Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
.
Procesverloop
.
Rechtbank Rotterdam
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 22 juni 2021, wordt de oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) aan eiser door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) besproken. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 15 juli 2020, waarin zijn bezwaar tegen de EMG ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelt dat het proces-verbaal van de politie, dat ten grondslag ligt aan de EMG, op relevante punten incompleet is. Eiser betwist de juistheid van de constateringen in het proces-verbaal en stelt dat zijn rijgedrag niet deugde om de EMG op te leggen. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de EMG is opgelegd, en geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek in de besluitvorming te herstellen binnen zes weken na de uitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat het gebrek is hersteld of verweerder aangeeft geen gebruik te maken van de herstelmogelijkheid.