In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 14 november 2023, is Stichting 3B Wonen als eiseres opgetreden tegen gedaagden in een huurovereenkomst. De zaak betreft een ambtshalve toetsing van de huurprijswijzigingsbepaling in de huurovereenkomst, waarbij de rechter moet beoordelen of deze bepalingen oneerlijk of onredelijk bezwarend zijn. De huurovereenkomst is gesloten met een consument, wat betekent dat de rechter extra aandacht moet besteden aan de redelijkheid van de voorwaarden.
De kantonrechter heeft voorlopig geoordeeld dat een huurprijswijzigingsregeling die is gebaseerd op de consumentenprijsindex of een vast percentage van maximaal 2% per jaar niet onredelijk bezwarend is. Echter, een regeling die een verhoging op basis van de consumentenprijsindex plus een extra opslag of meer dan 2% per jaar inhoudt, wordt als onredelijk bezwarend beschouwd. De rechter heeft eiseres de gelegenheid gegeven om te reageren op deze voorlopige beoordeling en om aan te tonen waarom de wijzigingsbepaling in deze specifieke zaak niet onredelijk bezwarend zou zijn.
Daarnaast is er aandacht voor de verplichtingen van eiseres met betrekking tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Eiseres moet aantonen dat zij de gemeente heeft geïnformeerd over de huurachterstand van de gedaagden. De rechter heeft aangegeven dat er onduidelijkheid bestaat over de melding bij de gemeente en dat eiseres hierover ook moet reageren. De zaak is vervolgens verwezen naar een rolzitting op 6 december 2023, waar eiseres de gelegenheid krijgt om aanvullende stukken in te dienen en haar standpunt over de huurprijswijzigingsregeling verder toe te lichten. De beslissing is genomen door mr. W.J.J. Wetzels en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.