Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam01],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning. De eiseres, Stichting De Leeuw van Putten, heeft de vordering tot ontruiming ingediend vanwege ernstige overlast veroorzaakt door de gedaagde, [naam01], die sinds 21 april 2009 de woning huurt. De overlast omvatte herhaaldelijke scheldpartijen, verbale bedreigingen, fysiek geweld en andere vormen van intimidatie, wat leidde tot een onveilig gevoel bij de buren. Een specifiek incident op 5 november 2022, waarbij de zoons van [naam01] de bovenbuurvrouw en haar partner hebben mishandeld, heeft de situatie verder doen escaleren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overlast ernstig en structureel is en dat de Stichting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de gedaagde zich niet als een goed huurder heeft gedragen. Ondanks pogingen van de Stichting om in gesprek te gaan met [naam01] om de overlast te beëindigen, zijn deze gesprekken niet succesvol gebleken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het belang van de Stichting bij een veilige woonomgeving zwaarder weegt dan het belang van [naam01] bij het behoud van de woning.
De kantonrechter heeft de bewindvoerder van [naam01] veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen. Tevens is de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 751,03. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de ernst van de situatie en de mogelijkheid van escalatie bij een naderende ontruiming.