Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de exploten van dagvaarding van 10 en 12 februari 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord van Allianz, met producties,
- de conclusie van antwoord van [naam gedaagde] c.s. en HDI, met producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 20 oktober 2020, de daarin genoemde voorafgaande aan de zitting toegezonden producties alsmede de ter zitting overgelegde pleit-/aantekeningen aan de zijde van Allianz en [naam gedaagde] c.s. en HDI,
- de conclusie van repliek, tevens houdende wijziging/vermeerdering van eis van [naam eiseres], met producties,
- de conclusie van dupliek van Allianz, met producties,
- de conclusie van dupliek van [naam gedaagde] c.s. en HDI, met producties,
- de akte van Allianz,
- de akte van [naam gedaagde] c.s. en HDI.
2..De feiten
3..De vorderingen en het verweer
primair-, voor recht zal verklaren dat de vordering van [naam eiseres] jegens Allianz niet is verjaard en Allianz gehouden is alle ten gevolge van voornoemd ongeval door [naam eiseres] geleden en nog te lijden schade te vergoeden, zulks nader op te maken bij staat, dan wel Allianz zal veroordelen een bedrag van € 1.644.177,00 aan schadevergoeding (waarbij in aftrek komt het reeds verstrekte voorschot van € 2.000,00 en nog te vermeerderen met de deskundigenkosten van onder meer Letselschade.com) tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [naam eiseres] te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf datum ongeval, 16 juli 2009, subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan die der algehele voldoening, met veroordeling van Allianz in de kosten van het geding,
subsidiair-, voor recht zal verklaren dat [naam gedaagde] c.s. en HDI, ten gevolge van de omstandigheid dat [naam gedaagde] de vordering van [naam eiseres] jegens Allianz heeft laten verjaren, gehouden zijn de door [naam eiseres] ten gevolge van genoemd ongeval geleden en nog te lijden schade, hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te vergoeden, zulks schade nader op te maken bij staat, dan wel HDI zal veroordelen een bedrag van € 1.644.177,00 aan schadevergoeding (waarbij in aftrek komt het reeds verstrekte voorschot van € 2.000,00 en nog te vermeerderen met de deskundigenkosten van onder meer Letselschade.com) tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [naam eiseres] te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf datum ongeval, 16 juli 2009, subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan die der algehele voldoening, met veroordeling van [naam gedaagde] c.s. en HDI in de kosten van het geding.
4..De beoordeling
Tussen de verschillende brieven tussen partijen is nooit meer dan drie jaar verstreken. In de door Allianz in haar conclusie van antwoord uitgevoerde berekening van de tijd die verstreken zou zijn, is geen rekening gehouden met de twee aan haar gezonden brieven van [naam 1] in 2017 (genoemd onder 2.10 en 2.11 hiervoor). Om aan te kunnen nemen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een partij nog een rechtsvordering geldend maakt, is enkel tijdsverloop of enkel stilzitten ook onvoldoende. Vereist is de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan, hetzij bij gedaagde het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat eiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zou maken, hetzij gedaagde in haar positie onredelijk zou worden benadeeld ingeval eiser zijn aanspraak alsnog geldend zou maken. Naar het oordeel van de rechtbank is aan die vereisten niet voldaan. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat Allianz een professionele verzekeringsmaatschappij is, zodat aan haar strengere eisen moeten worden gesteld met betrekking tot het veiligstellen van haar bewijspositie.
5..De beslissing
27 april 2022voor opgave door de procespartijen [naam eiseres] en Allianz van hun verhinderdagen in de periode mei t/m september 2022 met het oog op het vaststellen van een datum en tijdstip voor een (nieuwe) mondelinge behandeling,