ECLI:NL:RBROT:2021:2745
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. drs. D.L. Spierings
- Rechtspraak.nl
Verplichting voor gemeenteraadslid tot afdracht contributie door politieke partij niet afdwingbaar
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieke partij en een voormalig gemeenteraadslid. Het geschil betreft de verplichting van het gemeenteraadslid om contributie en een bijdrage aan de verkiezingscampagne te betalen aan de politieke partij. De eiseres, een politieke partij, vorderde betaling van een bedrag van € 844,66, bestaande uit achterstallige contributies en een campagnebijdrage. De gedaagde, het gemeenteraadslid, betwistte de vordering en voerde aan dat de verplichtingen tot betaling niet afdwingbaar zijn op grond van artikel 27 van de Gemeentewet, dat bepaalt dat leden van de raad stemmen zonder last.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verplichtingen van het gemeenteraadslid om bij te dragen aan de partij niet afdwingbaar zijn. Dit is gebaseerd op de opvatting dat afspraken die in strijd zijn met het vrije mandaat van volksvertegenwoordigers niet juridisch afdwingbaar zijn. De rechter verwees naar eerdere rechtspraak en de opvattingen van de (toenmalige) regering over de rechtspositie van politieke ambtsdragers. De kantonrechter concludeerde dat, hoewel de statuten en het huishoudelijk reglement van de politieke partij een betalingsverplichting lijken te scheppen, deze verplichtingen niet kunnen worden afgedwongen in rechte.
De vordering van de eiseres werd afgewezen, en de eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Dit vonnis benadrukt de bescherming van de onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers en de onrechtmatigheid van het afdwingen van partijafdrachten.