Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de oproepingsbrief van 4 december 2020;
- het proces-verbaal van de op 26 april 2021 gehouden mondelinge behandeling.
2..De vaststaande feiten
- over 2011: € 75.000,-
- over 2012: € 75.000,-
- over 2013: € 75.000,-
- over 2014: € 120.000,-
- over 2015: € 100.000,-
- over 2016: € 100.000,- [plus compensatiebedrag ad € 100.000,-]
- over 2017: € 100.000,-.
3..Het geschil
- een verklaring voor recht dat Boon over de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 mei 2019 aan Mangnus een bonus c.q. exploitatiebijdrage verschuldigd is;
- veroordeling van Boon tot betaling van € 151.250,00 aan Mangnus , vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dagvaarding;
- veroordeling van Boon tot betaling van € 2.287,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijk rente vanaf de dagvaarding.
19 december 2011 na 2017 stilzwijgend voortgezet. Zij heeft in de periode van
1 januari 2018 tot en met 5 mei 2019 op hetzelfde niveau bij Boon besteld, waardoor zij op grond van de tussen partijen gemaakte afspraken recht heeft op een exploitatiebijdrage over die periode. Mangnus begroot die bijdrage op € 151.250,00 inclusief BTW.
4..De beoordeling
“Bovenvermelde bijdrage zal door ons worden afgeschreven in 5 jaar. Bij tussentijdse beëindiging zal het niet afgeschreven deel direct opeisbaar zijn.”)
- dagvaarding € 107,48
- griffierecht € 4.030,00
- salaris gemachtigde