Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2021 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
15 oktober 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:3319), met betrekking tot artikel 35, eerste lid, van de Pw volgt dat de kosten van een verhuizing en inrichting van een woning moeten worden gerekend tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke bestaanskosten. Deze kosten dienen in beginsel uit een inkomen op bijstandsniveau te worden voldaan hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf. Slechts wanneer de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, kan dit een aanleiding zijn om bijzondere bijstand te verlenen.
Beslissing
mr. C.I. Kieviet, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2021.