Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Zvw).
MSR) aan patiënten met chronische pijn aanbiedt. De zorg wordt verleend onder leiding van een revalidatiearts en omvat meerdere specialismen die geïntegreerd worden aangeboden, zoals fysiotherapie, ergotherapie en psychotherapie.
machtiging) daarvoor geeft. Dit machtigingsvereiste hanteert Zilveren Kruis sinds 1 januari 2019.
Bz) – op basis van drie cumulatieve voorwaarden (een getrapte toets) die samengevat neerkomen op het volgende:
zorgregulatoire drietrapsraket.
- alle eerstelijnsbehandelmogelijkheden voldoende zijn geprobeerd. Dat betekent niet dat alle behandelingen in de eerste lijn moeten zijn doorlopen, maar wel dat een behandeling in de eerste lijn niet meer nuttig is (het beginsel van
- een duidelijke noodzaak van geïntegreerde zorg onder expertise van een revalidatiearts is vastgesteld; en
- bij de desbetreffende patiënt een samenloop bestaat van lichamelijke en psychologische klachten.
decemberarrest). Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overweegt, voor zover van belang:
stepped care-beginsel niet in acht was genomen. In 24 zonder overleg afgewezen gevallen was volgens Zilveren Kruis reeds vóór het decemberarrest een herbeoordeling uitgevoerd en/of informatie opgevraagd. Het
stepped care-beginsel wordt ook in deze categorie genoemd als een van de afwijzingsgronden.
juniarrest). Daarin heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onder meer overwogen:
aan de hand van landelijke richtlijnen of anderszins gedocumenteerde beroepsnormen[Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden]
.Het hof oordeelt op dit punt anders dan de voorzieningenrechter omdat verwijzing naar richtlijnen en beroepsnormen (bijvoorbeeld het Standpunt Medisch Specialistische Revalidatie uit 2015 of het Algemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde 2012 (geactualiseerd in 2015 ABK)) het gevaar in zich bergt dat het een ‘technische’ en algemeen geformuleerde afwijzing wordt, terwijl SNR juist is gebaat bij een objectieve en transparant gemotiveerde afwijzing van de patiënt in kwestie. Deze richtlijnen en beroepsnormen zijn zonder meer nodig als basis voor de beslissing maar kunnen zelfstandig een afwijzing niet dragen zonder nadere toelichting.
6.De beslissing
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De eis in hoger beroep
5.Beoordeling
aangewezenop een bepaalde behandeling) verwijst het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden naar de derde trede van de in rov. 5.4 omschreven zorgregulatoire drietrapsraket. Daarbij gaat het om zorg ‘waarop de verzekerde redelijkerwijs is aangewezen’. Ook uit het vervolg blijkt dat het door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aangenomen primaat betrekking heeft op de machtigingsaanvraag. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overweegt immers in de derde volzin van rov. 5.5 dat de indicatie als uitgangspunt moet worden genomen door Zilveren Kruis en dat Zilveren Kruis bij de beoordeling van de machtigingsaanvraag niet op de stoel van de (revalidatie)arts mag gaan zitten.
stepped care-beginsel. Dit volgt reeds uit de tweede volzin van rov. 5.5 van het decemberarrest, gelezen in samenhang met de eerste en de derde volzin. In de eerste volzin stelt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voorop dat het primaat bij de beoordeling van de vraag of een patiënt is aangewezen op een bepaalde behandeling (de ‘indicatiestelling’, in dit geval MSR) bij de revalidatiearts ligt. Dat oordeel wordt gemotiveerd in de tweede volzin: de revalidatiearts stelt MSR pas voor, nadat deze de patiënt uitvoerig heeft onderzocht en daarbij heeft betrokken de (hierboven onder 2.5 weergegeven) aspecten die Zilveren Kruis toetst in het kader van de tweede trede. Tot die aspecten behoort de vraag of het
stepped care-beginsel in acht is genomen. In de derde volzin staat vervolgens vermeld dat de indicatiestelling tot uitgangspunt moet worden genomen door Zilveren Kruis. In de eerste drie volzinnen van rov. 5.5 van het decemberarrest ligt aldus besloten dat het primaat van de revalidatiearts zich mede uitstrekt tot de onder 2.5 bedoelde aspecten die Zilveren Kruis beoordeelt in het kader van de tweede trede van de zorgregulatoire drietrapsraket. Bovendien heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de stellingen van Zilveren Kruis zo uitgelegd dat het
stepped care-beginsel op iedere trede van de reguliere drietrapsraket een belangrijke rol speelt (zie rov. 5.4, slot), dus ook op de derde. Het decemberarrest moet dan ook zo worden uitgelegd, dat het primaat van de revalidatiearts zich tevens uitstrekt tot het onder 5.2.1 sub (ii) vermelde tweede aspect van wat Zilveren Kruis het (verzekeringsrechtelijke) indicatievereiste noemt, te weten of MSR voor de desbetreffende patiënt niet meer omvat (en dus niet duurder is) dan nodig is.
stepped carebetrekt, dan heeft de zorgverzekeraar van de juistheid van die indicatie uit te gaan. De zorgverzekeraar dient bij de beoordeling van de machtigingsaanvraag de visie van zijn medisch adviseur niet gelijk te stellen aan of boven die van de revalidatiearts, zo heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verduidelijkt wat in het decemberarrest al besloten ligt.
telkenswanneer een machtigingsaanvraag niet aanstonds wordt goedgekeurd. Deze uitleg strookt met het door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vooropgestelde primaat van de revalidatiearts. Dat uitgangspunt – dat tevens ten grondslag ligt aan de gegeven geboden – zou worden ondergraven indien Zilveren Kruis machtigingsaanvragen zónder nader overleg zou mogen afwijzen.
Bühne’. Althans, daar zou wederhoor bij de revalidatiearts niet op moeten neerkomen. In een nader overleg kan Zilveren Kruis haar voornemen tot afwijzing toetsen aan de hand van een toelichting door de revalidatiearts. Eventuele verborgen misverstanden kunnen in een gesprek worden opgehelderd. In een gesprek kan blijken dat een aanvraag die op het eerste gezicht compleet leek op grond van nadere (tijdens of naar aanleiding van het gesprek te verschaffen) informatie toch in een ander licht komt te staan. Pas in een gesprek kan dan ook blijken of daadwerkelijk alle informatie is verschaft en of de aanvraag ‘compleet’ is. Een overleg stelt Zilveren Kruis bovendien in staat een eventuele uiteindelijke afwijzing goed te motiveren. Gelet op het verschil van inzicht in het veld over de vraag wanneer MSR is geïndiceerd, kunnen voorts ook toekomstige machtigingsaanvragen zijn gediend met overleg over voorgenomen afwijzingen van (op het eerste gezicht) complete en inzichtelijke aanvragen.