ECLI:NL:RBROT:2022:6629

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
623596
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor gebrekkig uitgevoerde bouwwerkzaamheden en schadevergoeding

In deze zaak vorderen eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], een schadevergoeding van gedaagde, [naam gedaagde], wegens gebrekkig uitgevoerde bouwwerkzaamheden aan hun woning. De rechtbank Rotterdam heeft op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de eisers stellen dat de gedaagde niet heeft voldaan aan de overeenkomst voor de bouw van een extra verdieping. De eisers hebben de gedaagde in gebreke gesteld en stellen dat de gedaagde aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan door de gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en heeft de vordering van eisers grotendeels toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eisers hebben geleden als gevolg van de gebrekkige werkzaamheden, waaronder lekkages en andere bouwtechnische tekortkomingen. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 68.191,31, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 februari 2021. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen aan de zijde van eisers.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Civiel recht
zittingsplaats Rotterdam
Zaaknummer: C/10/623596 / HA ZA 21-723
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van

1..[naam eiser 1],

2.
[naam eiser 2],
beiden te [woonplaats eisers],
eisers,
hierna samen te noemen: [eisers],
advocaat mr. P.D. van der Kooi te Leiden,
tegen
[naam gedaagde], h.o.d.n. [handelsnaam],
te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
hierna te noemen: [naam gedaagde],
advocaat mr. T. Kocabas te Zoetermeer.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 juli 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
  • de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 7 oktober 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 16 december 2021;
  • de brief van [eisers] van 2 december 2021 met aanvullende producties 1 tot en met 4 ten behoeve van de mondelinge behandeling;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 december 2021;
- de schriftelijke reactie van 17 januari 2022 van [eisers] op het proces-verbaal;
- de akte van [naam gedaagde].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eisers] hebben begin mei 2020 aan [naam gedaagde] per e-mail een offerteaanvraag gedaan voor de bouw van een extra verdieping op hun woning [adres] die op dat moment nog bestaat uit drie woonlagen, dus, begane grond, eerste en tweede verdieping. In de e-mail is vermeld:
“Zoals afgesproken ontvang je hierbij de informatie over ons project.
Wat gaan we doen?
Een 4e verdieping bouwen op onze bestaande 3-laags woning. [opm. Rb: anders dan [eisers] zal de rechtbank de nieuw aangebrachte laag aanduiden als de derde etage, nu de drie reeds bestaande woonlagen de begane grond, een eerste, en een tweede verdieping zijn.]
Wat verwachten wij van de aannemer?
Dat de dakopbouw/verdieping casco wordt opgeleverd geheel conform tekeningen van Kei-ontwerp, zie bijlage.[vet door Rb] Dit betekent gemetselde buitenmuren en voorbereiding voor het installatiewerk. Al de werkzaamheden dienen zoveel mogelijk van buitenaf te worden uitgevoerd zodat wij zo min mogelijk overlast ervaren.
Wanneer?
Bij voorkeur starten in juli.
Overige info
• Bakstenen zijn al aanwezig, indien mogelijk zouden wij deze graag zsm op jouw bedrijf
opslaan
• Bouwcoördinatie wordt gedaan door Kei-ontwerp

Indien nodig zal Kei-ontwerp werktekeningen aanleveren[vet door Rb]
• Binnenwerk zoals stuken, schilderen en installatie van badkamer zal worden uitgevoerd door
derde partij
Ben jij volgende week al in de gelegenheid om langs te komen voor een kennismakingsafspraak/inventarisatie? We ontvangen namelijk volgende week van 2 andere
aannemers hun offerte en willen spoedig een keuze gaan maken en zouden graag jouw offerte,
wegens goede eerdere samenwerking met [naam 1], in deze overweging me nemen. We hebben
helaas pas gister jouw gegevens ontvangen dus waren we niet eerder in staat jou te benaderen. We
hopen op jouw medewerking.”
2.2.
Op 2 mei 2020 heeft [naam gedaagde] aan [eisers] een offerte uitgebracht voor een bedrag van € 75.000,00.
2.3.
Op 11 mei 2020 is door partijen uiteengezet waar de werkzaamheden uit zouden bestaan. Deze lijst luidt als volgt.
“A Projectbegeleiding
Door [naam gedaagde]
B Bouwplaats
Stijger huur, transport & plaatsing JA
Schaftwagen regelen, onderhouden, plaatsen ecl vergunningskosten NEE
Chemisch toilet huren, plaatsen, schoon houden JA
Bouwhekken indien nodig JA
Parkeergeld NEE
C Sloopwerkzaamheden
Slopen & afvoeren van volledige huidige opbouw JA
Slopen & afvoeren van buitenspouwblad en isolatie buren JA
Afvoeren huidige dakbeddekking (kiezels & bitumine dakdekking) JA
Tijdelijk waterdicht houden van dak / afdichten van trapgat JA
D Gevels & kozijnen
Leveren en plaatsen houtskeletwanden conform bouwtekeningen JA
Leveren & plaatsen maximale isolatie (steenwol?) JA
Leveren & plaatsen gevelkozijnen identiek aan bestaande verdiepingen (conform
bouwtekeningen) JA
Leveren & plaatsen HR++ Glas in kozijnen JA
E Metselwerk
Opmetselen binnenblad, incl. leveren benodigde materiaal en opbouw JA
Opmetselen voor-, achter-, zijgevel volgens patroon bouwtekeningen, excl. Stenen JA
Opslag stenen tot aanvang bouw NEE
Afvoegen metselwerk JA
E Dak
Leveren & bouwen dak, afwerking & aanbrengen waterdichte toplaag JA
Aansluiting dak buren JA
Leveren & installatie isolatie JA
Plaatsen lichtkoepel, excl. Lichtkoepel NEE
Leveren & plaatsen waterafvoer JA
Doortrekken schoorsteen houtkachel & ventilatie JA
F Doorluchting
Plaatsing & installatie van 2 airconditionings, excl. Systemen NEE
G Casco oplevering
Plaatsen binnenwanden, excl stukwerk JA
Aanbrengen extra isolatie aan muurkant buren JA
Plaatsen vochtbestendige gipsplaat badkamer JA
excl. schilderwerk & installatie/afwerking badkamer
Leveren & plaatsen inbouwkozijnen, vensterbanken, afwerking kozijnen NEE
Excl. leveren & plaatsen deuren
Excl. Plinten
Leveren & plaatsen zandcement dakvloer NEE
excl. afwerking vloer
Elektrotechnische installatie: Plaatsing wandcontactdozen, lichtpunten en schakelaar
(conform nog in te vullen op tekening) JA
Uitbreiden van warm & koud water leiding netwerk, en zorgdragen voor tappunten
volgens tekeningen JA
2.4.
Op 31 mei 2020 hebben [eisers] de offerte geaccepteerd (hierna: de overeenkomst).
2.5.
Op 6 juli 2020 heeft [naam gedaagde] aan Dominique Nijenhuis-Martens per e-mail het volgende bericht:
“here is planning. I make planning for week 34, but we probably start at week 33”
2.6.
Op grond van deze planning zou [naam gedaagde] het werk gereed hebben in week 41.
2.7.
[naam gedaagde] is op 1 september 2020 (week 35) gestart met het werk.
2.8.
Op 24 september 2020 06.39 uur heeft [naam eiser 1] [naam gedaagde] er per WhatsApp op gewezen dat er lekkage was geweest in het huis, met de vraag of [naam gedaagde] zijn jongens kon sturen. Op 27 september 2020 heeft het volgende WhatsApp-gesprek tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde] plaatsgevonden:
“10:36 - [naam eiser 1]: Hey [naam gedaagde], we had serious leakage in the house on all floors this night again. The wood and the paintwork is getting quite some water damage. Is there anything else we can do to prevent further damage? Thanks
10:49 - [naam gedaagde] [[naam gedaagde]; opmerking rechtbank]: Hi. Fuck !!! Tomorrow we start closing walls form front and buck
10:50 – [naam gedaagde]: I send guys now to your house make sure today you don’t have leak”
2.9.
Op 3 oktober 2020 heeft [naam eiser 1] het volgende WhatsApp-bericht aan [naam gedaagde] gezonden:
“Making progress upstairs but a bit worried on the planning. According to the planning you would be done this week, but the walls haven't started yet. Ofcourse we planned a week spare before the interior workers start, but will that be enough?”
2.10.
Op 26 oktober 2020 heeft [naam eiser 1] [naam gedaagde] er per WhatsApp op gewezen dat er weer sprake is van lekkage. [naam gedaagde] reageert daarop met:
“Oke, I will check”.
2.11.
Op 6 november 2020 heeft de firma Topgroen, die het sedumdak zou aanbrengen, haar bevindingen op papier gezet voor [eisers]:
“- de dakbedekking zoals deze is gemaakt door jullie aannemer is van een materiaalsoort dat wij nog nooit eerder hebben gezien;
- op het gehele dakoppervlak was geen bitumen of EPDM (een synthetisch rubber-folie) daklaag aanwezig;
- de dakbedekking was op meerdere plaatsen onvakkundig en slordig aangebracht; op meerdere plaatsen was al schade te zien aan de dakbedekking zoals korrelvorming en verschroeiing;
- de dakranden waren nog niet aangebracht en de bedekking niet volledig dicht gebrand op de hoeken van het dak;
- de lichtstraten waren niet afgewerkt met bitumen of een houtafschot;
- de shell afdichtingskit rondom de mechanische ventilaties was nog niet droog/ poreus”
2.12.
Op 15 november 2020 heeft [naam eiser 1] per WhatsApp aan [naam gedaagde], onder meer, bericht:
“We have a leakage again.
It's on the outside wall
Leaking in through stucwerk and down the stairs
I put a towel and wood was already damaged from last time, so no need to fix it today”
2.13.
Bij e-mail van 19 november 2020 heeft de architect (kei-ontwerp) aan [naam gedaagde] de volgende e-mail gezonden:

Van:[e-mailadres 1] <[e-mailadres 1]>
Verzonden:donderdag 19 november 2020 14:19
Aan:'[naam gedaagde] ' <[e-mailadres 2]>
CC:'[naam eiser 2]' <[e-mailadres 3]>;'[naam 2]' <[e-mailadres 4]>
Onderwerp:[adres]
Hi [naam gedaagde],
Like we spoke about:
Enclosed you will find the permit drawings of the [adres].
You see that the side façade is yellow.
To prevent problems with the Gemeente:
Can the customers put in writing, what they want, especially when this this is different than the
permit!
If not, you should use the yellow bricks.”
2.14.
Op 27 november 2020 heeft, onder meer, het volgende WhatsApp-gesprek plaatsgevonden tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde]:
“14:43 - [naam eiser 1]: So this is what the Guy from the window says: mag absoluut niet met siliconen worden gedaan want daar hecht verf niet op, wat mist is 'glasband' daarvoor moet het glas eruit
14:44 - [naam eiser 1]: de afwerking in de vorm van een kit rand moet op acryl basis
14:44 - [naam eiser 1]: You understand or do I need to translate?
17:26 - [naam eiser 1]: https://glaswebwinkel.nl/pc/glaszetartikelen/glasband/
17:26 - [naam gedaagde]: Bedankt voor je bericht. We zijn momenteel niet bereikbaar, maar we zullen zo snel mogelijk reageren.
17:27 - [naam eiser 1]: https://www.gamma.nl/assortiment/l/bouwmaterialen/lijmen-kitten/acrylaatkit
17:28 - [naam gedaagde]: Frank I tell you silicone but we use special kit for glas
17:34 - [naam eiser 1]: OK so its acryl?
17:35 - [naam eiser 1]: And the glasband?”
2.15.
Op 4 december 2020 hebben [eisers] Bouwinspecteurs Nederland een (eerste) bouwtechnische keuring laten uitvoeren. Als omschrijving van de expertise staat in het rapport vermeld: “Deze expertise is uitgevoerd teneinde inzicht te krijgen in de algehele bouwkwaliteit van de in uitvoering zijnde werken, zijnde het realiseren van een dakopbouw. Opdracht aan de aannemer is om een dakopbouw te realiseren, gelijkwaardig met de bestaande bouw (detaillering, materiaalgebruik). Opdracht aan Bouwinspecteurs Nederland is om dit te toetsen en verslag te doen.”
2.16.
Op 21 december 2020 heeft tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde] het volgende WhatsApp-gesprek plaatsgevonden:
“10:08 - [naam eiser 1]:
- 10:09 - [naam eiser 1]:
- 17:58 - [naam eiser 1]:
- 17:58 - [naam eiser 1]:
- 17:58 - [naam eiser 1]: As you Can see ITS raining inside
- 17:58 - [naam eiser 1]: And everything is done inside
- 17:58 - [naam gedaagde]: Ok tomorrow i come
- 17:58 - [naam eiser 1]: Ok
- 17:59 - [naam gedaagde]: I don't know what time but i come
- 18:01 - [naam eiser 1]: Then we need to protect it some way
- 18:01 - [naam eiser 1]: Before it gets properly fixed
- 18:01 - [naam eiser 1]: Otherwise the water will damage inside
- 18:02 - [naam gedaagde]: Yes for sure”
2.17.
Op 29 december 2020 heeft, onder meer, het volgende WhatsApp-gesprek plaatsgevonden tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde]:
17:07 - [naam eiser 1]: And I made a list of the things still need to be done, is this the same as your list:
17:07 - [naam eiser 1]:
Roof
- dakomranding + good finishing
- bitumen around pipes and dakkoepel
- Stones on area without grass
Windows
- paint frames outside (two colours, as first there floors)
- restore screw in window frame
- install water down under frame (where currently is bitume)
- adjust open close mechanism, when glass had been replaced
Inside windowframe
- bring tester for dorpelsteen
- install dorpelsteen
Brickwork
- repair one brick which has fallen out
17:07 - [naam gedaagde]: We keep in touch”
2.18.
Op 5 januari 2021 heeft [naam gedaagde] per WhatsApp aan [naam eiser 1], onder meer, bericht:
“15:50 - [naam gedaagde]: Hi Frank we back finish work ca 25 January.”
2.19.
Bij brief van 27 januari 2021 hebben [eisers] aan [naam gedaagde], onder meer, het volgende bericht:
“Helaas hebben wij moeten constateren dat u de afspraken die wij met u hebben gemaakt niet
(volledig) bent nagekomen en zijn wij zeer ontevreden over de wijze waarop u deze werkzaamheden heeft uitgevoerd. Wij hebben de volgende onvolkomenheden geconstateerd, welke in strijd zijn met de overeenkomst en/of de Nederlandse bouwnormen:
Dak
• Lage kwaliteit dakbedekking, bouwinspecteur en dakdekker expert geven aan dat lekkages te
verwachten zijn
• Ontbreken van bitumen rondom lichtkoepels en rookpijpen
• Dak zonder afwerking, ontbreken van dak omranding
• Meerdere en terugkomende lekkages en grote vochtplekken die nog steeds niet verholpen zijn ondanks meerdere herstelpogingen
Kozijnen
• Kozijnen niet conform opdracht: voorzijde is geen drie-laags kozijn gelijk aan rest woning
• Kozijnen functioneren niet hang- en sluitwerk functioneert niet, en één van de kozijnen heeft
lekkage langs het raam
• Ontbreken van afwerking onderkant kozijn, hierdoor ontstaan bij regen nieuwe lekkage
• Verkeerde installatie glas, niet volgens Nederlandse bouwstandaard met glasband
• Dorpelstenen in alle kamers nog altijd niet geplaatst in vensterbanken
Vloer & muren
• Geen haakse muren, in sommige ruimtes centimeters afwijking, van vloer tot plafond
• Meer vocht in de muren dan je mag verwachten bij een dergelijke verbouwing
• Oneven ondervloer geplaatst, herstelwerkzaamheden nodig voor plaatsing parketvloer
• Onjuiste maatvoeringen aangehouden waardoor deurposten niet afsluiten
Planning
• Meer dan 3 maanden vertraging op eigen verstrekte planning, werkzaamheden nog altijd niet voltooid
• Geen informatie verstrekking m.b.t. planning, hierdoor zijn door ons verschillende kosten gemaakt om planning aan te passen met andere partijen die werkzaamheden hebben verricht
Overlast
• Maximaal overlast door late plaatsing steiger, geen plaatsing toilet, terwijl dit in opdrachtbeschrijving stond
• Maximaal overlast door verkeerd afdekking in herfststormen met plastic zeil i.p.v. gangbaar hout (voor ongeveer 6 weken)
• Niet geautoriseerde verblijf bouwen op dak buurman
Overige schade
• Te herstellen waterschade aan het trappenhuis door meerdere lekkages, veroorzaakt door verkeerde afdekking gedurende bouw
• Mogelijke schade dak buurman, ondanks toezeggingen nog steeds niet gecontroleerd
• Metselwerk met gebruikmaking van verkeerde kleur bakstenen
Ingebrekestelling
Wij hebben u telefonisch en per WhatsApp gevraagd uw werkzaamheden conform onze overeenkomst te voltooien. De aanvullende afspraken zijn op 5 januari jl. vastgelegd en deze zouden afgelopen maandag 25 januari jl. worden uitgevoerd. U bent deze afspraak echter helaas in het geheel niet nagekomen. Met deze brief stellen wij u formeel in gebreke en bieden wij u een laatste mogelijkheid om binnen 10 werkdagen (na dagtekening) alsnog aan al uw verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen en de aanvullende afspraken die op 5 januari jl. zijn gemaakt na te komen.
(…)
Afspraken niet nakomen
Helaas is dit niet de eerste keer dat u uw afspraken niet nakomt. Tijdens het bouwproject hebben we u al telefonisch, per e-mail en per WhatsApp door de uitkomsten van de tussentijdse bouwinspectie maar ook bevindingen van andere bedrijven, meermaals in gebreke moeten stellen. U heeft uw (herstel)werkzaamheden ondeugdelijk uitgevoerd, waardoor wij gedurende het bouwproces al genoodzaakt waren om uw fouten dan wel de schades door derden te laten corrigeren. Dit om verdere vertraging tijdens het bouwproces te voorkomen, aangezien we door uw toedoen weken uit de planning liepen.
Aansprakelijkheid voor alle schade
Dit alles heeft voor ons grote financiële maar ook emotionele gevolgen gehad. Daarom stellen wij u aansprakelijk voor alle deze geleden schade en kosten. In bijlage 1 vind u een overzicht van de kosten. Wij zijn in staat om alle kostenposten met foto’s en communicatie met u en andere partijen te onderbouwen.”
2.20.
Bij e-mail van 1 februari 2021 heeft [naam gedaagde] aan [naam eiser 1] bericht:
“For first think I want apologize You and your wife for that I don't come on Monday 25
January 2021. Reason why I don't come it was I must go to Poland 23 January urgently. I
have there big problem with my ex wife and daughter. This in not excuse. I want finish your job but it's not possible in 10 days because of weather. I know you want finish asap me to but for view things we need good weather. I hope you understand that. I hope we will come to an agreement”
2.21.
Bij brief van 8 februari 2021 hebben [eisers] aan [naam gedaagde] – kort weergegeven – bericht dat hij in verzuim is en dat zij hem aansprakelijk stellen voor de schade die zij hebben geleden en nog zullen lijden. [naam gedaagde] heeft daarop bij e-mail van 10 februari 2021 als volgt gereageerd:
“I write you in email Its not possible finish rest of work because weather was and still is bad. I
want finish work when we have normal temperature. I hope over 2 week we can back and
finish what we must. Now work it’s dangerous”
[naam eiser 1] heeft daarop bij e-mail van diezelfde dag als volgt gereageerd:
“De kans om het werk fatsoenlijk af te maken hebben we je meermaals gegeven. Inmiddels
stapelen de gebreken zich verder op, zo is er onder andere grootschalige lekkage bij de
buurman ontstaan, blijken onze ramen lekkages te veroorzaken door de verkeerde installatie,
blijkt er HR+ in plaats van HR++ glas geplaatst te zijn, en moet het metselwerk aan de
buitenzijde gecorrigeerd worden om kozijnen een waterdichte afwatering te geven.
Zoals aangegeven in de brief hebben wij er geen vertrouwen meer in dat [handelsnaam] de
gebreken kan oplossen. Wij hebben daarom het contract met voorgaande brief ontbonden, en
zijn met professionele partijen in contact getreden over de herstelwerkzaamheden.
Je kan met ons gesprek met betrekking tot de schadeclaim. Mocht je niet bereid zijn die aan ons
te vergoeden ondernemen wij juridische stappen om deze kosten, inclusief extra juridische
kosten, op [handelsnaam] te verhalen.”
2.22.
Op 5 maart 2021 heeft Bouwinspecteurs Nederland in opdracht van [eisers] een tweede bouwtechnische keuring uitgevoerd.
2.23.
Op 29 juni 2021 hebben [eisers] door een ander bedrijf (bouw techno keuring Nederland B.V.) nog een derde bouwkundig onderzoek laten uitvoeren en dat bedrijf ook een opgave laten doen van de kosten van herstel.
2.24.
[eisers] hebben iedere betalingstermijn voldaan, zodat zij in totaal € 75.000,00 aan [naam gedaagde] hebben betaald.

3..Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [naam gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 86.637,12 [opm Rb: in het petitum is een bedrag van € 85.637,12 genoemd, maar de rechtbank gaat, er gelet op nummer 28 van de dagvaarding, vanuit dat € 86.637,12 is bedoeld], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2021, althans een door de rechtbank te bepalen datum over een bedrag van € 85.012, met veroordeling van [naam gedaagde] in de kosten van de procedure en in de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
[eisers] stellen zich op het standpunt dat [naam gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst.
3.3.
[naam gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers] in hun vordering, dan wel tot afwijzing daarvan, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
[naam gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de schriftelijke reactie van 17 januari 2022 van [eisers] op het proces-verbaal. Hij stelt dat deze ruim twee weken te laat is ingediend en geen correctie bevat op feitelijke onjuistheden. De rechtbank gaat aan dit bezwaar voorbij. De rechtbank maakt uit de brief van 17 januari 2022 op dat de advocaat van [eisers] niet eerder in de gelegenheid was op het proces-verbaal te reageren in verband met vakantie en bovendien is [naam gedaagde] nadien ruimschoots in de gelegenheid geweest op de schriftelijke reactie te reageren in zijn akte van 2 februari 2022.
4.2.
De rechtbank begrijpt de vordering van [eisers] zo dat deze is gebaseerd op artikel 6:87 BW. Ook [naam gedaagde] gaat daar, gelet op nummer 8 van zijn conclusie van antwoord, van uit.
Weliswaar spreken [eisers] in de correspondentie ook van ontbinding, maar evident is dat zij in deze procedure vervangende schadevergoeding vorderen. In hun brief van 8 februari 2021 vorderen zij niet langer nakoming door [naam gedaagde], en geen aanvullende schadevergoeding (waaronder gevolgschade) vanwege ontbinding, maar vervangende schadevergoeding. Zelf zijn zij op dat moment hun betalingsverplichting jegens [naam gedaagde] reeds volledig nagekomen, zodat met een ontbinding ook geen voor de hand liggend doel kon worden bereikt.
4.3.
Voor wat betreft de inhoud van de overeenkomst stelt de rechtbank vast dat de opdracht inhield dat de casco-oplevering van de derde etage conform de bestaande tweede etage moest zijn. Op basis van de offerte-aanvraag diende namelijk de nieuwe verdieping conform de kei-bouwtekeningen te worden uitgevoerd. [naam gedaagde] heeft nergens aangevoerd dat (het aanzicht en/of de afmetingen van) de te bouwen woonlaag af mocht wijken van de reeds bestaande tweede etage, en op de in het geding gebrachte bouwtekeningen die de basis voor de bouwvergunning zijn geweest, is zichtbaar dat de derde etage qua aanzicht en afmetingen conform de tweede etage moest worden uitgevoerd. [naam gedaagde] heeft dan ook onvoldoende gemotiveerd betwist dat de aan te brengen derde etage conform de bouwtekeningen (uiterlijk gelijkend op de tweede etage) moest worden uitgevoerd. Waar [naam gedaagde] zich erop beroept dat hij de bouwtekeningen niet (tijdig) zou hebben ontvangen, disculpeert dat hem niet, omdat het aan [naam gedaagde] was om die bouwtekeningen tijdig op te vragen bij de architect (met wie hij bekend was) indien hij ze nodig had, temeer omdat ze in de lijst (productie 3 bij dagvaarding, zie 2.3) ook weer worden genoemd, net als in de offerte-aanvraag, en vast staat dat partijen die lijst samen nader hebben besproken en ook [naam gedaagde] zich in deze procedure op het standpunt stelt dat die lijst onderdeel is van de overeenkomst. De rechtbank heeft bij dit oordeel acht geslagen op hetgeen onder 2.1 door de rechtbank vet is aangegeven.
4.4.
[naam gedaagde] voert ten eerste als verweer aan dat hij niet deugdelijk in gebreke is gesteld. De rechtbank is echter van oordeel dat de brief van 27 januari 2021voldoet aan de vereisten van een ingebrekestelling. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
4.5.
[naam gedaagde] erkent dat bedoelde brief als schriftelijke aanmaning kan worden gelezen en dat daarin een termijn is genoemd voor nakoming. In tegenstelling tot wat [naam gedaagde] aanvoert, blijkt uit de brief duidelijk ter zake van welke concrete gebreken en nalatigheden [naam gedaagde] (op dat moment) in gebreke wordt gesteld. De rechtbank verwijst daarvoor naar de onder 2.19 weergegeven opsomming.
4.6.
[naam gedaagde] heeft voorts aangevoerd dat hem in de brief van 27 januari 2021 geen redelijke termijn (als bedoeld in artikel 6:82 BW) om alsnog na te komen is gesteld, nu een termijn van tien werkdagen in een complexe klus als de onderhavige niet voldoende zou zijn voor het herstellen van de gebreken in de uitvoering en het voltooien van de werkzaamheden. Ook voert [naam gedaagde] aan dat hij ten tijde van het uitbrengen van de omzettingsverklaring (bij brief van [eisers] van 8 februari 2021) niet in verzuim verkeerde. Beide verweren gaan naar het oordeel van de rechtbank niet op.
4.7.
Volgens de Hoge Raad (HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1581) hangt de lengte van de termijn voor nakoming die aan de schuldenaar moet worden gegeven, af van de omstandigheden van het geval. Een relevante omstandigheid is de tijd die de schuldenaar vóór aanmaning heeft gehad om zich voor te bereiden. In de meeste gevallen staat het de schuldenaar niet vrij om te wachten met het verrichten van voorbereidende handelingen tot hij aangemaand wordt. Voorts kunnen de omstandigheden van het geval met zich brengen dat het verzuim van de schuldenaar óók intreedt indien de schuldenaar niet of niet toereikend reageert op een verzoek van de schuldeiser om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een gestelde, eveneens redelijke, termijn zal nakomen, of om zich binnen een redelijke termijn uit te laten over de wijze waarop en de termijn waarbinnen hij de door de schuldeiser omschreven gebreken in de uitvoering van de overeenkomst zal herstellen.
4.8.
In relatie tot voormeld kader zijn de volgende omstandigheden relevant.
- [naam gedaagde] heeft op 6 juli 2020 aan [eisers] een planning gezonden, waarin stond dat het werk gereed zou zijn in week 41 (medio oktober 2020). Dat betekent dat medio januari 2021 reeds sprake was van een uitloop van drie maanden.
- Al op 3 oktober 2020 wijzen [eisers] er op dat [naam gedaagde] op dat moment nog niet eens is begonnen aan de muren.
- Op zitting hebben [eisers] gesteld dat de werknemers van [eisers] voor het laatst zijn geweest op 10 december 2020, en [naam gedaagde] heeft dit niet betwist zodat dit als vaststaand wordt aangenomen.
- Vanaf eind december 2020 hebben [eisers] [naam gedaagde] meerdere malen op de te herstellen werkzaamheden (vanwege ondeugdelijk verricht werk) en de nog te verrichten werkzaamheden gewezen. Dit blijkt uit de WhatsApp communicatie die in het geding is gebracht en in het bijzonder uit de onderdelen daarvan die zijn weergegeven onder 2.17 en ook uit de brief die is weergegeven in 2.19.
- [naam gedaagde] heeft op 5 januari 2021 per WhatsApp zelf aangegeven dat hij op 25 januari 2021 zou terugkomen om het werk af te maken.
- Tot 13 januari 2021 was [naam gedaagde] blijkens de WhatsApp-berichten, die door [naam gedaagde] niet zijn betwist, langere tijd niet bereikbaar, en op 14 januari 2021 was hij wederom niet bereikbaar. Op 15 januari 2021 schreef hij dat hij de dag daarvoor het bericht van [naam eiser 1] niet heeft gezien en gaf, naar aanleiding van de vraag van [naam eiser 1] over schilderwerk aan “we fix that”.
- [naam gedaagde] kwam uiteindelijk niet op 25 januari 2021 en heeft naar aanleiding van de ingebrekestelling van 27 januari 2021 in zijn e-mail van 1 februari 2021 aangegeven dat dat kwam omdat hij op 23 januari 2021 naar Polen was vertrokken, wat hij zelf ook geen excuus vond.
- [naam gedaagde] zegt in de e-mail van 1 februari 2021 nog altijd niet wanneer hij dan wèl komt, want ‘finish your job is’nt possible in 10 days because of weather’.
- Dát sprake was van onwerkbaar weer is niet komen vast te staan en [naam gedaagde] zal dienaangaande ook niet tot bewijs worden toegelaten. [eisers] hebben tegen dit verweer tijdens de mondelinge behandeling ingebracht dat van 25 januari tot 8 februari 2021 de neerslag minimaal was. [naam gedaagde] heeft dit nadien helemaal niet betwist, en zodoende zijn verweer onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd.
- In [naam gedaagde] eigen bewoordingen (zie 2.20, “but for view things we need good weather”) was alleen voor een paar werkzaamheden droog weer vereist, en gesteld noch gebleken is dat [naam gedaagde] zich na de ingebrekestelling wèl aan de andere werkzaamheden heeft gezet waarvoor zulk weer niet was vereist.
4.9.
Gelet op het hiervoor overwogene, is de rechtbank niet alleen van oordeel dat [eisers] op 27 januari 2021 in de ingebrekestelling mochten volstaan met de aan [naam gedaagde] gestelde termijn van tien werkdagen, maar dat bovendien [naam gedaagde] reeds binnen die gestelde termijn (de termijn verstreek pas op 10 februari 2021) in verzuim is komen te verkeren te weten op 1 februari 2021. [naam gedaagde] gaf immers op 1 februari 2021 om een ongeldige reden aan dat hij niet binnen de gestelde termijn zou nakomen, deed ook toen nog steeds geen enkele concrete mededeling over wanneer en hoe hij dan wèl zou nakomen, ving niet aan met de werkzaamheden waarvoor géén droog weer was vereist, en dat terwijl het werk al sinds 10 december 2020 stil lag en [naam gedaagde] nooit concreet had gereageerd op de opsomming door [eisers] per WhatsApp-bericht van 29 december 2020 van te herstellen werk en nog te verrichten werk. [eisers] mochten daarom uit de e-mail van 1 februari 2021 begrijpen dat [naam gedaagde] niet tijdig en/of niet behoorlijk zou nakomen. De omzettingsverklaring bij brief van [eisers] van 8 februari 2021 wordt dan ook als geldig aangemerkt.
4.10.
Met de omzettingsverklaring van 8 februari 2021 eindigde het verzuim van [naam gedaagde] en was nakoming door [naam gedaagde] niet meer mogelijk. Vanaf dat moment kunnen [eisers] aanspraak maken op vervangende schadevergoeding.
4.11.
[eisers] hebben een overzicht van de door hen gestelde schadeposten van geleden en nog te lijden schade in het geding gebracht (productie 17 bij dagvaarding) dat sluit op het gevorderde bedrag ad € 85.011,90. Ter onderbouwing daarvan verwijzen zij, onder meer, naar offertes, facturen en het bouwkundig rapport van de in 2.23 genoemde bouwtechnische keuring van 29 juni 2021. De rechtbank constateert overigens dat ondanks dat het debat tussen partijen mede ging over de scheefstand van de vensterbanken, en over de vraag of plaatsing van de dorpelstenen in de vensterbanken onderdeel van de overeenkomst uitmaakte, [eisers] geen enkele vordering hebben ingesteld die betrekking heeft op de vensterbanken.
4.12.
[naam gedaagde] betwist zowel de gronden voor schadevergoeding als de omvang van de schade. Hij stelt de deugdelijkheid van de rapportages van de bouwtechnische keuringen en de onafhankelijkheid van de experts ter discussie en ook, dat de daarin opgesomde werkzaamheden onder de overeenkomst vallen. Hij voert voorts aan dat hij niet is uitgenodigd om bij een expertise aanwezig te zijn en op geen enkele wijze daarop eerder heeft kunnen reageren. Het had volgens hem op de weg van [eisers] gelegen om hoor en wederhoor toe te passen bij een rapportage die de grondslag vormt van hun vordering. Ook verzoekt hij de rechtbank een onafhankelijk expert te benoemen.
4.13.
Vooropgesteld wordt dat het aan [eisers] is om voldoende feiten en omstandigheden te stellen waaruit blijkt dat zij schade hebben geleden, vanwege door [naam gedaagde] niet en/of niet goed verricht werk, waarvoor [naam gedaagde] aansprakelijk is. De rechtbank beschouwt de door [eisers] overgelegde rapportages van de bouwtechnische keuringen als een onderbouwing van hun vordering. De rechtbank is van oordeel dat [naam gedaagde], die een half jaar lang werkzaamheden heeft verricht aan de woning van [eisers], in staat moet worden geacht om de vorderingen inhoudelijk te betwisten. Een algemene betwisting van de hiervoor bedoelde rapportages, is onvoldoende. De rechtbank zal hierna per schadepost beoordelen of [eisers] hun vorderingen voldoende hebben onderbouwd en zo ja, of [naam gedaagde] de vorderingen voldoende gemotiveerd heeft betwist. Het verzoek van [naam gedaagde] tot benoeming van een onafhankelijk expert wordt daarom afgewezen.
Dak (posten 1 t/m 4)
1. Afwerking, plaatsing dakomranding, reparatie lekkages; € 2.500,00 (gemaakte kosten)
2. Herstelwerkzaamheden dak ter voorkoming van nieuwe lekkages; € 2.098,00 (gemaakte kosten)
3. Tijdelijke verwijdering en herstel groene dak; € 1.500,00 (verwachte kosten)
4. Onderhoud dak na 5 jaar; € 6.500,00 (verwachte kosten)
4.14.
[eisers] stellen met betrekking tot het dak – samengevat – dat de door [naam gedaagde] aangebrachte dakbedekking van onbekend en inferieur materiaal is (geen bitumen en ook geen EPDM), de dakbedekking niet voldoet aan voorschriften, en voorts onkundig is aangebracht, en dat [naam gedaagde] ook geen dakdoorvoeren en daktrim heeft aangebracht. Hiervoor verwijzen [eisers] naar de door Topgroen (die het sedumdak heeft aangebracht bovenop de door [naam gedaagde] aangebrachte dakbedekking) op papier gezette bevindingen (zie 2.11) en naar de op 4 december 2020, 5 maart 2021 en 29 juni 2021 uitgevoerde bouwtechnische keuringen. Ook stellen zij dat [naam gedaagde] geen dakomranding heeft aangebracht en verwijzen daarvoor naar het in 2.17 weergegeven WhatsApp-gesprek. Ter onderbouwing van de schade verwijzen [eisers] naar een offerte van Nouwen Bouw en Dakservice (hierna: Nouwen) voor de daktrim en naar een, wat zij noemen, ‘Factuur Nouwen en inspectieverslag’.
4.15.
[naam gedaagde] erkent dat er geen daktrim is aangebracht, zodat dit tussen partijen als vaststaand wordt aangenomen. Aan het verweer dat hij niet de mogelijkheid heeft gehad het werk af te maken, gaat de rechtbank voorbij met verwijzing naar het hiervoor onder 4.8 tot en met 4.10 overwogene. Daarnaast heeft [naam gedaagde] niet (voldoende) gemotiveerd betwist dat de dakomranding nog moest worden aangebracht. Op het WhatsApp-bericht van [naam eiser 1] daarover, zoals weergegeven in 2.17, heeft [naam gedaagde] niet ontkennend gereageerd, maar volstaan met “we keep in touch”. Ook acht de rechtbank [naam gedaagde] aansprakelijk voor de kosten van herstel van de lekkages, gelet op i) de WhatsApp-gesprekken als weergegeven in 2.8, 2.10 en 2.12, ii) het ontbreken van de daktrim en de dakomranding waardoor het water de spouwmuur in kon lopen en iii) de door [naam gedaagde] niet betwiste stelling van [eisers] dat tijdens de maandenlange bouw zeilen zijn geplaatst wat met herfst- en winterweer risico op lekkage meebrengt.
[eisers] hebben ter onderbouwing van de schade voor het leveren en aanbrengen van de daktrim en het aanbrengen van randstroken een offerte van Nouwen overgelegd van
€ 2.500,00. Nu deze door [naam gedaagde] niet (voldoende) onderbouwd is betwist, wordt de vordering voortvloeiend uit deze schadepost toegewezen.
4.16.
De vordering voorvloeiend uit de gestelde schadepost onder 2 wordt afgewezen, omdat deze schadepost van € 2.098,00 naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is onderbouwd. [eisers] verwijzen ter onderbouwing van de schade naar een document dat door [eisers] is overgelegd als bijlage B bij productie 17, genaamd ‘Factuur Nouwen en inspectieverslag’. De rechtbank heeft in dit document echter geen onderbouwing aangetroffen voor het door [eisers] gevorderde bedrag.
4.17.
Ten aanzien van de vordering van € 1.500,00 (schadepost 3) geldt het volgende. [eisers] hebben tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat werknemers van [naam gedaagde] over het groendak hebben gelopen om stenen te verplaatsen, waardoor schade is ontstaan, en dat de werknemers van [naam gedaagde], toen zij daarop werden aangesproken door [eisers], platen over het groendak hebben gelegd, maar dat dit niet mocht baten. Zij hebben daarbij opgemerkt dat de door hen begrote schade van € 1.500,00 uiteindelijk minder bleek te bedragen. Zij hebben bij de brief van 2 december 2021 een factuur in het geding gebracht van € 249,95, waar onderin staat:
“Toelichting: Het dak is na aanleg gebruikt voor bouwwerkzaamheden en door het vele lopen op het groendak kapot getrapt. Daarnaast hebben er planken op het dak gelegen die hebben gezorgd dat het sedum niet kon overleven. Het groendak heeft na de laatste werkzaamheden enkele maanden rust gekregen om te herstellen. Helaas mocht dit niet baten en heeft Topgroen herstel werkzaamheden uit moeten voeren.”
[naam gedaagde] heeft deze stellingen en de factuur onvoldoende gemotiveerd betwist, nu hij – kort weergegeven – enkel (bij akte na de zitting) heeft aangevoerd dat het gaat om onderhoudswerkzaamheden. De vordering zal dus voor een gedeelte van € 249,95 worden toegewezen.
4.18.
Ter onderbouwing van de vordering van € 6.500,00 in verband met verwachte kosten (schadepost 4) verwijzen [eisers] naar een advies van Nouwen om “bij een eventueel of terugkerende lekkage(s) het volledige dak opnieuw te installeren”. Daarbij meldt Nouwen: “de verwachte probleemloze levensduur van het huidige dak inclusief herstelwerkzaamheden schatten wij in op 5 jaar”. [naam gedaagde] heeft dit betwist. Het feit dat het dak nog niet is vervangen, zegt volgens hem voldoende. Echter, sinds het aanbrengen van de dakbedekking zijn nog geen vijf jaar verstreken, dus dat het dak nog niet is vervangen zegt niets over de goede of slechte kwaliteit van de dakbedekking en de al dan niet gemaakte fouten bij het aanbrengen van de dakbedekking.
[eisers] hebben hun vordering voorts onderbouwd met het bouwtechnische inspectierapport van Bouwinspecteurs Nederland naar aanleiding van de (eerste) op vrijdag 4 december 2020 uitgevoerde inspectie. Over het dak wordt het navolgende vermeld: “Dakbedekking type is niet bekend (buitenlandse coderingen/ materialen), aannemer dient aan te tonen dat deze gelijkwaardig is met dubbele laag APP dakbedekking, eea conform bestektekening architect.” [opm Rb: APP betreft een type bitumen, waarbij het bitumen is gecombineerd met een plastische kunststof, te weten Atactisch PolyPropyleen.]
In aanmerking genomen dat Nouwen de levensduur van het aangebrachte materiaal op niet meer dan vijf jaar schat en [naam gedaagde] heeft nagelaten gegevens in het geding te brengen van het door hem aangebrachte materiaal, heeft [naam gedaagde] de stelling dat de dakbedekking van inferieure kwaliteit is onvoldoende gemotiveerd betwist. Dat [naam gedaagde] een dakbedekking diende aan te brengen die (ten minste) gelijkwaardig was aan de oude dakbedekking die [naam gedaagde] in het kader van de verbouwing had verwijderd, is een reëel uitgangspunt nu [naam gedaagde] niet heeft gesteld dat andersluidende afspraken zijn gemaakt en andersluidende afspraken ook niet uit de schriftelijk vastgelegde afspraken blijken: over de kwaliteit van de dakbedekking is niets opgemerkt. De rechtbank begrijpt dat de bestaande dakbedekking volgens het bestek een dubbele laag APP betrof, wat in de branche bekend staat als UV-bestendig materiaal met een lange levensduur. Het lag op de weg van [naam gedaagde] om uitéén te zetten dat hij een kwalitatief even hoogwaardig materiaal heeft aangebracht, en waarom hij met één laag kon volstaan. Hij heeft dat nagelaten. De vordering omtrent de verwachte toekomstige schade ad € 6.500,00 wordt dan ook toegewezen.
Kozijnen (posten 5 t/m 17)
Algemeen
Ter zitting hebben [eisers] aangaande de kozijnen uitgelegd dat de qua maatvoering afwijkende kozijnen nog niet zijn vervangen, omdat [eisers] ervoor hebben gekozen om die kozijnen voor nu te laten voor wat het is.
5. Vervanging kozijnen ivm afwijking rest woning; € 12.800,00 (verwachte kosten)
4.19.
Bij de kozijnen is uitdrukkelijk schriftelijk bepaald: “Leveren & plaatsen gevelkozijnen identiek aan bestaande verdiepingen (conform bouwtekeningen)”. [eisers] verwijzen ter onderbouwing van deze vordering naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. ter zake van de inspectie op 29 juni 2021. Daarin is bij deze schadepost vermeld “Andere kozijnwerk afmetingen, profileringen houtmaat zijn niet idem als 2e verdieping”. Volgens [naam gedaagde] zijn de kozijnen conform hetgeen partijen zijn overeengekomen. Hij voert daartoe aan dat deze posten niet voorkomen in eerdere rapportages, terwijl uit de dagvaarding blijkt dat er in de tussentijd andere werklieden werkzaamheden hebben verricht, waardoor deze kosten niet voor rekening van [naam gedaagde] kunnen komen. De nieuwe kozijnen zijn volgens hem qua vorm en afmetingen identiek aan de overige kozijnen. Evenwel is ook in de eerdere rapportages van Bouwinspecteurs Nederland (van 4 december 2020 en 5 maart 2021) vermeld ter zake van de buitenkozijnen: “Maatvoering houtwerk, (…) anders dan bestaand.” (rapportage 5 maart 2021, blz. 25, en rapportage 4 december 2020, blz. 13 en 14, beide rapportages zijn voorzien van foto’s van de bestaande kozijnen en van de nieuw aangebrachte kozijnen.) [naam gedaagde] verweer dat de kozijnen juist zijn uitgevoerd qua maatvoering is dan ook niet voldoende onderbouwd en wordt gepasseerd. Evenmin heeft [naam gedaagde] betwist dat te zijner tijd met de vervanging van de kozijnen het begrote bedrag gemoeid zal zijn. De vordering zal daarom worden toegewezen.
6. Herstel/vervangen lossen alu lekdorpels en installeren ontbrekende sluitstrips; € 630,00 (verwachte kosten)
4.20.
Ter onderbouwing van deze post verwijzen [eisers] ook naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. Daarin is bij deze post vermeld: “Losse aluminium lekdorpels ter plaatse van ramen deels vervangen en herstellen” en “Sluitstrips ramen ontbreekt, raam gaat niet dicht, aanbrengen en afstellen”. [naam gedaagde] betwist dat het aanbrengen van sluitstrips en het afstellen daarvan onderdeel was van de overeenkomst. Ter zitting hebben [eisers] toegelicht dat zij aan [naam gedaagde] hadden aangegeven dat de ramen niet goed dicht konden. Zij vermoedden dat de werknemers van [naam gedaagde] vervolgens waarschijnlijk onderdelen hebben weggehaald waardoor de ramen wel dicht konden, maar niet goed sloten. Dit deed zich voor bij alle bewegende vensters, maar met name twee vensters veroorzaken lekkage. Nu [naam gedaagde] op deze toelichting, opgenomen in het proces-verbaal, niet meer heeft gereageerd, en het evident is dat aanbrengen van sluitstrips en het afstellen van bewegende ramen opdat die goed dicht kunnen én niet lekken, onderdeel van de overeenkomst is geweest, zal deze vordering worden toegewezen.
7. Kozijnen waterdicht maken (voorkant); € 2.263 (gemaakte kosten)
8. Kozijnen waterdicht maken (achterkant); € 1.038,00 (gemaakte kosten)
4.21.
Ter onderbouwing van deze vorderingen verwijzen [eisers] (bij dagvaarding) naar een offerte van ‘[naam bedrijf 1]’ en (ter zitting) naar een bij de brief van 2 december 2021 overgelegde factuur van [naam bedrijf 1]. Ook hebben zij diverse foto’s overgelegd waarop lekkageplekken te zien zijn. [naam gedaagde] heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd betwist dat de kozijnen niet waterdicht waren. [naam gedaagde] voert enkel aan dat de kozijnen waren conform hetgeen partijen zijn overeengekomen en dat de foto’s waarop de lekkage is vastgelegd van slechte kwaliteit zijn. Dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. Voor de rechtbank is alleen niet geheel inzichtelijk hoe [eisers] de genoemde kosten onderbouwen. Bij dagvaarding is de offerte van [naam bedrijf 1] met betrekking tot de posten 6, 7, 8, en 12 overgelegd, die sloot op € 8.641,57 ex btw. De rechtbank begrijpt dat specifiek voor de posten 7 en 8 in deze offerte € 3.009,00 ex btw is begroot. Op de factuur van 15 juli 2021 van [naam bedrijf 1] lijken specifiek de posten: “kozijnen waterdicht maken” (totaal € 787,50 + € 250,00 + € 900,00 + € 114,00) en de posten “steiger op- en afbreken” (€ 720,00), betrekking te hebben op de schadeposten 7 en 8, derhalve tot het totaal van € 2.771,50 ex btw, is € 3.353,41 inclusief btw. Nu [eisers] in totaal € 3.301,00 inclusief btw vorderen, zal het gevorderde worden toegewezen.
9. Schilderwerk kozijnen (binnen); € 741,00 (gemaakte kosten)
10. Schilderwerk kozijnen (buiten); € 1.022,00 (gemaakte kosten)
4.22.
Ten aanzien van deze gestelde schadeposten geldt het volgende. [eisers] stellen dat met [naam gedaagde] is overeengekomen dat alle nieuwe kozijnen zouden worden gelakt. Het staat niet expliciet in de overeenkomst, maar het is destijds geen punt van discussie geweest, aldus [eisers] [naam gedaagde] betwist dat partijen hebben afgesproken dat hij schilderwerkzaamheden zou verrichten. De rechtbank acht de enkele stelling van [eisers] dat met [naam gedaagde] is afgesproken dat hij alle nieuwe kozijnen zou lakken, mede gelet op de in 2.1 weergegeven offerteaanvraag waarin staat dat “het binnenwerk, zoals (…) schilderen”, zal worden uitgevoerd door een derde partij, onvoldoende ter onderbouwing van deze vordering voor wat betreft het binnenschilderwerk van de kozijnen. Aan bewijslevering op dit punt wordt dan ook niet toegekomen en de vordering ter zake van het binnenschilderwerk van de kozijnen wordt afgewezen. Wel kan uit de WhatsApp communicatie worden afgeleid dat partijen voor ogen stond dat de kozijnen aan de buitenkant geschilderd zouden worden door [naam gedaagde], en uit de foto’s van de achtergevel blijkt dat de kozijnkleur daar grijs (en niet wit) had moeten zijn. Medio december 2020 meldt [naam eiser 1] aan [naam gedaagde] wat er zoal nog moet gebeuren, waaronder “paint outside window frames” en daarna volgt een gesprek over de kleur die nog niet geleverd kan worden ([naam gedaagde]: “Only color take long”). Eind december 2020 noemt [naam eiser 1] dat schilderwerk opnieuw als nog te verrichten werk, en [naam gedaagde] antwoordt dan slechts: “we keep in touch”. De conclusie is dat de vordering ter zake het buitenschilderwerk aan de kozijnen wordt toegewezen omdat [naam gedaagde] dat kennelijk niet heeft uitgevoerd maar wel was overeengekomen.
11. Weghalen en herplaatsen glas; € 2.378,00 (gemaakte kosten)
4.23.
[eisers] vorderen hetgeen “[naam bedrijf 2]” in rekening heeft gebracht voor herstelwerk glas van dakopbouw (productie 17 bij dagvaarding, met betrekking tot post 11). Op de factuur staat beschreven: “ten eerste gezorgd voor de bereikbaarheid in de hoogte. We hebben het oude glas, dat met siliconenkit was vast geplakt in de kozijnen, machinaal moeten lossnijden en kon er niet heel uit. Oude glas afvoeren en nieuw glas ingemeten, besteld en op de juiste manier teruggeplaatst met glasband en recht/haaks geplaatst waarna het gekit is op acrylbasis.” [eisers] verwijten [naam gedaagde] ten eerste dat hij glas met een verkeerde isolatiewaarde heeft geplaatst. Volgens [eisers] had het triple glas moeten zijn, nu in de opdracht wordt genoemd dat het glas gelijk moet zijn aan het glas op de overige verdiepingen. Ook stellen zij dat het glas op de verkeerde wijze was aangebracht, omdat het is verlijmd in plaats van met glasband bevestigd, en er een niet-overschilderbare kit is gebruikt. [naam gedaagde] betwist dat partijen zijn overeengekomen dat triple glas zou worden geplaatst. Volgens hem is afgesproken dat HR++ glas zou worden geplaatst, wat ook is gebeurd. De stelling van [eisers] dat het glas op de verkeerde wijze was aangebracht, omdat is het verlijmd in plaats van met glasband bevestigd, is door [naam gedaagde] niet betwist.
4.24.
In de overeenkomst is, zoals weergegeven in 2.1 onder het kopje “Gevels & Kozijnen” vermeld “Leveren & plaatsen HR++ Glas in kozijnen”. Gelet hierop is het, zonder nadere toelichting, die [eisers] niet hebben gegeven, niet duidelijk waaruit blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat de kwaliteit van het glas gelijk moest zijn aan de overige verdiepingen. Voor zover [eisers] menen dat dit staat vermeld in de “tekeningen van Kei-ontwerp” waarnaar wordt verwezen in de onder 2.1 weergegeven offerteaanvraag, merkt de rechtbank op dat in de bouwtekeningen geen melding wordt gemaakt van de vereiste kwaliteit glas.
4.25.
Uit de aan de vordering ten grondslag gelegde factuur van ‘[naam bedrijf 2]’ blijkt niet welke post voor arbeidsloon is gerekend, en welke voor het materiaal, dus het nieuw aangebrachte glas, terwijl ook niet is uitgelegd dat het glas vanwege het verlijmen noodzakelijkerwijs moest worden verwijderd. De vordering is dan ook onvoldoende onderbouwd en wordt afgewezen.
12. Plaatsen valpreventie incl. opname; € 1.377,00 (gemaakte kosten)
4.26.
[eisers] stellen dat [naam gedaagde] ten onrechte geen valbeveiliging heeft aangebracht voor de bewegende delen van de ramen in de voorgevel. Blijkens de foto van de voorgevel (op blz. 2 van de brief van 17 januari 2022 van [eisers]) in de oude toestand (als er nog geen sprake is van een derde etage) bestaat de valpreventie voor de bewegende delen van de ramen in de voorgevel uit een ‘frans balkonnetje’ van glas. Nu is vastgesteld dat de aan te brengen derde etage conform de tweede etage moest worden uitgevoerd, en ook uit de bouwtekeningen blijkt dat sprake was in de voorgevel van de ’franse balkonnetjes’ van glas, had [naam gedaagde] die op de derde etage ook moeten aanbrengen.
4.27.
Blijkens de offerte van [naam bedrijf 1] van 16 februari 2021 en de factuur van [naam bedrijf 1] van 15 juli 2021, berekent [naam bedrijf 1] voor de ”Valbeveiliging gelaagd glas“ € 856,50 excl. btw, omschreven als: “het leveren en aanbrengen van 2 gelaagde ruiten 16 mm dik in de bestaande kozijnen, bovenrand beschermen met gepoedercoat U-profiel.”
Het is de rechtbank niet gebleken waar het gevorderde bedrag ad € 1.377,00 van vordering 12 op is gebaseerd, reden waarom het bedrag conform de offerte en factuur zal worden toegewezen, dus € 856,50 te vermeerderen met btw, aldus € 1.036,37.
13. Plaatsen loodslabben (ontbreken); € 2.200,00 (verwachte kosten)
4.28.
[eisers] stellen dat [naam gedaagde] ten onrechte geen loodslabben heeft aangebracht onder de kozijnen. Hiervoor, en voor het schadebedrag, verwijzen zij naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. Volgens [naam gedaagde] zijn geen loodslabben geplaatst, omdat de gevel is opgetrokken in waterafstotende steen. Op de mondelinge behandeling heeft [eisers] hierover opgemerkt dat dit verweer geen hout snijdt, omdat een loodslab is bedoeld om vocht van onder de kozijnen uit de spouw te weren. [naam gedaagde] hebben dit niet weersproken en ook hebben zij de hoogte van de gestelde schade niet betwist, zodat deze vordering als onvoldoende gemotiveerd betwist wordt toegewezen.
14. Plaatsen stalen lateien (ontbreken aan voorzijde en achterzijde); € 8.490,00 (verwachte kosten)
4.29.
[eisers] stellen dat [eisers] ten onrechte geen stalen lateien heeft geplaatst en geen wapening boven de buitengevelpuien. Ter onderbouwing van deze vordering verwijzen zij naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland van 29 juni 2021. In het rapport wordt geconstateerd: “Géén stalen lateien toegepast, met als gevolg losse stenen en uitgevallen stenen. Volgens eigenaar géén wapening boven buitengevelpuien aangebracht. Nog aanbrengen;” Als indicatie voor de herstelkosten staat het door [eisers] gevorderde bedrag, € 8.490,00 vermeld. [naam gedaagde] heeft erkend dat geen stalen lateien zijn geplaatst, en dat er een halve baksteen uit het metselwerk boven het raam is gevallen (zoals ook is te zien op foto’s), maar lateien aanbrengen zou volgens hem niet mogelijk zijn geweest, gelet op de constructie en afmetingen. Dit is volgens hem de reden geweest dat door hem inslagankers zijn gebruikt. Op de mondelinge behandeling hebben [eisers] opgemerkt dat dit verweer geen hout snijdt, omdat op de eerste verdieping wel lateien zijn aangebracht – zoals de rechtbank inderdaad heeft waargenomen op in het geding gebrachte foto’s – en inslagankers slechts zijn bedoeld om isolatiemateriaal vast te zetten. [naam gedaagde] heeft dit niet (voldoende) weersproken.
[naam gedaagde] betwist dat er geen wapening boven de gevelpuien is aangebracht en stelt dat de schadepost van € 8.490,00 buitensporig hoog is.
Gelet op de scheur in het voegwerk boven de kozijnen, te zien op de betreffende foto in voormeld rapport, alsmede op de uitgevallen baksteen, is voorshands bewezen dat lateien en bewapening hadden moeten worden aangebracht, en dat [naam gedaagde] ondeugdelijk werk heeft geleverd. Het had op de weg van [naam gedaagde] gelegen een gespecificeerd bewijsaanbod te doen dat hij wèl de gevel ter plaatse heeft bewapend en wèl deugdelijk werk heeft geleverd. Nu hij dat heeft nagelaten zullen de geïndiceerde kosten als schade worden toegewezen. Waarom de geïndiceerde kosten voor het herstel buitensporig zouden zijn heeft [naam gedaagde] immers ook niet onderbouwd.
15. Installatie doorval/veiligheidsglas voorzijde; € 2.000,00 (verwachte kosten)
De onderbouwing van deze vordering treft de rechtbank aan op blz. 6 van het rapport van bouw techno keuring Nederland B.V. van 29 juni 2021, waarin staat vermeld dat tijdens de keuring is geconstateerd dat géén veiligheidsglas is toegepast ter plaatse van de kozijnen, voorgevel, en dat de kosten voor herstel worden geraamd op € 2.000,00. De rechtbank constateert dat het gaat om de ramen links en rechts van één van de bewegende ramen voor welke bewegende ramen een ‘frans balkonnetje’ diende te zijn aangebracht (zie hiervoor vordering 12). [naam gedaagde] heeft aangevoerd dat de bouwtekeningen waaruit bleek dat hij “DVG” (dus doorvalveilig glas) diende te plaatsen geen deel uitmaakten van de overeenkomst, en dat hij deze bouwtekeningen ook niet tijdig heeft ontvangen. Zoals reeds overwogen onder 4.3 wordt dit verweer verworpen. Van [naam gedaagde] mocht bovendien worden verwacht dat hij de opbouw van de verdieping in overeenstemming met geldende regelgeving zou uitvoeren, en ook om die reden behoorde [naam gedaagde] doorvalveilig glas te plaatsen als ter plaatse geen valbeveiliging was aangebracht. Uit de door [eisers] overgelegde correspondentie met de bouwinspecteur Afdeling Bouw- en Woningtoezicht (onderdeel van productie 3 bij brief van 2 december van [eisers]) volgt dat doorvalveilig glas speciaal gelaagd glas is om te zorgen dat men niet naar beneden kan vallen bij een val tegen de ruit, en dat dat noodzakelijk is als je glas tot op de grond hebt. De inspecteur schrijft: “Onder de ruit moet minimaal 85 cm. constructie zijn om geen doorvalveilig glas te hoeven hebben.” Uit de foto’s is de rechtbank gebleken dat het bij de ramen links en rechts van het ’franse balkonnetje’ om ramen tot de grond gaat.
[naam gedaagde] heeft de geïndiceerde kosten niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
16. Gevelstenen, diverse negge kozijnen niet aansluitend, plaatselijk gevoegd; € 10.000,00 (verwachte kosten)
4.30.
[eisers] stellen dat de gevelstenen en kozijnen aan de zijkanten vrijwel nergens aansluiten en dat er sprake is van een onjuiste maatvoering. Volgens [eisers] zijn de stenen niet goed gemetseld, sluiten ze niet aan en kijk je langs de kozijnen rechtstreeks naar buiten. [eisers] verwijzen ter onderbouwing van de vordering naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V., waarin is vermeld dat de kosten van vervanging/anders maken € 10.000,00 zullen betreffen en waarin foto’s zijn opgenomen waarop goed te zien is dat de metselwerk en kozijnen niet aansluiten. [naam gedaagde] heeft de vordering ongemotiveerd betwist en ten aanzien van de hoogte van de vordering heeft [naam gedaagde] enkel aangevoerd dat deze op geen enkele wijze is voorzien van een onderbouwing. Het had evenwel op de weg van [naam gedaagde] gelegen aan te geven waarom het geïndiceerde bedrag voor herstel van het duidelijk slecht uitgevoerde werk onjuist zou zijn. Het gevorderde bedrag zal als onvoldoende gemotiveerd betwist worden toegewezen.
17. Maatvoering niet gelijk aan rest woning waardoor zonwering niet past; € 2.500,00 (verwachte kosten)
4.31.
[eisers] stellen dat de sparingmaat van de achtergevelkozijnen niet correct is, waardoor de zonwering niet past. Ter onderbouwing van die stelling hebben zij bij brief van 2 december 2021 correspondentie met ‘Ambiance’ in het geding gebracht. [naam gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat uit deze correspondentie niet blijkt van een eventuele afwijking in de maatvoering en dat een voorbarige bestelling van [eisers] niet voor rekening van [naam gedaagde] kan komen. In aanmerking genomen dat uit de e-mails blijkt dat de maatvoering afwijkt, terwijl [eisers] daarop niet bedacht hoefde te zijn en dus ook de zonwering kon bestellen conform de voor de reeds bestaande verdieping aangeschafte zonwering, hebben [eisers] voldoende onderbouwd dat ze vanwege de onjuiste maatvoering de onderhavige gevorderde schade hebben geleden. Zij konden de oorspronkelijk bestelde screens niet gebruiken (en de leverancier evenmin, want de screens waren op maat gemaakt) en moesten opnieuw screens bestellen. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen.
Vloer & muren
18. Plaatsen ventilatieroosters; € 2.350,00 (verwachte kosten)
4.32.
Volgens [eisers] heeft [naam gedaagde] ten onrechte geen ventilatieroosters geplaatst. Zij verwijzen voor deze schadepost naar de rapportage van bouw techo keuring Nederland B.V. Ook verwijzen zij naar de rapportage van de eerste bouwtechnische keuring van 4 december 2020. [naam gedaagde] betwist dat het plaatsen van ventilatieroosters onderdeel is van de overeenkomst. Omdat de nieuwe verdieping conform de reeds bestaande verdiepingen diende te worden uitgevoerd en uit de rapportage van de keuring van 4 december 2020 blijkt dat bestaande slaapkamers zijn voorzien van ventilatieroosters, ingebouwd boven kozijnwerken, en daarin voorts staat vermeld: “nieuwe slaapkamers zijn (nog) niet voorzien van bovenbouw/inbouw ventilatieroosters, Let op eisen Bouwbesluit” heeft als uitgangspunt te gelden dat conform de eisen van het Bouwbesluit en conform de reeds bestaande etage, ook de nieuwe slaapkamers op de door [naam gedaagde] gebouwde verdieping, van ventilatieroosters dienden te worden voorzien. Het verwijt aan [naam gedaagde] wordt dus terecht gemaakt. De geïndiceerde kosten ad € 2.350,00 zullen worden toegewezen.
19. Meerwerk door uitloop planning, herstelwerkzaamheden stukadoor € 1.914,00 (gemaakte kosten)
4.33.
[eisers] stellen dat zij opnieuw stukwerk hebben moeten laten uitvoeren in verband met lekkage. Zij verwijzen voor de gemaakte kosten naar een factuur van ‘[naam bedrijf 2]'. Dat verwijtbaar (veel) lekkages zijn opgetreden tijdens de bouwwerkzaamheden door [naam gedaagde] en dat deze lekkages schade tot gevolg hebben gehad aan stuc- en sauswerk, heeft [naam gedaagde] onvoldoende gemotiveerd betwist. De factuur van [naam bedrijf 2] vermeldt 5 dagen werk “doordat werkzaamheden van de hoofdaannemer voor veel vertraging in de planning heeft gezorgd, hebben we ons werk steeds opnieuw moeten hervatten. Stucwerk afmaken in de woonkamer en reparaties in de slaapkamer ook later geplaatste kozijnen rondom repareren door verkeerde maat van sparingen, uiteraard zitten reparaties die door ons eigen toedoen hier niet bij” ad € 1.600,00 (+ 9% btw), alsmede een post “sauswerk repareren in de bestaande slaapkamer” ad € 80,00 (+9% btw). Het bedrag dat blijkens de factuur betrekking heeft op de reparaties bedraagt derhalve € 1.831,20 inclusief btw, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. In hoeverre [eisers] ook andere posten op de factuur heeft gevorderd is voor de rechtbank niet inzichtelijk, zodat het overige gevorderde wordt afgewezen.
20. Binnengevel, sparingmaat achtergevel niet binnen norm en scheurvorming; € 4.700,00 (verwachte kosten)
4.34.
[eisers] stellen dat er plaatselijk grote afwijkingen (scheefstanden) zijn ten aanzien van de binnengevel en dat er sprake is van scheurvorming. [eisers] stellen ook dat de sparingmaat van de achtergevelkozijnen afwijkt. Zij verwijzen ter onderbouwing van deze stellingen naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V., de bladzijden 7 en 8, en naar de daarin verwerkte foto’s.
In de rapportage staat op blz. 7 vermeld – voor zover hier van belang – “Binnengevel afwerking binnen de normen, plaatselijk maximaal 8 – 11 mm, op 2,90 m1. C.q. 12 – 16 mm. op 2,5 m1. niet binnen de norm. Tevens plaatselijke scheurvorming herstellen; € 2.200,00.”
Op blz. 8 staat vermeld, voor zover hier van belang: “Sparingmaat achtergevel kozijnen 40 mm. te breed, 1586 mm. in plaats van 1544 mm; € 2.500,00 “.
[naam gedaagde] voert enkel aan dat de foto's zoals bij dagvaarding gevoegd, aan kwaliteit te wensen overlaten en dat hij dus kan volstaan met een betwisting van de stelling dat de sparingmaat van de achtergevelkozijnen afwijkt. Deze betwisting is echter naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd, gelet op de duidelijke onderbouwing van de stellingen van [eisers], zodat deze vordering als onvoldoende betwist zal worden toegewezen.
21. Voegwerk: Plaatselijk ongelijk, verschillend van kleur en niet goed gemengd; € 5.650,00 (verwachte kosten)
4.35.
[eisers] stellen dat er sprake is van plaatselijk ongelijk voegwerk, dat het verschillend is van kleur en dat het niet goed is gemengd c.q. uitgevoerd en dat herstel hiervan € 5.650,00 zal kosten. Zij verwijzen hiervoor naar de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. blz. 10. Aldaar staat vermeld: “Algemeen voegwerk: plaatselijk ongelijk voegwerk en verschillend van kleur, niet goed gemengd c.q. uitgevoerd. Herstellen; € 5.650,00” en ook is op de daar verwerkte foto’s te zien dat de constatering van het verschil in kleur klopt.
[naam gedaagde] voert aan dat het voegsel is aangeschaft door [eisers], zodat eventuele onvolkomenheden voor hun eigen risico komen. Dat de kleurafwijking het gevolg is van onjuist/ onvoldoende mengen, betwist [naam gedaagde] eveneens, en ook betwist hij de hoogte van de vordering.
De rechtbank constateert dat ook in de rapportage van Bouwinspecteurs.nl (productie 13 bij dagvaarding, blz. 17, en deels blz. 18) melding wordt gemaakt van kleurverschil in voegwerk en dat in die rapportage zeven duidelijke kleurenfoto’s zijn verwerkt die de observatie bevestigen. De betwisting door [naam gedaagde] van het kleurverschil in het voegwerk vindt de rechtbank onvoldoende gemotiveerd gelet op de twee verschillende rapportages die melding maken van hetzelfde euvel. Voor wat betreft de oorzaak geeft de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. aan dat er zowel een kleurverschil is, als niet goed gemengd c.q. uitgevoerd. Nu [naam gedaagde] zich erop beroept dat het voegsel door [eisers] is aangeleverd en niet kan worden uitgesloten dat het kleurverschil van het voegsel ten opzichte van het voegsel in de reeds bestaande woonlagen om die reden voor rekening van [eisers] moet blijven, zal de rechtbank de schade ten gevolge van het ongelijke voegwerk, het niet goed mengen en niet goed uitvoeren, begroten op de helft van het gevorderde bedrag, dus op € 2.825,00.
Overlast
22. 2 keer ledigen afvalcontainer; € 1.063,00 (gemaakte kosten)
23. Restant bakstenen afvoeren; € 95,00 (gemaakte kosten)
4.36.
[eisers] hebben ten aanzien van de vordering onder post 22 gesteld dat zij, omdat [naam gedaagde] dit verzaakte, zelf opnieuw een vuilcontainer hebben geplaats. Ze verwijzen voor de hoogte van de vordering naar een factuur van ‘CD Installatietechniek’. [naam gedaagde] heeft deze vordering niet betwist en uit de overeenkomst blijkt dat het afvoeren van het sloopafval tot de werkzaamheden van [naam gedaagde] behoorde. De rechtbank verwijst hiervoor naar het onder 2.3 overwogene. De vordering wordt daarom toegewezen. Ook de vordering van € 95,00 voor het afvoeren van bakstenen wordt toegewezen. Op 15 januari 2021 meldt [naam eiser 1] aan [naam gedaagde]: “We are weeks down from when the metselwerk was done. Its ridiculous that these stones are still in front. It they are not out on Tuesday, I organize it and send you the bill.” [naam gedaagde] antwoordt daarop: “oké”. Op 19 januari 2021 spreken Frank en [naam gedaagde] af dat Frank 20 stenen achterhoudt en de overige stenen afvoert en de rekening naar [naam gedaagde] stuurt. De vordering is door [naam gedaagde] ook niet betwist.
Overige schade
24. Schilderwerk trappenhuis; € 3.881,00 (verwachte kosten)
4.37.
De vordering is gebaseerd op de offerte van 20 april 2021 van Lars de Schepper (bijlage K van productie 17 bij dagvaarding) ad € 3.880,50 voor lakwerk en sauswerk. Volgens [eisers] betreft dit werkzaamheden in het trappenhuis te verrichten, en noodzakelijk geworden aangezien er op 15 november 2020 een lekkage was geweest op het verse stucwerk en langs de trap naar beneden. Echter, om welke werkzaamheden het gaat, en of het om herstelwerk gaat vanwege lekkages, blijkt niet uit de offerte. Wel blijkt uit de WhatsApp correspondentie (zie 2.12) dat op 15 november 2020 [naam eiser 1] die lekkage heeft gemeld bij [naam gedaagde], alsmede dat hij toen doorgaf dat het houtwerk al beschadigd was door de vorige lekkage. Die vorige lekkage is kennelijk die waarvan hij op 26 oktober 2020 melding bij [naam gedaagde] maakt, zie 2.10 en/of de lekkage waarvan hij melding maakt op 27 september 2020, zie 2.8.
De rechtbank constateert dat de lekkages vaststaan op basis van de (vele) meldingen daarvan terwijl [naam gedaagde] ook niet heeft betwist dat hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor de lekkages omdat die een gevolg waren van het ongeschikte afdekwerk met zeilen. Aangenomen kan ook worden dat de lekkages schade hebben veroorzaakt. Evenwel kan de rechtbank niet vaststellen wat de herstelkosten zouden zijn/ waren. Het enige concrete aanknopingspunt betreft de melding in de rapportage van bouw techno keuring Nederland B.V. Daarin is, op blz. 3, vermeld, onder “Bevindingen”:
“Na diverse herstel uitvoeringswerkzaamheden zijn onderstaande gebreken geconstateerd: Omschrijving
Diverse lekkages en lekkagesporen tijdens de uitvoering nog herstellen; kosten € 450,00.”
Aansluitend bij deze rapportage zal aan herstelwerk in verband met lekkages € 450,00 worden toegewezen.
25. Controle en herstel dak buurman; € 3.000,00 (verwachte kosten)
4.38.
[eisers] hebben slechts vermeld bij deze vordering: “Nouwen, € 3.000,00 (verwachte kosten); werkzaamheden zijn uitgevoerd. In afwachting van definitieve afrekening”. Enige andere onderbouwing van deze vordering heeft de rechtbank niet aangetroffen. De vordering wordt bij gebreke van onderbouwing afgewezen.
26. Bouwrapportages ter bewijsvoering slechte oplevering; € 1.895,00 (gemaakte kosten)
4.39.
Deze kosten zijn gemaakt ter vaststelling van de schade. Nu niet alle schadeposten zijn toegewezen, is het redelijk deze kosten slechts percentagegewijs toe te wijzen voor het gedeelte van de vordering dat is toegewezen, te weten € 66.671,52. De totale vordering, verminderd met de gevorderde buitengerechtelijke kosten en de schadepost “Bouwrapportages ter bewijsvoering slechte oplevering” van € 1.895,00, bedraagt € 83.128,00. De vordering van € 1.895,00 voor de kosten ter vaststelling van de schade zal dan ook voor het gedeelte van € 1.519,79 worden toegewezen.
27. Herstel kozijnen buitenzijde slaapkamer ouders; € 300,00 (verwachte kosten)
4.40.
[eisers] hebben bij deze vordering slechts vermeld: “n.t.b. € 300,00 verwacht”. Enige andere onderbouwing van deze vordering heeft de rechtbank niet aangetroffen. De vordering wordt bij gebreke van onderbouwing afgewezen.
28. Huur eco toilet; € 128,00 (gemaakte kosten)
4.41.
[eisers] hebben ter onderbouwing van deze vordering een factuur overgelegd van ‘Groenendaal toiletverhuur’. Deze factuur heeft betrekking op de verhuur van een toilet in week 44 tot en met 47. [naam gedaagde] heeft deze vordering niet betwist en uit de overeenkomst blijkt dat het plaatsen van een chemisch toilet tot de werkzaamheden van [naam gedaagde] behoorde. Gelet hierop wijst de rechtbank deze vordering toe.
Conclusie
4.42.
De conclusie van het voorgaande is dat in totaal een bedrag van € 68.191,31 wordt toegewezen, bestaande uit € 66.671,52 vanwege herstelkosten (gemaakt en nog te maken) en € 1.519,79 vanwege de kosten voor het vaststellen van de schade.
4.43.
[eisers] vorderen rente vanaf 8 februari 2021. De gevorderde rente kan echter pas worden toegewezen vanaf de datum waarop [naam gedaagde] in verzuim is gekomen met de betaling van de gevorderde vervangende schadevergoeding. Ter zake van die betaling is in de brief van 8 februari 2021 een termijn gesteld van veertien dagen na 8 februari 2021, zodat de rente zal worden toegewezen vanaf 23 februari 2021.
Buitengerechtelijke kosten
4.44.
[eisers] maken aanspraak op vergoeding van € 1.625,00 aan buitengerechtelijke kosten. De buitengerechtelijke kosten zijn niet betwist. De rechtbank stelt vast dat uit de brief van 8 februari 2021 blijkt dat er van de zijde van [eisers] incassowerkzaamheden zijn verricht die vergoeding door [naam gedaagde] rechtvaardigen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is over het bedrag van € 66.671,52 toewijsbaar. Het overige gedeelte van de vordering wordt immers afgewezen. De rechtbank matigt de buitengerechtelijke kosten dan ook tot een bedrag van € 1.441,72, op basis van de wettelijke regels met betrekking tot buitengerechtelijke incassokosten, uitgaande van een vordering van € 66.671,52 in hoofdsom.
Proceskosten
4.45.
[naam gedaagde] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:
- griffierecht € 952,00
- salaris advocaat
€ 2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 3.180,00
4.46.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.47.
Tegen de door [eisers] gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring is geen verweer gevoerd, terwijl [eisers] geacht moeten worden daarbij belang te hebben, zodat deze wordt toegewezen.

5..De beslissing

5.1.
veroordeelt [naam gedaagde] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 68.191,31, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 23 februari 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [naam gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.441,72,
5.3.
veroordeelt [naam gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 3.180,00,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. de Geus en uitgesproken op 22 juni 2022.
3242/638