Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats eiser] , eiser,
de korpschef van politie, verweerder,
Procesverloop
.Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich via Skype laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
.
€ 150,00 bruto heeft afgesproken. Ook in het e-mailbericht van 15 november 2019, waarmee de plaatsvervangend directeur het e-mailbericht van 12 juni 2018 naar eiser heeft doorgezonden, geeft de plaatsvervangend directeur aan dat dit de met eiser gemaakte afspraken zijn. Alleen de verklaring van collega [naam collega] dat eiser een toelage van € 275,00 is toegezegd, is voor de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat de plaatsvervangend directeur een vergissing heeft gemaakt. Het e-mailbericht is immers duidelijk, verweerder betwist dat er een vergissing is gemaakt en in het dossier zijn verder geen stukken gevonden waaruit blijkt dat eiser een toelage van € 275,00 is toegezegd.
€ 275,00 ontvangt en eiser zelf een toelage van € 150,00.
6 augustus 2018 vanuit een andere uitgangspositie en in een andere rol met andere werkzaamheden is geplaatst dan de rol waarin collega [naam collega] vanaf 1 november 2015 is geplaatst. Collega [naam collega] kwam vanuit de functie senior tactische opsporing en is als project-leider Webcare voor het landelijke programma Social Media bij DPC gaan werken. Eiser kwam vanuit de functie van senior GGP en is als product coördinator sociale opsporing bij DPC gaan werken. Dat eiser deze rol bij zijn komst bij DPC is toegekend blijkt ook uit het e-mailbericht van 12 juni 2018 van de plaatsvervangend directeur waarin zij die rol nadrukkelijk noemt. Ook uit de verklaring van collega [naam collega] blijkt dat in ieder geval tot 21 februari 2019 de werkzaamheden van [naam collega] en die van eiser verschillend waren.
€ 275,00 gerechtvaardigd zou zijn, maar is collega [naam collega] net als eiser gaan coördineren. Alles overziend vindt de rechtbank deze toelichting van verweerder niet op voorhand ongeloofwaardig. De verklaring van collega [naam collega] alleen is niet genoeg om eisers betoog, dat ook hij als projectleider werkzaam zou zijn, aannemelijk te maken. Los van de vraag wanneer precies eiser en collega [naam collega] dezelfde coördinerende werkzaamheden zijn gaan uitvoeren, geldt voor collega [naam collega] dat hij vanuit de rol van projectleider coördinerende werkzaamheden is gaan doen, dat hij vanuit die rol nog een hogere toelage krijgt en dat verweerder op zitting heeft aangegeven aanleiding te zien om naar die toelage te kijken, nu coördinerende werkzaamheden geen toelage van € 275,00 rechtvaardigen. Eiser komt daarentegen niet vanuit deze rol en is coördinerende werkzaamheden blijven verrichten.
Beslissing
- voor zover dat ziet op de plaatsing zonder sollicitatie niet-ontvankelijk;
- voor het overige ongegrond.
in aanwezigheid van mr. P.F.H.M. Terstegge, griffier.
De uitspraak is in het openbaar gedaan op 15 februari 2021.