In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel. De eiser, een veelprocedeerder, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 30 maart 2022. De rechtbank heeft het beroep echter niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht kan worden verleend. Hierdoor is de eiser in verzuim om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak in een procedure tussen dezelfde partijen (ECLI:NL:RBROT:2022:1865) ter onderbouwing van haar beslissing. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van L. van Zuijlekom, griffier, en is openbaar uitgesproken. De griffier was verhinderd om de uitspraak mede te ondertekenen. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen, en er is een mogelijkheid voor de eiser om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.