ECLI:NL:RBROT:2023:12247
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- W.J.J. Wetzels
- drs. J. van den Bos
- L.E.M. Wilbers-Taselaar
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek met bepaling voor toekomstige verzoeken
Op 12 december 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een bestuursrechtelijke zaak tegen het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten B.V., stelde dat de rechter, mr. P. Vrolijk, partijdig was. De wrakingskamer oordeelde dat de aangevoerde gronden van verzoeker, die voornamelijk betrekking hadden op eerdere beslissingen van de rechter in andere zaken, onvoldoende waren om te concluderen dat er sprake was van objectieve partijdigheid. De kamer benadrukte dat een enkele verwijzing naar eerdere procedures niet kan leiden tot de conclusie dat de rechter niet onpartijdig is. Bovendien werd vastgesteld dat verzoeker geen andere relevante omstandigheden had aangevoerd die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling. Tevens werd opgemerkt dat verzoeker, gezien zijn eerdere ervaringen met de wrakingskamer, bekend moest zijn met de vaste rechtspraak in wrakingszaken. Het indienen van dit verzoek, dat als kansloos werd beschouwd, werd gezien als misbruik van het wrakingsinstrument. Daarom werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.