ECLI:NL:RBROT:2022:9852
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroep tegen besluit Commissie Werkelijke Schade en verzoek om ontheffing griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door eiser tegen de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Eiser had vragen gesteld aan CWS op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en had beroep ingesteld tegen een bericht van CWS waarin werd aangegeven dat er geen besluit voorlag waartegen bezwaar kon worden gemaakt. Eiser verzocht tevens om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht, onder verwijzing naar betalingsonmacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om kennis te nemen van het beroep en dat CWS als bestuursorgaan kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat eiser misbruik maakt van recht, gezien zijn eerdere verzoeken om ontheffing van griffierecht en zijn procesgedrag. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de ontheffing te verlenen, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser had ten onrechte de indruk dat hij onbeperkt toegang had tot publieke middelen voor het financieren van zijn procedures.
De uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, en mr. R. Stijnen, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.