Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding tevens houdende incidentele vordering tot exhibitie van 26 mei 2021, met producties A tot en met F en 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord in het incident ex art. 843a Rv, met producties 1 en 2;
- de conclusie van repliek in het incident, met productie 16;
- de conclusie van dupliek in het incident, met producties 3 en 4;
- het vonnis in incident van 1 december 2021;
- conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 6 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte eiswijziging, met producties 17 tot en met 21;
- de mondelinge behandeling van 1 juni 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2..De feiten
Met betrekking tot het bedrag van € 300.000,-
Lening voor beleggings Investeringcontract 28-8-2018”, totaal € 300.000,- naar de bankrekening van [naam gedaagde 1] overgemaakt. Dit bedrag is vervolgens geïnvesteerd in een olieproject van de heren Heijmeriks.
“Ik heb een berekening gemaakt op basis van as vrijdag alles terug betalen incl rente. Jou[w] gedeelte eraf gehaald.”
Ik ga dan niet nog eens de rente en zelfs jou[w] rentedeel voorschieten. Nogmaals ik heb nog geen cent ontvangen en bood aan toch jullie investering op te lossen. Ik dek niet het verlies en de winst uit eigen middelen, lukt niet.
€ 529.333,33
Al met al 1,6mio ruimte bij tradiro nog niet binnen, en tonnen bij mijn holding. Mijn capaciteit houd[t] een keer op.
(…)
De deal is zoals aangegeven mislukt dat beteken[t] dus dat er niks verdiend is (niks voor mij en niks voor jou) Dat dit mislukt was en niet loopt zoals moet is nu al een week of 6/7 bekend.
Wel wil ik niet dat je de investering moet afboeken, hoe[wel] er altijd een risico in zit!
Ik denk dus niet dat er ooit nog bijna 600k van terug komt. (…).
Ik wil zelf uit eigen middelen die 300k dekken en terug betalen, daarnaast de betaalde rente tot heden aan je broer.
Nogmaals uit eigen middelen. Dus ik dek de gehele investering af! Echter heb ik deze ook pas in januari beschikbaar.
(…)”
Retour lening”.
Retour deel lening”(5 x € 10.000,-) en één keer “
Retour deel Investment willekeurig”(€ 35.000,-).
€ 75.000,- aan [naam gedaagde 2] verstrekt. [naam gedaagde 2] heeft dit bedrag samen met zijn eigen inleg van
eveneens € 75.000 op grond van een lenings- en samenwerkingsovereenkomst tussen [naam gedaagde 2] en [naam 1] (hierna: [naam 1] ) aan [naam 1] overgemaakt ten behoeve van een investering in bitcoins. [naam eiser 1] en [naam gedaagde 2] veronderstellen dat [naam 1] het totaalbedrag heeft overgemaakt aan een bitcointrader (hierna: de trader), die hiervoor bitcoins heeft aangeschaft.
“(Retoer betaling (BTC))” en op 31 december 2020
€ 50.000,- onder vermelding van “
Btc”.
3..Het geschil in conventie
primaireen contractuele rente van € 60.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over het restantbedrag van de hoofdsom per 1 januari 2019 althans per 1 mei 2020 althans per het verstrijken van de termijn in de sommatie van 1 maart 2021 althans per datum dagvaarding over het (restant)bedrag van de vordering, rekening houdende met de respectieve betaaldata van de terugbetalingen, tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiairde wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente te rekenen per 3 respectievelijk 7 september 2018 althans per 1 januari 2019 althans per 1 mei 2020 althans per het verstrijken van de termijn in de sommatie d.d. 1 maart 2021 althans per datum dagvaarding over het (restant)bedrag van de vordering, rekening houdende met de respectieve betaaldata van de terugbetalingen, tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 60.000,- is overeengekomen en dat [naam gedaagde 2] zich hoofdelijk heeft verbonden tot terugbetaling van de door [naam eiser 1] gedane investering met rente.
4..Het geschil in reconventie
5..De beoordeling
in conventie
Lening voor beleggings Investeringcontract 28-8-2018”. Deze consequent herhaalde omschrijving biedt naar het oordeel van de rechtbank steun aan de opvatting van [naam eiser 1] dat – in elk geval – hij de intentie heeft gehad om een geldleningsovereenkomst te sluiten.
retour lening” en “
retour deel lening”) van in totaal € 150.000,-. Slechts eenmaal, bij de terugbetaling van € 35.000,- onder vermelding van “
Retour deel Investment willekeurig”, komt het woord “lening” niet in de betaalomschrijving voor. Het niet reageren op de door [naam eiser 1] gegeven omschrijvingen en de eigen omschrijvingen bij zes van de zeven terugbetalingen bieden daarmee steun aan het standpunt van [naam eiser 1] dat zijn betaling bedoeld was als lening. Daarbij komt dat [gedaagden] niets concreets hebben aangevoerd waaruit blijkt dat partijen geen geldleningsovereenkomst hebben willen sluiten. Hetgeen [gedaagden] hebben aangevoerd over een “investering” in een olieproject onderbouwt dat ook niet. [naam eiser 1] bestrijdt immers niet dat [naam gedaagde 2] het ontvangen bedrag zou gaan gebruiken voor een investeringsproject en dat hij ( [naam eiser 1] ) daarvan wist. Dat gegeven staat echter niet in de weg aan het aannemen van een geldleningsovereenkomst in de verhouding tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde 2] . Gelet op de (terug)betaalomschrijvingen had het op de weg van [gedaagden] gelegen om het verweer dat sprake zou zijn van een investeringsovereenkomst zonder terugbetalingsverplichting, handen en voeten te geven. Daartoe had zij onder meer kunnen aanvoeren wat er wanneer, waarom, met wie en in welke bewoordingen is besproken en dat uit die gesprekken of uit andere gedragingen kon worden afgeleid dat [naam eiser 1] zich ervan bewust was dat hij zijn inleg als risicovolle investering mogelijk niet terug zou krijgen en daarmee heeft ingestemd. Dit alles hebben [gedaagden] niet gedaan. De verklaring van de investeringspartner van [naam gedaagde 2] kan ook niet ter ondersteuning van zijn standpunt dienen. Uit deze verklaring blijkt immers niet wat de intentie van partijen bij het sluiten van de overeenkomst was. Aan de stelling van [gedaagden] ter zitting dat partijen de gewoonte hadden om leningsovereenkomsten schriftelijk vast te leggen gaat de rechtbank voorbij omdat zij hiervan desgevraagd geen concreet voorbeeld hebben kunnen geven.
terugbetaling uit eigen middelen” impliceert niet zonder meer dat [naam gedaagde 2] de bedoeling heeft gehad zich in persoon hoofdelijk met [naam gedaagde 1] te verbinden voor een verplichting die door de vennootschap is aangegaan. De term kan immers net zo goed slaan op eigen middelen van de vennootschap. Die laatste bedoeling wordt versterkt door de direct daarna ter correctie verstuurde e-mail (zie ook 2.4), waaruit volgt dat [naam gedaagde 2] bedoelde [naam eiser 1] te betalen indien en voor zover er bedragen van zijn investeringspartner zouden worden ontvangen. De uitlatingen van [naam gedaagde 2] kunnen dus niet als een aanvaarding van hoofdelijke aansprakelijkheid door [naam gedaagde 2] in privé worden gezien. Nu [naam eiser 1] verder niets heeft aangevoerd waaruit een betalingsverplichting voor [naam gedaagde 2] kan worden afgeleid, zullen de vorderingen met betrekking tot de geldleningsovereenkomst jegens [naam gedaagde 2] worden afgewezen.
Ik wil zelf uit eigen middelen die 300k dekken en terug betalen, daarnaast de betaalde rente tot heden aan je broer.”Daaruit valt naar het oordeel van de rechtbank niet af te leiden dat partijen een rentebedrag van
€ 60.000,- zijn overeengekomen. [naam eiser 1] heeft het bestaan van een mondelinge afspraak op dit punt verder niet concreet onderbouwd. Een concretisering had te meer van [naam eiser 1] verwacht mogen worden, nu zijn standpunt erop neerkomt dat hij op zijn investering van € 300.000,- in drie maanden tijd een gegarandeerd rendement van 20% zou hebben afgesproken, terwijl hij wist dat [naam gedaagde 2] het geleende bedrag zou gebruiken voor een investeringsproject. Een en ander ligt niet direct voor de hand. De gevorderde contractuele wordt afgewezen.
€ 1.575,-.
- salaris € 1.770,00 (1 punt × tarief V)
- griffierecht € 309,00
- exploot derdenbeslag bank € 217,63
- exploot derdenbeslag Tradiro € 217,63
- exploot beslag op OG € 250,66
- exploot beslag roerende zaken € 136,56
- exploten overbetekening € 175,82 (2 × € 87,91)
- exploot overbetekening dagvaarding aan bank
- kosten dagvaarding € 103,83 (1 gedaagde)
- griffierecht € 1.666,00 (€ 1.975,- -/-€ 309,-)
- salaris advocaat
€ 478,- aan salaris advocaat (2 punten × factor 0,5 × tarief I à € 478,-).