ECLI:NL:RBROT:2022:422
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-nakoming inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel. De eiseres ontving van 1 januari 1997 tot 10 september 2018 een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). De uitkering werd beëindigd omdat eiseres niet had gereageerd op oproepen voor een heronderzoek. In maart 2019 diende eiseres een nieuwe aanvraag in en overhandigde zij haar bankafschriften over de periode van 1 januari 2018 tot 1 september 2018. Het college constateerde dat eiseres in deze periode aanzienlijke bijschrijvingen en contante stortingen had ontvangen, wat leidde tot de herziening van de bijstandsuitkering en een terugvordering van € 8.172,50. Daarnaast werd er een boete van € 635,40 opgelegd.
Eiseres ging in beroep tegen het besluit van het college, waarbij zij aanvoerde dat er geen sprake was van schending van de inlichtingenplicht, omdat het college al op de hoogte was van de bijschrijvingen. Eiseres betoogde ook dat het college te lang had gewacht met de herziening en terugvordering, en dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres haar inlichtingenplicht niet was nagekomen en dat het college terecht tot herziening en terugvordering was overgegaan. De rechtbank verwierp ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde de proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. S. Veling, in aanwezigheid van griffier mr. M. Sahin, en is openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.