In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2023 een beschikking gegeven in het kader van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Verzoekers, bestaande uit een vennootschap onder firma (de VOF) en haar vennoten, hebben een verzoek ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw). De VOF, die zich bezighoudt met catering aan onderwijsinstellingen en ondernemingen, heeft haar activa verkocht en is bezig met de liquidatie van haar onderneming. De vennoten hebben schulden en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. De rechtbank heeft vastgesteld dat de WHOA van toepassing is op de vennoten, ondanks dat zij geen eigen startverklaring hebben gedeponeerd. De rechtbank heeft een tijdelijke afkoelingsperiode afgekondigd, ingaande op 20 november 2023, om de verzoekers de gelegenheid te geven een akkoord aan te bieden aan hun schuldeisers. De rechtbank heeft echter ook aangegeven dat verzoekers meer informatie moeten verstrekken over de 'plus' van het WHOA-akkoord en de privésituatie van de vennoten, voordat een definitieve beslissing kan worden genomen. De behandeling van een faillissementsverzoek tegen de vennoten is geschorst totdat er meer duidelijkheid is.