Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
herstelexploot van 15 april 2021,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 15 maart 2020, met producties;
- de rolbeslissing van de kantonrechter van 8 april 2021 waarbij [eiseres] in de gelegenheid is gesteld tot hernieuwde oproeping van [gedaagde] wegens een gebrek in het exploot van dagvaarding;
- het herstelexploot van 15 april 2021 waarbij het gebrek in de dagvaarding is hersteld en [gedaagde] opnieuw is opgeroepen voor de rolzitting van 12 mei 2021;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] van 9 juni 2021 met producties;
- het tussenvonnis van 21 juni 2021 waarin een mondelinge behandeling is gelast.
2..De vaststaande feiten
feminisatie van het gelaat”van [eiseres]. De kaakchirurg maakt deel uit van het genderteam van het VUmc. De aanvraag bevat voor zover thans van belang de volgende passages:
Patiënte is sinds 2018 bekend bij het genderteam in het VUmc in verband met man-naar-vrouw gender dysforie en heeft de Real Life Event succesvol doorlopen.
Veranderen of verplaatsen van het bot van de kin, of doornemen van kaakbot ten behoeve van een snelle verplaatsing met beugelbehandeling”);
Verlengen van de bovenkaak door deze door te zagen, uit te trekken en vervolgens vast te zetten met pennen en schroeven, waarna de botdelen weer aan elkaar groeien. Operatie volgens Le Fort I.”);
Doornemen en verplaatsen van de onderkaak aan 1 kant of het voorste deel van de onderkaak, geleidelijke verplaatsing met behulp van apparatuur of direct vastzetten”).
Er is geen sprake van een aantoonbare ernstige verminking en/of aantoonbare lichamelijke functiestoornis volgens de huidige wet- en regelgeving”.
Het is onze medisch adviseurs niet duidelijk geworden of deze problematiek komt omdat het gelaat/aangezicht niet vrouwelijk oogt. Zij hebben daarom ook aangegeven dat het voor vrouw aangezien worden, te maken heeft met een groot scala aan factoren zoals kleding, stem, beweegpatroon, gedrag en ook het gelaat. Uit het spreekuur is voor onze medisch adviseurs niet duidelijk geworden welke factor(en) bepalend is/zijn voor het door u ervaren passabiliteitsprobleem, hoewel zij u hier wel nadrukkelijk naar hebben gevraagd. Daarnaast is tijdens het spreekuur naar voren gekomen dat u zelf geen navraag heeft gedaan in uw omgeving, waarom mensen verschrikt reageren en waar dat precies aan ligt.
Vooropgesteld zij het volgende: uw cliënte ervaart een passabiliteitsprobleem. Dat is wat [gedaagde] betreft geen onderwerp van discussie. Hoewel wij dit vanzelfsprekend erg vervelend vinden voor uw cliënte, zijn onze medisch adviseurs er niet van overtuigd dat dit probleem veroorzaakt wordt door de gelaatskenmerken van uw cliënte. Evenmin zijn zij ervan overtuigd dat aangezichtschirurgie tot een oplossing van het probleem leidt”.
3..De weergave van het geschil
[eiseres]
verminkingen die zijn ontstaan door ziekte, een ongeval of een geneeskundige verrichting(…)”.
4..De beoordeling van het geschil
Bevoegdheid kantonrechter
stand van de wetenschap en praktijk”, en bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten. Artikel 2.4 lid 1 sub b Bzv bepaalt dat geneeskundige zorg, zorg omvat zoals (onder andere) medisch-specialisten die plegen te bieden en dat waar het gaat om vergoeding van behandelingen van plastisch-chirurgische aard, deze zorg slechts wordt vergoed indien die strekt tot correctie van onder meer “
verminkingen die het gevolg zijn van een ziekte, ongeval of geneeskundige verrichting”. Ingevolge artikel 2.7 lid 5 sub a Bzv omvat mondzorg voor verzekerden van achttien jaar en ouder onder andere chirurgische tandheelkundige hulp van specialistische aard. Dit betreft mondzorg zorg die tandartsspecialisten (kaakchirurgen) bieden.
2..Aangezichtschirurgie
zich niet meer voordoen, of sterk worden gereduceerd” (vgl: par. 2a Standpunt Zorginstituut). Bij de beoordeling van de aanvraag moet volgens het Standpunt Zorginstituut het genderteam en de geconsulteerde chirurg/arts van oordeel zijn dat aangezichtschirurgie geïndiceerd is én dat de geconsulteerde chirurg/arts van opvatting is dat de ingreep tot “
passabiliteits-verbetering” zal leiden (vgl: slot par. 2c Standpunt Zorginstituut). De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] op dit punt daarom zo dat zij (ook) betwist dat de gewenste ingreep bij [eiseres] tot een passabiliteits-verbetering leidt.
heel mannelijk” wordt beoordeeld. De lijsten zijn bovendien ingevuld door ten minste drie beoordeelaars van verschillende professies, waaronder een beoordelaar die geen deel uitmaakt van het behandelteam van [eiseres], zoals het Zorginstituut adviseert (vgl: par. 2c Standpunt Zorginstituut).
€ 373,00), totaal: € 939,62.
5..De beslissing
: