ECLI:NL:RBROT:2021:6459
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Autoriteit Consument en Markt inzake bestuurlijke boetes en wettelijke rente
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van 20 december 2019, waarin het bezwaar van eisers tegen eerder opgelegde bestuurlijke boetes ongegrond werd verklaard. De boetes waren opgelegd bij besluit van 7 november 2013 en betroffen verschillende bedragen voor de betrokken eisers. De rechtbank overweegt dat de brieven van 13 september 2019, waarin ACM de boetes bevestigde en de wettelijke rente aankondigde, geen invorderingsbesluiten zijn en derhalve niet op rechtsgevolg zijn gericht. De rechtbank stelt vast dat de invorderbaarheid van de boetes is ontstaan met de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) op 20 augustus 2019, waardoor de boetes onherroepelijk zijn komen vast te staan. De rechtbank komt tot de conclusie dat de eisers niet opkomen tegen de vaststelling van de wettelijke rente over de aan hen opgelegde boetes, en dat ACM uit coulance heeft besloten om af te zien van de aanspraak op wettelijke rente voor bepaalde eisers. De rechtbank verklaart de beroepen van eisers ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.