ECLI:NL:RBROT:2023:12275

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
10652512 CV EXPL 23-22510
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallig loon en eindejaarsuitkering door werknemer tegen werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen [eiseres01] en Infinitas Care B.V. [eiseres01] heeft van 1 maart 2022 tot 1 maart 2023 gewerkt voor Infinitas Care op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Tijdens de procedure vorderde zij betaling van achterstallig loon en een eindejaarsuitkering, omdat zij een deel van haar salaris niet had ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres01] recht heeft op een bruto eindejaarsuitkering van € 1.670,17 en een netto bedrag van € 633,32 aan achterstallig loon over februari 2023. Daarnaast is er een pro rata eindejaarsuitkering en vakantiegeld toegewezen, evenals een wettelijke verhoging van 50% over de toegewezen bedragen. Infinitas Care heeft de vorderingen grotendeels betwist, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de door haar voorgestelde lagere bedragen. De rechter heeft Infinitas Care ook verplicht om binnen een maand na betekening van het vonnis een deugdelijke specificatie te verstrekken van de eindejaarsuitkering en het achterstallig loon, op straffe van een dwangsom. De proceskosten zijn voor rekening van Infinitas Care, die in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10652512 CV EXPL 23-22510
datum uitspraak: 22 december 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.B. den Ouden te Oude Tonge,
tegen
INFINITASCARE B.V.,
vestigingsplaats: Barendrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.D. Kurz.
Partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘Infinitas Care’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 juli 2023, met bijlagen;
  • het schriftelijke antwoord, met bijlagen.
1.2.
Op 8 december 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren [eiseres01] en mr. L.P.E. den Ouden aanwezig. Van de kant van Infinitas Care is niemand verschenen, hoewel de partij goed is opgeroepen voor de zitting.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[eiseres01] heeft van 1 maart 2022 tot 1 maart 2023 gewerkt voor Infinitas Care op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Haar salaris was € 2.005,00 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag, 8,33% eindejaarsuitkering en reiskosten. Ze heeft een deel van haar loon niet ontvangen. [eiseres01] vordert daarom dat Infinitas Care wordt veroordeeld:
- om aan haar binnen drie dagen na dit vonnis te betalen:
  • € 1.942,91 bruto aan eindejaarsuitkering 2022 met rente;
  • € 971,46 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan eindejaarsuitkering;
  • € 633,32 netto aan achterstallig loon over februari 2023 met rente;
  • € 316,66 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan achterstallig loon;
  • € 709,38 bruto zijnde de afrekening van de pro rata vakantietoeslag, eindejaarsuitkering 2023 en de openstaande niet-genoten vakantiedagen met rente;
  • € 354,69 aan wettelijke verhoging over genoemd bedrag aan afrekening;
  • om een deugdelijke specificatie te verstrekken van de eindejaarsuitkering 2022, het loon over februari 2023 en de eindafrekening aan [eiseres01] , op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat Infinitas Care na dit vonnis niet heeft voldaan aan haar verplichtingen jegens [eiseres01] , met een maximum van € 30.000,00;
  • om de wettelijke rente te betalen over hetgeen Infinitas Care aan [eiseres01] moet betalen;
  • in de proceskosten en nakosten.
2.2.
Infinitas Care is het grotendeels niet eens met de vordering. Zij berekent andere bedragen dan [eiseres01] en verzoekt om matiging van de wettelijke verhoging tot 15% vanwege de slechte financiële omstandigheden waarin Infinitas Care verkeert.
Eindejaarsuitkering 2022
2.3.
Aan eindejaarsuitkering wordt € 1.670,17 bruto toegewezen. [eiseres01] heeft de eis tijdens de zitting verminderd tot dat bedrag, omdat zij in eerste instantie dit deel van de vordering onjuist heeft berekend. De kantonrechter constateert dat [eiseres01] in de nieuwe berekening wel van de juiste uitgangspunten is uitgegaan (€ 2.005,00 x 10 x 8,33%) en dat die berekening uitkomt op € 1.670,17 bruto. De berekening die Infinitas Care heeft gemaakt in de stukken is niet gespecificeerd. Hoe Infinitas Care op het lagere bedrag van € 1.513,87 bruto uitkomt is dus niet onderbouwd en kantonrechter gaat daaraan voorbij.
Loon februari 2023
2.4.
Aan achterstallig loon over februari 2023 wordt het gevorderde bedrag van € 633,32 netto toegewezen. Infinitas Care heeft de stelling van [eiseres01] dat zij dat deel van haar loon over februari 2023 nog niet uitbetaald heeft gekregen namelijk niet betwist.
Eindafrekening
2.5.
De eindejaarsuitkering over het dienstverband in 2023 wordt toegewezen tot € 334,03 bruto. [eiseres01] is uitgegaan van de juiste uitgangspunten, maar uit haar berekening komt een hoger bedrag (namelijk € 388,58) dan de kantonrechter heeft berekend. De kantonrechter heeft de eindejaarsuitkering over de eerste twee maanden van 2023 berekend op € 334,03 bruto (€ 2.005,00 x 2 x 8,33%). Infinitas Care meent dat de eindejaarsuitkering € 252,31 bruto bedraagt, maar zij heeft niet onderbouwd waarom zij met andere, lagere bedragen heeft gerekend, zodat de kantonrechter daaraan, bij gebreke van concrete gegevens, voorbij gaat.
2.6.
Aan vakantiegeld moet nog een bedrag van € 320,80 bruto worden betaald. Dat wordt toegewezen, omdat de partijen het hierover eens zijn.
Wettelijke verhoging
2.7.
De gevorderde wettelijke verhoging van 50% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW over de onder 2.3 t/m 2.6 genoemde bedragen wordt toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld. De kantonrechter ziet in de financiële omstandigheden van Infinitas Care geen verzachtende omstandigheid om de wettelijke verhoging te matigen tot een lager percentage. Infinitas Care kan die financiële problemen niet aan [eiseres01] tegenwerpen, met name niet nu sedert het aflopen van de arbeidsovereenkomst inmiddels bijna 10 maanden versteken zijn en [eiseres01] nog steeds wacht op de uitbetaling van de eindafrekening.
Specificaties
2.8.
De vordering tot het verstrekken van specificaties over de eindejaarsuitkering 2022, het loon over februari 2023 en de eindafrekening (bestaande uit de pro rata eindejaarsuitkering 2023, niet-genoten vakantiedagen en vakantiegeld) wordt toegewezen, omdat de werkgever verplicht is die specificaties te verstrekken (artikel 7:626 lid 1 BW) en nergens uit blijkt dat dat al is gebeurd. De dwangsom die aan deze veroordeling is gekoppeld wordt toegewezen zoals onder de beslissing vermeld, tot een maximum van
€ 2.000,00. Bedoelde dwangsommen verbeurt Infinitas Care wanneer zij niet binnen één maand na betekening van dit vonnis alsnog overgaat tot verstrekking van een deugdelijke specificatie.
Wettelijke rente
2.9.
De gevorderde rente wordt toegewezen, omdat [eiseres01] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Infinitas Care dat niet heeft betwist.
Proceskosten
2.10.
Infinitas Care wordt voor het grootste deel in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 132,42 aan dagvaardingskosten, € 86,00 aan griffierecht en € 528,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 264,00). Dit is totaal € 746,42. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet Infinitas Care ook een bedrag betalen van
€ 132,00 (1/2 punt x € 264,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. [1]
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Infinitas Care om binnen drie dagen na dit vonnis aan [eiseres01] te betalen:
  • € 1.670,17 bruto aan eindejaarsuitkering 2022;
  • € 633,32 netto aan achterstallig loon over februari 2023;
  • € 654,83 bruto aan pro rata eindejaarsuitkering en vakantiegeld;
  • € 1.479,17 zijnde de wettelijke verhoging van 50% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW over de hiervoor genoemde bedragen;
  • de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over alle voornoemde bedragen vanaf de datum van dit vonnis tot de datum dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Infinitas Care om aan [eiseres01] binnen één maand na betekening van dit vonnis een deugdelijke specificatie te verstrekken van de eindejaarsuitkering 2022, het achterstallig loon over februari 2023 en de eindafrekening, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat Infinitas Care hier niet aan voldoet, zulks tot een maximum van € 2.000,00;
3.3.
veroordeelt Infinitas Care in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres01] tot vandaag worden vastgesteld op € 746,42;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
34286

Voetnoten

1.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.