ECLI:NL:RBROT:2022:2424
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.L. de Vette
- W.P.M. Jurgens
- J.J. Turenhout
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om nadeelcompensatie na sluiting van een avondwinkel wegens geweldsincident
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een avondwinkel, en de burgemeester van Rotterdam. Eiser had een verzoek om nadeelcompensatie ingediend na de sluiting van zijn winkel, die was bevolen na een geweldsincident in 2016. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om nadeelcompensatie terecht was afgewezen. De rechtbank stelde vast dat niet was voldaan aan het vereiste van een speciale last, zoals opgenomen in het égalitébeginsel. Eiser was niet onevenredig benadeeld in vergelijking met anderen, aangezien alleen hij schade had geleden door de sluiting. De rechtbank concludeerde dat het bevoegdheidsgebrek, dat was ontstaan doordat het verkeerde bestuursorgaan het besluit had genomen, met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht kon worden gepasseerd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de burgemeester in de proceskosten van eiser, die op € 1.518,- werden vastgesteld, en het griffierecht van € 181,- moest worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.