Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding d.d. 14 januari 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling (Skypezitting) van 26 oktober 2020 met de daarbij gevoegde spreekaantekeningen;
- de brief van [naam eiser] van 11 november 2020 met een reactie op het proces-verbaal.
2..De feiten
Op 1 november 2016 omstreeks 16.30 uur ging ik op visite bij [naam eiser] op zijn woonadres aan de [adres] . Ik ben sinds 1,5 jaar bevriend met de heer [naam eiser] . We komen over en weer wel eens bij elkaar, maar het is niet zo dat we elkaar iedere week zien. Op de bewuste dag kwam ik van mijn vader, die ook woonachtig is te Helmond. Ik ging naar [naam eiser] toe, omdat ik bij mijn bezoek aan mijn vader slecht nieuws te horen had gekregen. Ik had dus gewoon even steun nodig op dat moment. Ik ben vervolgens bij [naam eiser] naar binnen gegaan. [naam eiser] was op het moment dat ik arriveerde zijn Saksisch porselein aan het wassen bij de aanrecht. Nadat ik binnen was gekomen, liep [naam eiser] terug naar de aanrecht. Ik heb [naam eiser] nog horen zeggen dat hij even nog een porseleinen beeld waar hij mee bezig was wilde schoonmaken, maar dat hij daarna koffie voor mij zou zetten. Voor alle duidelijkheid. Op het moment dat ik de kamer van [naam eiser] binnenkwam stond er één porseleinen beeld op de aanrecht en er stonden nog enige andere beelden op een zeil
3..Het geschil
4..De beoordeling
1.390,00* (2,0 punten × tarief € 695,00)
5..De beslissing
,op 10 februari 2021.