Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 6 april 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord met producties en met voorwaardelijke eis in reconventie;
- de brief van de rechtbank waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met producties;
- de akte uitlating producties tevens houdende producties van [gedaagden];
- de spreekaantekeningen namens B&S en [gedaagden] ten behoeve van de mondelinge behandeling van 11 november 2021;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 november 2021;
- de fax met opmerkingen op het proces-verbaal van [gedaagden]
2..De feiten
Aflossing van de hoofdsom door schuldenaar dient uiterlijk te geschieden per 30 juni 2021.
(…)
3..Het geschil in conventie en in voorwaardelijke reconventie
- [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld in de door B&S gemaakte beslagkosten van € 17.873,20 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het vonnis;
- [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten van € 6.775,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
- [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld in proceskosten en nakosten te vermeerderen met wettelijke rente vanaf zeven dagen na datum van het vonnis.
non-recourse/limited recourse. Daarnaast beroepen [gedaagden] zich op vernietiging van de overeenkomst wegens misbruik van omstandigheden en stellen zij dat B&S ook anderszins onrechtmatig heeft gehandeld jegens [naam gedaagde 1]. Ten aanzien van de vordering tegen [naam gedaagde 2] voeren [gedaagden] als verweer dat B&S wist van de financiële noodtoestand binnen Adam en de afhankelijkheid van [naam gedaagde 1] van Adam. Zij betwisten dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door [naam gedaagde 2].
4..De beoordeling in conventie en in voorwaardelijke reconventie
Vordering op [naam gedaagde 1]
non-recourse / limited recoursedient te worden gekwalificeerd. Het vermogen van [gedaagden] waarop B&S zich zou kunnen verhalen zouden partijen in afwijking van artikel 3:276 BW hebben willen beperken tot alleen de mogelijkheid van verrekening via de koopprijs wanneer B&S de aandelen van [naam gedaagde 1] in Adam zou overnemen, zo stellen [gedaagden]
non-recourse / limited recourse. Zij verwijst hierbij naar de tekst van de overeenkomst en de borgstelling in de overeenkomst.
non-recourse of limited recourseovereen te komen. Uit de tekst van de overeenkomst volgt geen beperking van de verhaalsmogelijkheden van B&S. Sterker nog, uit de overeenkomst volgt juist een uitbreiding van de verhaalsmogelijkheden van B&S, te weten op het privévermogen van [naam gedaagde 2] door de in de overeenkomst opgenomen borgtocht. In tegenstelling tot hetgeen door [gedaagden] is gesteld, is er geen sprake van een standaardovereenkomst die door B&S is voorgesteld en door [gedaagden] is getekend. Dat volgt onder meer uit het feit dat [naam gedaagde 2] uit de overeenkomst heeft laten verwijderen dat zijn echtgenote de overeenkomst ook zou tekenen. [gedaagden] hebben dus inspraak gehad in hoe de overeenkomst zou komen te luiden. Dat de overeenkomst een vorm van (voor)financiering zou betreffen en geen geldlening, zoals [gedaagden] stellen, blijkt nergens uit, terwijl het moeilijk voorstelbaar is dat, wanneer twee professionele partijen
datin de gedachten hadden, zij dat niet – hoe summier ook – aan het papier zouden hebben toevertrouwd.
non-recourseof
limited recoursezijn overeengekomen. Immers is het in die situatie ook goed mogelijk dat er een geldlening is overeengekomen. Het betoog dat uit de wetenschap van B&S, dat [naam gedaagde 1] een geldlening nooit zou kunnen terugbetalen, volgt dat partijen een
non-recourse / limited recoursehebben beoogd faalt omdat die wetenschap niet is komen vast te staan. Op die gestelde wetenschap zal de rechtbank in rechtsoverweging 4.17 nader ingaan.
non-recourseof
limited recourseis overeengekomen.
€ 15.996,-( 4 punten × tarief € 3.999,-)