In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 6 december 2023 een herstelvonnis uitgesproken in de procedure tussen MR. ANIEL RADJESHKUMAR AUTAR Q.Q., als vereffenaar van de nalatenschap van een eiser, en meerdere gedaagden. Het herstelvonnis betreft een verzoek tot verbetering van een tussenvonnis van 26 april 2023, waarin een kennelijke fout was gemaakt in de formulering van rechtsoverweging 5.48. De advocaat van gedaagde vier, mr. J.C.Th. Papeveld, had verzocht om deze fout te herstellen, omdat in de betreffende rechtsoverweging ten onrechte werd gesproken over een 'woonhuis' in plaats van het 'achterliggende perceel'. De rechtbank heeft de andere partijen in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar de meeste partijen hebben hier geen gebruik van gemaakt. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat de tekst in rechtsoverweging 5.48 zal worden gewijzigd om de juiste formulering weer te geven, en dat deze wijziging op de minuut van het eerdere vonnis zal worden vermeld. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie dienen te retourneren. Het vonnis is ondertekend door de rolrechter en openbaar uitgesproken op 6 december 2023.