Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 april 2023, met producties;
- het schriftelijke en mondelinge verweer van [gedaagde01] ter rolzitting van 11 mei 2023;
- de brief van 3 augustus 2023 met aanvullende producties aan de zijde van Randstad.
2.De beoordeling
dat hij besloten heeft niet verder te gaan met Randstad en dat de rekening voor de kosten van de school naar hem kunnen worden toegestuurd’.
bij beëindiging/gebrek aan beschikbaarheid binnen 6 maanden na de ingangsdatum dient 60 % van de door Randstad Transport verstrekte vergoeding terugbetaald te worden;
bij beëindiging/gebrek aan beschikbaarheid na 6 maanden, maar binnen 12 maanden na de ingangsdatum dient 45 % van de door Randstad Transport verstrekte vergoeding terugbetaald te worden.
daarnaastverplicht een deel van de verstrekte subsidie en kosten voor Randstad te betalen (dat staat in artikel 5.2 van de opleidingsovereenkomst). Deze kosten zijn € 2.942,29 aan subsidie en € 2.231,14 aan kosten voor Randstad, hetgeen bij elkaar opgeteld € 5.173,43 is. Van dit bedrag moet [gedaagde01] 60% betalen, dat is € 3.104,06. In totaal moet [gedaagde01] € 2.708,48 + € 3.104,06 = € 5.812,54 aan Randstad betalen. Op 17 augustus 2022 heeft Randstad een eindafrekening opgemaakt en een bedrag van € 316,38 met de verschuldigde studiekosten verrekend. Daardoor blijft een bedrag over van € 5.812,54 - € 316,38 = € 5.496,16. Dit bedrag moet [gedaagde01] aan Randstad betalen.