Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 juli 2023, met bijlagen;
- het schriftelijke antwoord, met bijlagen.
2.De beoordeling
- € 1.942,91 bruto aan eindejaarsuitkering 2022 met rente;
- € 971,46 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan eindejaarsuitkering;
- € 633,32 netto aan achterstallig loon over februari 2023 met rente;
- € 316,66 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan achterstallig loon;
- € 709,38 bruto zijnde de afrekening van de pro rata vakantietoeslag, eindejaarsuitkering 2023 en de openstaande niet-genoten vakantiedagen met rente;
- € 354,69 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan afrekening;
- om een deugdelijke specificatie te verstrekken van de eindejaarsuitkering 2022, het loon over februari 2023 en de eindafrekening aan [eiseres01] , op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat Infinitas Care na dit vonnis niet heeft voldaan aan haar verplichtingen jegens [eiseres01] , met een maximum van € 30.000,00;
- om de wettelijke rente te betalen over hetgeen Infinitas Care aan [eiseres01] moet betalen;
- in de proceskosten en nakosten.
€ 2.000,00. Bedoelde dwangsommen verbeurt Infinitas Care wanneer zij niet binnen één maand na betekening van dit vonnis alsnog overgaat tot verstrekking van een deugdelijke specificatie.
€ 132,00 (1/2 punt x € 264,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. [1]
3.De beslissing
- € 1.670,17 bruto aan eindejaarsuitkering 2022;
- € 633,32 netto aan achterstallig loon over februari 2023;
- € 654,83 bruto aan pro rata eindejaarsuitkering en vakantiegeld;
- € 1.479,17 zijnde de wettelijke verhoging van 50% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW over de hiervoor genoemde bedragen;
- de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over alle voornoemde bedragen vanaf de datum van dit vonnis tot de datum dat volledig is betaald;