Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Scandica Nederland B.V. en verschillende gedaagden, waaronder [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. Scandica vorderde schadevergoeding op grond van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat [gedaagde 1] zijn taak als bestuurder onbehoorlijk zou hebben vervuld door de liquide middelen van de vennootschap onrechtmatig te gebruiken. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor de volledige schade van Scandica, terwijl [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ieder aansprakelijk zijn voor een gedeelte van de schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld door valse jaarrekeningen op te stellen en gelden van Scandica te gebruiken voor privédoeleinden. De vordering van Scandica om een voorschot van € 800.000,00 te ontvangen werd toegewezen, verminderd met eerdere betalingen. Daarnaast zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van beslag- en proceskosten. De rechtbank heeft de vorderingen in reconventie van de gedaagden afgewezen, omdat Scandica gerechtigd was tot de verhaalsbeslagen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders en de gevolgen van onbehoorlijk bestuur.