ECLI:NL:RBROT:2021:10441

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2021
Publicatiedatum
28 oktober 2021
Zaaknummer
10-252049-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid en vervaardiging en bezit van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, die zich op social media voordeed als een jongen van zestien, heeft een minderjarig slachtoffer van elf jaar oud gedwongen tot ontuchtige handelingen en het maken van seksuele opnamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 3 augustus 2019 tot en met 9 augustus 2019 in Delfgauw en van 3 augustus 2019 tot en met 16 december 2019 in Ooltgensplaat, deze feiten heeft gepleegd. De verdachte heeft bekend en er is geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 2.500,- aan de benadeelde partij toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-252049-20
Datum uitspraak: 14 oktober 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
raadsvrouw mr. E.A. Kool, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 september 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.L. van Prooijen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, te weten de feitelijke aanranding van de eerbaarheid en de vervaardiging en het bezit van 77 kinderpornografische afbeeldingen, met uitzondering van het onder 2 ten laste gelegde gewoonte maken van het plegen van dit misdrijf;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapportage van 12 mei 2021.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen – met uitzondering van de onder 2 ten laste gelegde gewoonte – zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 03 augustus 2019 tot en met 09 augustus 2019 te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp, althans in Nederland, (telkens) door (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en door bedreiging met geweld een persoon, te weten (de minderjarige)
[naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2008), heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, namelijk het (voor een webcam):
- zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en- tonen en betasten van de (blote) borsten en (blote) billen en (ontbloot) onderlichaam en
- tonen en betasten van de (blote) vagina en (ontbloot) onderlichaam en
- inbrengen van (een) vinger(s) en voorwerp(en) (potlo(o)d(en) in de vagina en anus en
- maken van één of meer foto('s) en film(s)/video(’s) van bovengenoemde handelingen en
- naar hem, verdachte, opsturen van deze (naakt)foto('s)/(naakt)film(s)/ video(’s)
en waarbij de andere feitelijkhe(i)d(en) en de bedreiging met geweld hebben bestaan uit het (telkens)
- sturen van meerdere volgverzoeken naar het Instagram account van die [naam slachtoffer] en
- in die volgverzoeken (in het Engels) schrijven dat die [naam slachtoffer] de volgverzoeken moest accepteren en als zij dat niet deed er rare dingen zouden gebeuren en dat anders het vriendinnetje van die [naam slachtoffer] zou worden ontvoerd en dat de schrijver wist waar die [naam slachtoffer] en haar vriendinnetje woonde en
- ( via Direct Messenger in het Engels) geven van (dwingende) opdrachten aan die [naam slachtoffer] om foto’s en/of filmpje(s)/video(‘s) te sturen waarop zij zonder kleren was te zien en waarop zij ontuchtige handelingen verrichtte (onder meer de opdracht: "I want a good view of you touching and fingering an your face when you doing it") en
- zonder toestemming onverhoeds en heimelijk maken van opnamen van bovengenoemde ontuchtige handelingen en
- sturen van brieven gericht aan die [naam slachtoffer] met foto’s/screenshots van filmpje(s)/video(‘s) van die (deels ontklede) [naam slachtoffer] en met hierin bedreigende en intimiderende teksten (onder meer: “Remember to say nothing to anyone not your family not your friends en “You should get back in contact with me right away” en
“Remember .. l know where you live" I know where [naam 2] lives Just be carefull for all of them .. We don't want anything to happen to them .. Accidents just happen ..”;
2.
hij in de periode van 03 augustus 2019 tot en met 16 december 2019 te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee, een mobiele telefoon (merk Huawei), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger/
eenhand en
eenvoorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
enhet met de vinger/
eenhand en een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen:[bestandsnaam 1], [bestandsnaam 2], [bestandsnaam 3])
en
het met de vinger/
eenhand betasten/aanraken van het geslachtsdeel van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger/
eenhand betasten/ aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
(Bestandsnamen: [bestandsnaam 4])
en
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen; [bestandsnaam 5], [bestandsnaam 6])
.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
2.
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op social media voorgedaan als een jongen van zestien toen hij met het slachtoffer van destijds 11 jaar oud in contact kwam. Hij heeft eerst ‘een vraag- en antwoordspelletje’ met haar gespeeld, zoals de verdachte dat zelf noemt, en heeft haar vervolgens bedreigd en gedwongen om zichzelf te ontkleden, om seksuele handelingen te verrichten en hij heeft haar gedwongen om daar foto’s en filmpjes van naar hem te sturen. De verdachte heeft die foto’s en filmpjes opgeslagen met een schermrecorder-app. Daarmee heeft hij zich ook schuldig gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno.
De verdachte heeft met de bewezen verklaarde handelingen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, hetgeen in zijn algemeenheid als (zeer) ingrijpend en traumatisch wordt ervaren. Kinderen van deze jonge leeftijd bevinden zich nog volledig in de fase van hun (psycho-)seksuele ontwikkeling en de verdachte heeft met zijn handelen bewerkstelligd dat een normale seksuele ontwikkeling onmogelijk is geworden. De ervaring leert dat seksueel misbruik van kinderen kan leiden tot grote psychische schade, waaronder verstoring van de seksuele ontwikkeling van de slachtoffers.
De rechtbank rekent het de verdachte verder zwaar aan dat hij het slachtoffer, haar familie en de familie van een vriendin van het slachtoffer door het sturen van vier brieven ernstig heeft bedreigd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
16 augustus 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 mei 2021. Dit rapport houdt – onder meer en voor zover van belang – het volgende in.
Door de behandeling die de verdachte bij Fivoor krijgt, kan de kans op recidive dalen. Het is daarom van belang dat de verdachte die behandeling voortzet. De negatieve spiraal in zijn leven kan daarmee doorbroken worden en de verdachte kan meer grip krijgen op zijn eigen functioneren. Het psychisch functioneren en de houding van de verdachte zijn punten van aandacht.
De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, meewerken aan een ambulante behandeling bij Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, meewerken aan informatie-uitwisseling tussen de reclassering en de wijkagent en inzage geven in zijn gebruik van sociale media en gegevensdragers.
Psycholoog [naam 1] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd
25 januari 2021. Dit rapport houdt – onder meer en voor zover van belang – het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een autistiforme stoornis die ook bestond ten tijde van het ten laste gelegde. Die stoornis beinvloedde ook zijn gedragingen in aanloop tot de feiten. De verdachte raakte ontregeld en sterk gespannen. In het hem ten laste gelegde is duidelijk de verkokering van de blik en de obsessie passend bij die stoornis te herkennen die de verdachte altijd parten ging spelen als hij de spanningen in zijn dagelijks leven niet meer kon hanteren. Hij seksualiseerde zijn spanningen waarbij een pedofiele voorkeur voor jonge meisjes gebleken is die op rigide, dwangmatige en obsessieve wijze geuit werd. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag nu hij in behandeling is. Zonder behandeling zou dit ingeschat zijn als matig omdat de verdachte door zijn problematiek niet in staat is zelfstandig zijn emoties en behoeften te reguleren. De vergevorderde behandeling bij een forensische polikliniek heeft duidelijk resultaten. De kans op recidive is praktisch tot nihil teruggebracht. De verdachte leert waar de triggers liggen voor zijn probleemgedrag en hij leert een alternatieve coping aan. Duidelijk is dat de behandeling die bij Fivoor is opgestart, passend is en zowel de verdachte als zijn omgeving rust en duidelijkheid geeft.
Geadviseerd wordt om het huidige behandeltraject op te nemen als voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijk op te leggen straf zodat er geen mogelijkheid is zich hieraan te onttrekken. De verdachte is zeer gemotiveerd, maar het is voorstelbaar dat bijvoorbeeld een wisseling van behandelaar onrust kan geven waardoor hij kan afhaken. Dat kan op die manier voorkomen worden.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapportages.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus
in verminderde matetoerekeningsvatbaar geacht.
Uit de rapportages en uit hetgeen de verdachte op zitting heeft verteld blijkt dat hij openheid van zaken geeft, spijt lijkt te hebben van wat hij gedaan heeft en dat hij gemotiveerd meewerkt aan zijn behandeling om herhaling te voorkomen.
Echter, gezien de ernst van beide feiten en het leed dat het slachtoffer is aangedaan, zoals omschreven in de toelichting bij het verzoek om schadevergoeding, past alleen het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Een deel van de voorgenomen straf zal voorwaardelijk opgelegd worden, met de voorwaarden die hierna worden genoemd, omdat de rechtbank de door de reclassering geadviseerde begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om een proeftijd van drie jaar aan het voorwaardelijke strafdeel te verbinden.
Wat betreft de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarde die ziet op het zedenconvenant merkt de rechtbank op dat een dergelijke voorwaarde onvoldoende precies is, terwijl ook niet duidelijk is met welk doel en in welke vorm de bezoeken van de wijkagent waaraan medewerking moet worden verleend, dienen plaats te vinden (vgl. HR 6 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:498). Wat betreft de geadviseerde voorwaarde dat de verdachte aan de reclassering laat weten wat hij op sociale media doet en dat ook toont op zijn gegevensdragers, geldt het volgende. Een bijzondere voorwaarde als bedoeld in artikel 14c, lid 2 onder 14°, Sr dient het gedrag van de veroordeelde te betreffen. Als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde of die een gedraging betreffen waartoe hij uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht. Zo’n voorwaarde dient voldoende precies het daarin vervatte gedragsvoorschrift te formuleren. Zij kan niet geacht worden gedrag van de verdachte te omvatten dat in feite overeenkomt met het meewerken aan (door de politie) uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen. De betreffende voorwaarde voldoet niet aan deze randvoorwaarden. Bovendien is niet duidelijk op welke wijze het onderzoek aan de gegevensdragers mag worden uitgevoerd en welke functionarissen daarbij de reclassering (technische) ondersteuning mogen bieden, zodat gewaarborgd is dat de persoonlijke levenssfeer van de verdachte niet meer dan nodig voor het beoogde toezicht wordt beperkt (vgl. HR 7 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1215).
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering aan de orde is.

8..Vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[naam benadeelde] heeft zich, middels haar gemachtigde, als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.500,- aan immateriële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 6:106 BW geeft een limitatieve opsomming van de
gevallen waarin deze bepaling recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg
van onrechtmatig handelen. In het artikel wordt onder b. genoemd aantasting in de persoon:
1) door het oplopen van lichamelijk letsel;
2) door schade in zijn eer of goede naam;
3) op andere wijze.
Van de onder b.3) bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo’n geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde
zo voor de handliggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Naar het oordeel van de rechtbank levert het onder 1 bewezenverklaarde feit een situatie op waarbij die nadelige gevolgen voor de benadeelde inderdaad evident zijn.
Daarmee is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op het gevorderde bedrag.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 9 augustus 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil
en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2.500,- vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Behalve op het reeds genoemde artikel, is gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240b en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener voor zijn problematiek, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de zorgverlener verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
9 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Vogtschmidt, voorzitter,
en mrs. A.M. van der Leeden en A.M.J. van Buchem-Spapens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 03 augustus 2019 tot en met 09 augustus 2019 te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp, althans in Nederland, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een persoon, te weten (de minderjarige) [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2008), heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het (voor een webcam):
- zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of
- tonen en/of betasten van de (blote) borsten en/of (blote) billen en/of (ontbloot) onderlichaam en/of
- tonen en/of betasten van de (blote) vagina en/of (ontbloot) onderlichaam en/of
- inbrengen van (een) vinger(s) en/of voorwerp(en) (potlo(o)d(en) in de vagina en/of anus en/of
- maken van één of meer foto('s) en/of film(s)/video(’s) van bovengenoemde handelingen en/of
- naar hem, verdachte, opsturen van deze (naakt)foto('s)/(naakt)film(s)/ video(’s)
en waarbij het geweld en/of de andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het (telkens)
- sturen van meerdere volgverzoeken naar het Instagram account van die [naam slachtoffer] en/of
- in die volgverzoeken (in het Engels) schrijven dat die [naam slachtoffer] de volgverzoeken moest accepteren en als zij dat niet deed er rare dingen zouden gebeuren en/of dat anders het vriendinnetje van die [naam slachtoffer] zou worden ontvoerd en dat de schrijver wist waar die [naam slachtoffer] en haar vriendinnetje woonde en/of
- ( via Direct Messenger in het Engels) geven van (dwingende) opdrachten aan die [naam slachtoffer] om foto’s en/of filmpje(s)/video(‘s) te sturen waarop zij zonder kleren was te zien en/of waarop zij ontuchtige handelingen verrichtte (onder meer de opdracht: "I want a good view of you touching and fingering an your face when you doing it") en/of
- zonder toestemming onverhoeds en heimelijk maken van opnamen van bovengenoemde ontuchtige handelingen en/of
- sturen van brieven gericht aan die [naam slachtoffer] met foto’s/screenshots van filmpje(s)/video(‘s) van die (deels ontklede) [naam slachtoffer] en met hierin bedreigende en/of intimiderende teksten (onder meer: “Remember to say nothing to anyone not your family not your friends en/of “You should get back in contact with me right away” en/of
“Remember .. l know where you live" I know where [naam 2] lives Just be carefull for all of them .. We don't want anything to happen to them .. Accidents just happen ..”;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 03 augustus 2019 tot en met 16 december 2019 te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens (77) afbeeldingen, te weten (77) video’s en/of gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (merk Huawei), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad, en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen:[bestandsnaam 1], [bestandsnaam 2], [bestandsnaam 3])
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
(Bestandsnamen: [bestandsnaam 4])
en/of
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een voorwerp en/of
in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen; [bestandsnaam 5],
[bestandsnaam 6])
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.