In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 27 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres tegen het niet toekennen van studiefinanciering voor de periode januari tot en met december 2021 beoordeeld. Eiseres, een Poolse burger, had een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, maar deze was afgewezen omdat verweerder stelde dat zij niet voldeed aan de eisen voor de status van migrerend werknemer. Eiseres had stage gelopen bij Müller van Tol B.V. en voerde werkzaamheden uit die volgens haar als reële en daadwerkelijke arbeid moesten worden aangemerkt. De rechtbank heeft de zaak op 12 september 2022 behandeld, waarbij eiseres online aanwezig was, samen met haar gemachtigde en de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank oordeelt dat eiseres wel degelijk aan de voorwaarden voor studiefinanciering voldoet. De rechtbank stelt vast dat eiseres tijdens haar stage bij MvT taken en verantwoordelijkheden had die onder toezicht uitgevoerd moesten worden, en dat zij een vergoeding ontving voor haar werkzaamheden. De rechtbank verwijst naar rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waaruit blijkt dat ook stagiaires die reële en daadwerkelijke arbeid verrichten, als werknemers kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de studiefinanciering door verweerder onterecht was, omdat eiseres meer dan 56 uur gemiddeld per maand had gewerkt.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het eerdere besluit van 15 januari 2021, waarbij verweerder wordt opgedragen om de studiefinanciering toe te kennen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.059,-. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.