ECLI:NL:RBROT:2022:10363
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) aan veelprocedeerder na schorsing zitting door geluidsopname
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een veelprocedeerder en het Dagelijks Bestuur van GR Sociaal. De eiser had een aanvraag ingediend voor bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank schorste de zitting omdat de eiser zonder toestemming geluidsopnames maakte. De rechtbank besloot de zaak zonder nadere zitting te behandelen, omdat de eiser had aangegeven het beroep alleen te willen bespreken als er een geluidsopname mocht worden gemaakt, wat niet was toegestaan. De rechtbank oordeelde dat de verweerder de brieven naar het basisregistratiepersonenadres had mogen sturen, aangezien eerder was geoordeeld dat de eiser over een woonadres beschikte. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij als zelfstandige in de zin van het Bbz kon worden aangemerkt, en dat hij geen recht had op bijstand omdat hij geen uitkering uit hoofde van werkloosheid ontving. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.