3.1.De erfpachters vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
“Ten aanzien van eisers sub I en II ( [naam eiser 1] en [naam eiser 2] ):
Primair
I. gedaagde [de gemeente, in de vorderingen afwisselend als gedaagde en als de Gemeente aangeduid; opmerking rechtbank] te gebieden met eisers sub I en II ( [naam eiser 1] en [naam eiser 2] ) in gesprek te gaan, gelijk zij met de andere erfpachters doet, over de heruitgifte van het recht van erfpacht in het kader van de herontwikkeling van het gebied de Spaanse Polder in de gemeente Schiedam in lijn met de beleidsvoorwaarden daaromtrent;
II. te verklaren voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door het retentierecht van [naam eiser 1] en [naam eiser 2] te schenden;
III. te verklaren voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens [naam eiser 2] door diens hypotheekrecht zonder kennisgeving te laten doorhalen in het kadaster;
IV. te verklaren voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door roerende goederen uit het Pand [naam eiser 1] [naam eiser 2] te (laten) verdwijnen/verduisteren (mede) door het onrechtmatig toegang verschaffen door de Gemeente aan de destijds uitgezette huurder, en gedaagde dientengevolge schadeplichtig is;
V. de in het lichaam van deze dagvaarding onder punten 253 en 266 opgesomde bedingen (…) althans de daarvoor in aanmerking komende bedingen [te vernietigen], dan wel nietig te verklaren of buiten werking te stellen, althans deze erfpachtvoorwaarden voor zover nodig te wijzigen in redelijke bepalingen;
VI. te verklaren voor recht dat de Gemeente jegens [naam eiser 1] en [naam eiser 2] in strijd heeft gehandeld met één of meer in het rechtsbewustzijn levende beginselen van behoorlijke bestuur, althans met het zorgvuldigheidsbeginsel;
VII. gedaagde te veroordelen - tegen behoorlijk bewijs van kwijting - tot betaling van de schade als gevolg van het tenietgaan door toedoen van gedaagde van het (economisch) eigendom van de gebouwde onroerende zaak van eisers sub I en II ( [naam eiser 1] en [naam eiser 2] ) op het erfpachtperceel aan de [adres 1] met zich meebrengt ter hoogte van EUR 2.340.550,18 aan (…) eisers sub I en II ( [naam eiser 1] en [naam eiser 2] (…), althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vaststelt;
VIII. gedaagde te veroordelen - tegen behoorlijk bewijs van kwijting - tot betaling aan eisers sub I en II ( [naam eiser 1] en [naam eiser 2] ) van de overige schade op te maken bij staat;
Ten aanzien van eiser sub III ( [naam eiser 3] , [handelsnaam] ):
IX. gedaagde te gelasten het (verlengde) recht van erfpacht van eiser sub III ( [naam eiser 3] ), althans het gebruik van het perceel, met twee jaar te verlengen, althans voor een zodanige duur als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
X. de in het lichaam van deze dagvaarding onder punten 256, 257, 258, 259, 260, 261 en 274 t/m 289 opgesomde bedingen (…) althans de daarvoor in aanmerking komende bedingen [te vernietigen], dan wel nietig te verklaren of buiten werking te stellen, althans deze erfpachtvoorwaarden voor zover nodig te wijzigen in redelijke bepalingen;
XI. gedaagde te verbieden om het [p]and [naam eiser 3] te slopen gedurende de duur van het gebruik van het pand [naam eiser 3] door [naam eiser 3] , althans, gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag dat de Gemeente dit verbod negeert, met een maximum van EUR 500.000,-, met dien verstande dat indien het [p]and [naam eiser 3] volledig is gesloopt de Gemeente de maximale dwangsom ineens verbeurt, gelet op de draagkracht van gedaagde en het verlies van vermogen indien toch tot sloop van het pand wordt overgegaan;
XII. gedaagde te gebieden met eiser sub III ( [naam eiser 3] ) in gesprek te gaan, gelijk zij met de andere erfpachters doet, over de heruitgifte van het recht van erfpacht in het kader van de herontwikkeling van het gebied de Spaanse Polder in de Gemeente zonder daarbij de voorwaarden voortvloeiend uit BKS 2009 en BKS 2012 als voorwaarden te stellen;
Subsidiair
XIII. gedaagde te veroordelen tot betaling van de schade die het tenietgaan van het (economisch) eigendom van de gebouwde onroerende zaak van eiser sub III ( [naam eiser 3] ) op het erfpachtperceel aan de De Hoopweg 13 te Schiedam met zich meebrengt ter hoogte van EUR 1.300.000,- aan eiser sub III ( [naam eiser 3] ), althans een zodanig bedrag [al]s de rechtbank in goede justitie vaststelt;
Ten aanzien van eiser sub IV ( [naam eiser 4] )
XIV. [de gemeente] te verbieden om het [p]and [naam eiser 4] te slopen gedurende de duur van het gebruik van het pand door [naam eiser 4] , althans, gedurende een door u te bepalen termijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van EUR 500.000,-, met dien verstande dat indien het [p]and [naam eiser 4] volledig is gesloopt de Gemeente de maximale dwangsom ineens verbeurt, gelet op de draagkracht van gedaagde en het verlies van vermogen indien toch tot sloop van het pand wordt overgegaan;
XV. gedaagde te gebieden met eiser sub IV ( [naam eiser 4] ) in gesprek te gaan, gelijk zij met de andere erfpachters doet, over de heruitgifte van het recht van erfpacht in het kader van de herontwikkeling van het gebied de Spaanse Polder in de Gemeente zonder daarbij de voorwaarden voortvloeiend uit BKS 2009 en BKS 2012 als voorwaarden te stellen;
XVI. de in het lichaam van deze dagvaarding onder punten 254, 267 opgesomde bedingen (…) althans de daarvoor in aanmerking komende bedingen [te vernietigen], dan wel nietig te verklaren of buiten werking te stellen, althans deze erfpachtvoorwaarden voor zover nodig te wijzigen in redelijke bepalingen;
XVII. te verklaren voor recht dat de Gemeente onrechtmatig jegens [naam eiser 4] heeft gehandeld door te bepalen dat zijn perceel niet voor herontwikkeling in aanmerking komt;
XVIII. te verklaren voor recht dat de Gemeente ten aanzien van [naam eiser 4] , [naam eiser 1] en [naam eiser 2] in strijd heeft gehandeld met één of meer in het rechtsbewustzijn levende beginselen van behoorlijke bestuur, althans met het vertrouwensbeginsel en/of het zorgvuldigheidsbeginsel;
XIX. te verklaren voor recht dat de Gemeente onrechtmatig jegens [naam eiser 4] heeft gehandeld door het Pand [naam eiser 1] [naam eiser 2] te slopen waardoor het [naam eiser 4] onmogelijk wordt gemaakt zich nog te kunnen conformeren aan de BKS 2009 en/of BKS 2012;
Ten aanzien van alle eisers:
XX. [t]e verklaren voor recht dat de duurzaamheidseis die de Gemeente stelt als voorwaarde voor heruitgifte van de erfpacht nietig is, althans in strijd met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid en/of in strijd is met de maatschappelijk[e] zorgvuldigheid en/of de op haar rustende zorgplicht;
XXL [t]e verklaren voor recht dat de bouwhoogte eis (om bestaande panden te verhogen met één of meerdere bouwlagen) die de Gemeente stelt als voorwaarde voor heruitgifte (na renovatie) van de erfpacht nietig is, althans in strijd met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid en/of in strijd is met de maatschappelijk[e] zorgvuldigheid en/of de op haar rustende zorgplicht;
XXII. [t]e verklaren voor recht dat de eis van een minimale perceeloppervlakte van 1.250 m2 die de Gemeente stelt als voorwaarde voor heruitgifte van de erfpacht nietig is, althans in strijd met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid en/of in strijd is met de maatschappelijk[e] zorgvuldigheid en/of de op haar rustende zorgplicht;
XXIII. [t]e verklaren voor recht dat de solvabiliteitseis die de Gemeente stelt als voorwaarde voor heruitgifte van de erfpacht nietig is, althans in strijd met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid en/of in strijd is met de maatschappelijk[e] zorgvuldigheid en/of de op haar rustende zorgplicht;
XXIV. [t]e verklaren voor recht dat de Gemeente voor heruitgifte van de erfpacht aan eisers slechts een beroep kan doen op het vigerende bestemmingsplan van 2004 en de beeldkwaliteitsstrategie 2012, althans het huidige kader van regelgeving dat de wettelijk voorgeschreven procedures heeft doorlopen;
XXV. Te verklaren voor recht dat de Gemeente verplicht is tot heruitgifte van de erfpacht aan eisers als eisers voldoen aan de (alternatieve) solvabiliteitseis, een minimale oppervlakte van 1.250 [m]2 en het plan van eisers past binnen de beeldkwaliteitsstrategie 2012 en het bestemmingsplan van 2005;
Ten aanzien van [naam eiser 1] , [naam eiser 2] , [naam eiser 3] en [naam eiser 4]
Primair
XXVI te verklaren voor recht dat de handelwijze van gedaagde: - de notariële akten einde erfpacht niet betekenen bij desbetreffende erfpachters en hypotheekhouder- onrechtmatig is en dat gedaagde dientengevolge schadeplichtig is jegens eisers;
XXVII. te verklaren voor recht dat de duurzaamheidseisen als omschreven in het lichaam van de dagvaarding in strijd zijn met de Dienstenrichtlijn;
XXVIII.(a) te verklaren voor recht dat gedaagde op basis van de gepubliceerde en gecommuniceerde mogelijkheid voor heruitgifte gehouden is met eisers in overleg te treden en zich in te spannen tot heruitgifte aan eisers te komen; (b) gedaagde te veroordelen met eisers [naam eiser 1] , [naam eiser 2] , [naam eiser 3] en [naam eiser 4] , in overleg te treden met het doel tot heruitgifte van de erfpacht te komen;
XXIX. te verklaren voor recht dat gedaagde onrechtmatig handelt door aan eisers voor hun bestaande erfpachtlocaties zwaardere eisen op te leggen via civielrechtelijke weg terwijl via de publiekrechtelijke weg lichtere eisen gelden, althans een voldoende publiekrechtelijk[e] regeling voorhanden was;
XXX. te verklaren voor recht dat de gedaagde onvoldoende rekening houdt met de belangen van de erfpachters (eisers) en derhalve in strijd handelt met de redelijkheid en billijkheid en/of de op haar rustende zorgplicht;
XXXI. te verklaren voor recht dat gedaagde in strijd heeft gehandeld met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur en/of de redelijkheid en billijkheid door niet op zorgvuldige wijze overleg met eisers te plegen over heruitgifte en herontwikkeling;
XXXII. te verklaren voor recht dat de Gemeente gehouden is kosten en schade te vergoeden ter zake de handelwijze waarvan de rechtbank heeft bepaald dat deze naar aanleiding van een of meer van de ingestelde vorderingen in strijd [is] met de wet of het recht;
Zowel primair als subsidiair
XXXIII. Gedaagde te veroordelen - tegen behoorlijk bewijs van kwijting - tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en schade, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vernemen te behoren, van eisers en wel als volgt:
t.a.v. [naam eiser 1] en [naam eiser 2] : te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
t.a.v. [naam eiser 4] : te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
t.a.v [naam eiser 3] : te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
XXXIV. Gedaagde te veroordelen tot betaling van de kosten van de onderhavige procedure, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen veertien dagen na de dag, waarop het vonnis is gewezen aan eiser[s] zullen zijn voldaan, daarover vanaf de veertiende dag wettelijke rente verschuldigd is.”