ECLI:NL:HR:2008:BD2778
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Wettelijke rente over onverschuldigde betaling van boete opgelegd door de Nederlandse Mededingingsautoriteit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen NEDERLANDS ELECTRICITEIT ADMINISTRATIEKANTOOR B.V. (NEA) en de STAAT DER NEDERLANDEN, vertegenwoordigd door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). NEA had de Staat gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, met de vordering tot terugbetaling van een bedrag aan wettelijke rente dat zij onverschuldigd had betaald in verband met een opgelegde boete door de NMa. De boete was oorspronkelijk vastgesteld op ƒ 14.000.000, maar na bezwaar en beroep was deze verlaagd naar € 3.500.000. NEA had een bedrag van € 4.672.703,72 aan de NMa betaald, maar stelde dat de wettelijke rente over dit bedrag pas verschuldigd was vanaf dertien weken na de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) op 28 mei 2004, en niet vanaf de datum van de boetebeschikking.
De rechtbank te 's-Gravenhage had de vordering van NEA afgewezen, en het gerechtshof had dit vonnis bekrachtigd. NEA ging in cassatie, waarbij de Hoge Raad de vraag moest beantwoorden of de wettelijke rente over de boete pas verschuldigd werd na afloop van de beroepstermijn of na de uitspraak in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de verschuldigdheid van de wettelijke rente niet wordt opgeschort door het instellen van bezwaar of beroep. De Hoge Raad bevestigde dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf dertien weken na de bekendmaking van de boetebeschikking, ongeacht het aanwenden van rechtsmiddelen.
De Hoge Raad verwierp het beroep van NEA en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest verduidelijkt de toepassing van de Mededingingswet met betrekking tot de verschuldigdheid van wettelijke rente over opgelegde boetes.