat Bouwbedrijf Zwarts de gevolgschade van € 1.000,00 inclusief btw als gevolg van het gebrek aan de W-installatie en de expertisekosten van € 7.310,92 inclusief btw aan hem betaalt. Ten aanzien van punt 1 heeft [gedaagde01] c.s. aangevoerd dat dit - na een inspectie door EMN - geen onderdeel meer uitmaakt van het geschil.
W-installatie al dan niet gebrekkig is. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moest de
W-installatie worden onderzocht. De deskundige heeft dat gedaan. Op basis van het rapport van de deskundige en zijn mondelinge toelichting daarop tijdens de op 30 augustus 2022 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen is de kantonrechter van oordeel dat de W-installatie gedeeltelijk gebrekkig is. De kantonrechter legt dit als volgt uit.