Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:2614) en de daarin genoemde stukken;
- de akte overlegging producties na tussenvonnis, tevens eiswijziging, van Nationale Nederlanden, met producties;
- de antwoordakte na tussenvonnis van [gedaagde 2] , met producties;
- de akte uitlating producties.
2.De verdere beoordeling
inleiding
- in de (253) door Nationale Nederlanden onderzochte dossiers hebben verzekerden een frauduleuze claim ingediend;
- onrechtmatig handelen van [gedaagde 1] is niet komen vast te staan;
- groepsaansprakelijkheid van [gedaagden] is (daarom) niet aan de orde;
- [gedaagde 2] heeft onder zijn eigen verzekering valse claims ingediend en uitbetaald gekregen en moet het daarmee gemoeide bedrag (ongeveer € 5.000) terugbetalen;
- Nationale Nederlanden zal worden toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat [gedaagde 3] is opgetreden als ronselaar van valse claims;
- de registraties van [gedaagde 1] moeten deels worden opgeheven;
- het ten laste van [gedaagde 1] gelegde beslag moet worden opgeheven;
- het ten laste van [gedaagde 2] gelegde beslag behoeft niet te worden opgeheven.
3.De beslissing
15 november 2023voor akte als bedoeld in 2.7 door [gedaagde 2] , waarna Nationale Nederlanden een (antwoord)akte kan nemen als bedoeld in 2.7 en 2.15 en [gedaagde 2] een antwoordakte als bedoeld in 2.15 kan nemen;
maandag 11 december 2023 van 9:00 uur tot 13:00 uurin het gerechtsgebouw in Rotterdam;