Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..de vennootschap onder firma [gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2] ,
3. [gedaagde 3] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 15 juni 2022, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge verweer op de rolzitting van 23 juni 2022;
- de brief van de griffier d.d. 24 juni 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het e-mailbericht van 7 juli 2022 van de zijde van [eiseres] ;
- het e-mailbericht van 20 juli 2022 van de zijde van [eiseres] , met bijlage.
De heer [gedaagde 2] is in persoon op de rechtbank verschenen, mede namens de heer [gedaagde 3] .
2..De feiten
3..Het geschil
- de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en het gehuurde te ontruimen;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen aan haar te betalen € 51.285,80 met (boete)rente;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen aan haar ter zake van schadevergoeding te betalen € 2.480,98 per maand vanaf de dag waarop de huurovereenkomst zal zijn ontbonden tot en met de ontruimingsdatum;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen aan haar ter zake van schadevergoeding te betalen € 2.480,98 per maand na de ontruiming tot aan de dag waarop zij erin slaagt het gehuurde onder gelijkluidende voorwaarden aan een derde te verhuren, echter ten hoogste tot en met 31 augustus 2023;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om de overeengekomen (boete)rente aan haar te betalen over de openstaande bedragen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag dat de gehele vordering zal zijn voldaan;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.