ECLI:NL:RBROT:2022:4905
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek alcoholgebruik en voorlopige rijverbod opgelegd aan beginnende bestuurder na ademonderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van een eiser tegen een besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser, een beginnende bestuurder, werd op 17 juli 2021 staande gehouden door de politie en moest meewerken aan een voorlopig ademonderzoek. Dit onderzoek toonde een alcoholgehalte van 625 µg/l aan, wat leidde tot de beslissing van het CBR om eiser te verplichten een onderzoek naar zijn alcoholgebruik te ondergaan en hem voorlopig niet te laten rijden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het CBR verklaarde dit bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 11 mei 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het CBR.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de verbalisanten eiser op een bepaald tijdstip hebben gezien rijden en dat hij op dat moment een ademalcoholgehalte had dat boven de wettelijke norm lag. Eiser betwistte de juistheid van de tijdstippen in het proces-verbaal en voerde aan dat niet voldaan was aan de zogenaamde 'twintigminuteneis', wat betekent dat er een minimale tijdsduur moet zijn tussen het moment van staande houden en het ademonderzoek. De rechtbank oordeelde echter dat, ondanks de betwisting van eiser, het proces-verbaal op ambtsbelofte was opgemaakt en dat er geen reden was om aan de juistheid ervan te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de beslissing van het CBR om eiser een onderzoek op te leggen naar zijn alcoholgebruik terecht was.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 juni 2022, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.