ECLI:NL:RBROT:2022:1169
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens te veel vermogen en terugvordering voorschotten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiser had op 4 februari 2021 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar deze aanvraag werd op 6 mei 2021 afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de eiser onvoldoende informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. Daarnaast had het college de aan eiser verstrekte voorschotten van in totaal € 1.839,- teruggevorderd. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde de bezwaren ongegrond.
Tijdens de zitting op 14 januari 2022 heeft eiser aangevoerd dat de lening van zijn moeder, die hij had ontvangen, ten onrechte niet als schuld was erkend. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting bestond. De rechtbank concludeerde dat het vermogen van eiser op de meldingsdatum hoger was dan de voor hem geldende vermogensgrens van € 6.295,-. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag en de terugvordering van de voorschotten terecht waren.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.