ECLI:NL:RBROT:2021:6255
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlening exploitatievergunning horeca-inrichting in Papendrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlening van een exploitatievergunning voor een horeca-inrichting in Papendrecht. De Vereniging van Eigenaars, eiseres, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van Papendrecht, verweerder, die op 19 december 2018 een exploitatievergunning heeft verleend aan de vergunninghouder voor de exploitatie van een grandcafé. Eiseres betoogde dat de vergunning in strijd was met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en dat de woon- en leefsituatie in de omgeving onaanvaardbaar nadelig werd beïnvloed door de exploitatie van het grandcafé. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres tijdig zienswijzen heeft ingediend en dat het beroep ontvankelijk is. De rechtbank heeft vervolgens de belangen van de betrokken partijen afgewogen en geconcludeerd dat de burgemeester in redelijkheid de vergunning heeft kunnen verlenen. De rechtbank oordeelde dat de vergunninghouder voldoende maatregelen had genomen om overlast te beperken en dat de vergunning niet in strijd was met het bestemmingsplan. Eiseres heeft ook verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 500,- schadevergoeding en € 374,- proceskosten aan eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn in kennis gesteld van hun recht om hoger beroep in te stellen.