5.2.Bewijsoverwegingen
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Telefoons
Bij de verdachte [naam verdachte] is een mobiele telefoon van met merk Wiko inbeslaggenomen en onderzocht. Deze telefoon zal verder aangeduid worden als de Wiko telefoon. Deze telefoon maakt vanaf 7 april 2018 gebruik van het Nederlandse netwerk.
Bij de verdachte [naam 2] is een mobiele telefoon van het merk Samsung type S6 inbeslaggenomen en onderzocht. Ook is komen vast te staan dat [naam 2] gebruik maakte van een Samsung type Grand Neo, die werd aangetroffen in de woning waar beide verdachten verbleven Deze telefoons zullen verder worden aangeduid als de Samsung S6 en de Samsung Grand Neo. Deze telefoons zijn vanaf 26 april 2018 actief op het Nederlandse netwerk.
Uit de analyse van de historische verkeersgegevens blijkt dat de telefoons van de verdachten [naam verdachte] en [naam 2] vanaf 26 april 2018 vrijwel dagelijks zendmasten aanstraalden in elkaars directe omgeving.
Onderzoek aan de telefoons
In de periode van april tot en met juni 2018 heeft [naam verdachte] op zijn Wiko telefoon 1722 webpagina’s met jihadistisch materiaal bezocht.
Het gaat hierbij onder meer om informatie en/of handleidingen over wapens en explosieven, audiolessen van Abu Ali al-Anbari en/of oproepen tot het aansluiten bij de strijd of het doden van ongelovigen en /of het martelaarschap.
Op een in de Wiko telefoon aanwezige SD-kaart zijn onder meer videoproducties van Al‑Qa'ida en de Islamitische Staat en infographics uit het tijdschrift van de Islamitische Staat al-Nabaa aangetroffen. Deze bestanden hebben een created date vanaf medio februari 2018.
Ook op de telefoons van [naam 2] zijn IS gerelateerde artikelen aangetroffen met betrekking tot afvalligen, jihad en de beloning van de martelaar.
Op 17 april 2018 heeft [naam verdachte] een afbeelding afkomstig uit de Rumiya, dit is een digitaal magazine dat wordt uitgebracht door de terreurorganisatie IS, bekeken. Dit was een afbeelding met daarop instructies om een aanslag te plegen met een vrachtwagen. De titel van het document is “Just Terror Tactics - Truck Attacks”. Op de afbeelding werd
aangegeven aan welke eisen de vrachtwagen moet voldoen, hoe men in het bezit kan komen van een vrachtwagen en de meest ideale doelen om met een vrachtwagen een aanslag op te plegen.
Op 2 en 3 mei 2018 heeft [naam verdachte] webpagina’s bezocht waarop handleidingen stonden voor het maken van explosieven.
In mei 2018 heeft [naam verdachte] meerdere malen een website bekeken met pro-IS jihadistisch nieuws. Ook zocht en bezocht hij – tientallen malen – video’s en websites met betrekking tot de aanslagen in Parijs, Berlijn en Luik en meerdere websites over het testament van een aanslagpleger.
Op 5 juni 2018 stuurde [naam verdachte] de geloofsleer van Islamitische Staat aan [naam 2] .
De verdachte [naam verdachte] had op zijn Wiko telefoon de Facebook-app geïnstalleerd. Deze app was gekoppeld aan een account genaamd [naam 3] . Onder dit account heeft de verdachte in de periode van 6 tot en met 17 juni 2018 chatgesprekken gevoerd met [naam 4] .
In deze gesprekken zegt [naam 4] dat hij een helper/aanhanger van IS is. De verdachte schrijft onder meer aan [naam 4] dat men zich moet opofferen als je de Staat wilt doen overwinnen, dat hij wapens en explosieven wil kopen en dat hij met toestemming van God “het slaan van de Nederlandse veiligheid” als plan heeft. Daarbij stuurde hij een foto van politiebureau De Veranda in Rotterdam. De verdachte wil bovendien de hoofdverzameling van de Mobiele Eenheid weten. Hij schrijft dat hij zoveel mogelijk vijanden van God wil doden en dat broeders hem financieel moeten helpen om de stoffen/materialen aan te schaffen. Hij vraagt verder om aanwijzingen om een gordel te maken. De verdachte schrijft hiernaast dat er een zuster is die met hem wil werken, zij wil een gordel dragen. De verdachte zou contact hebben met Albanezen nog vanuit zijn detentie in Duitsland en zij gaan hem voorzien van een mitrailleur, een 9mm en explosieven. Ook hebben [naam 4] en de verdachte op 17 juni 2018 gesproken over het maken van een film om de gemeenschap aan te sporen tot de strijd.
Uit de gegevens uit de telefoon van [naam verdachte] blijkt dat hij, onder de naam [naam 8] , vanaf 9 juni 2018 bijna dagelijks contact had met een persoon genaamd [naam 9] , die gebruik maakte van een Frans telefoonnummer. Ze zeggen verder te praten via Telegram. De verdachte zegt dat hij € 6000,- gaat ontvangen en dat hij daarmee spullen gaat aanschaffen in Duitsland. Ook zegt hij dat hij nog niet weet of de broeder oprecht is en dat, als hij dat niet is, hij nog andere broeders heeft.
Op 9 juni 2018 hebben [naam verdachte] en [naam 2] met hun mobiele telefoons een filmpje gemaakt in de directe nabijheid van de Erasmusbrug. Beiden zingen nasheeds mee die – kort gezegd – de boodschap hebben dat de strijder afstand doet van alles in dit leven om zich te richten op de jihad en te sterven als martelaar.
Op 9 juni 2018 berichtte [naam verdachte] zijn zus dat hij “nabij zijn werk is gekomen”. In dat bericht vraagt zij ook naar [naam 2] . Gelet op foto die is meegestuurd gaat het om [naam 2] .
In de nacht van 14 op 15 juni 2018 heeft [naam 2] aan zijn familie een ingesproken bericht gestuurd inhoudende: “Maak je je geen zorgen, ik zal goed voor je zorgen, God zij geprezen. Hij gaat goed voor jou zorgen in het hoogste paradijs, o het hoogste niveau Inshallah, ons lot”. Vervolgens stuurde [naam 2] meerdere nasheeds. Deze gingen onder meer over het martelaarschap en de nadrukkelijke wens om strijder te zijn, een oproep om te strijden met het zwaard tegen de ongelovigen.
Op 16 juni 2018 heeft [naam 4] aan [naam verdachte] een link gestuurd naar de infographic met als titel “adviezen voor de mujahedin in de vijandelijke staten”, oorspronkelijk afkomstig uit de weekly Al-Naba van de Islamitische Staat uit november 2017. De infographic bevat adviezen over de planning en uitvoering van een aanslag. [naam verdachte] had daarvoor [naam 4] gezegd dat hij wapens en explosieven wil kopen. De infographic is door [naam verdachte] vrijwel direct doorgestuurd naar de Samsung S6 van [naam 2] .
Op 17 juni heeft [naam verdachte] de grondbeginselen voor de IS in een openbare Facebookgroep geplaatst. Op de profielfoto van [naam 3] op Facebook was op de achtergrond een wapen te zien en op de voorgrond de spreuk: “Ik word nooit jaloers, behalve van een mujahid die zijn leven eindigt met shahada (martelaar) voor de wil van Allah”. Deze profielfoto is ook aangetroffen in de telefoon van [naam 2] .
Bespreking van de verweren
[naam verdachte] heeft op de zitting aangevoerd dat wat hij heeft gezegd in de chatgesprekken met [naam 4] grootspraak en leugens waren om zodoende van hem geld los te krijgen. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat hetgeen de verdachte aan [naam 4] heeft verklaard onbetrouwbaar is en van het bewijs dient te worden uitgesloten dan wel niet serieus dient te worden genomen.
Dit betoog van de verdediging wordt niet gevolgd. De verdachte heeft over een langere periode meermalen gechat met [naam 4] . Nadat er een paar dagen geen contact was, was het de verdachte die weer contact zocht. Niet gebleken is dat wat de verdachte tegen hem gezegd heeft als onbetrouwbaar kan worden aangemerkt, want ook in de chatgesprekken met [naam 9] heeft de verdachte gezegd dat hij geld gaat krijgen en materiaal gaat kopen. Hij heeft gezegd dat hij vrienden kent in Duitsland van toen hij bij de organisatie was en “zij verstrekken ons de materialen tegen geldbetaling”. Ook merkte hij op dat hij andere broeders kent als de ene broeder niet oprecht blijkt te zijn. Hiernaast betrekt de rechtbank dat - alhoewel de verdachte onjuistheden lijkt te hebben geschreven in zijn chat met [naam 4] - hij ook meerdere berichten heeft verstuurd die conform de waarheid zijn, zoals over zijn detentie in Duitsland, in welke deel van Duitsland hij heeft gewoond en over zijn broer in Frankrijk. Uit de stukken van zijn detentie in Duitsland blijkt immers dat hij toen heeft verzocht een broer te mogen bellen op een Frans telefoonnummer.
De rechtbank verwerpt ook het verweer dat de verdachte van veel materiaal niet heeft geweten heeft dat het op zijn telefoon stond en dat in het algemeen blijkt dat het materiaal niet van één concrete groep te koppelen is. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
In de periode 9 april tot en met 17 juni 2018 zijn van de 3946 webpagina’s die zijn bezocht ongeveer de helft ervan, 1722, webpagina's met jihadistisch materiaal. Verder wordt voornamelijk porno gezien en een klein aantal andere websites.
De rechtbank acht het niet geloofwaardig dat een dergelijke grote hoeveelheid video’s en afbeeldingen ongemerkt op de telefoon van de verdachte terecht is gekomen en is blijven staan, zonder dat hij dit wist. Dit geldt te meer nu de verdachte ook in zijn gesprek met [naam 4] benadrukt dat hij ‘altijd zulke informatie raadpleegt’, waarbij verwezen wordt naar het door [naam 4] aan hem gezonden IS-infographic “adviezen voor de mujahedin in de vijandelijke landen”.
Over de video’s die de verdachten maakten op de Erasmusbrug heeft [naam verdachte] verklaard dat dit liedjes waren die zij vroeger op school hadden geleerd en dat ze niets met geweld of terrorisme te maken hebben. De raadsvrouw heeft bepleit dat de stelling van het openbaar ministerie dat het een afscheidsvideo is niet kan worden gevolgd.
Het betoog dat de liedjes onschuldige kinderliedjes zijn, volgt de rechtbank niet. De Midden-Oostendeskundige heeft de liederen geduid als jihadistisch, waarbij deze vaak worden gebruikt onder strijdliederen of onder video’s van martelaren. De boodschap van één van de liederen is dat de strijder afstand doet van alles in dit leven om zich te richten op
de jihad en te sterven als martelaar. De liederen zien duidelijk op de jihad in de zin van de gewapende strijd tegen de ongelovigen en afvalligen en op het martelaarschap in jihadistische context. Dit bezien in combinatie met het overige in de telefoon van de verdachte aangetroffen materiaal, zoals de zoekslagen naar de afscheidsvideo’s en testamenten van aanslagplegers in andere Europese steden en de chatgesprekken met [naam 4] waarin onder meer wordt gesproken over de wens van de verdachte zich op te offeren voor de Staat (de rechtbank begrijpt “Islamitische Staat”), brengt de rechtbank tot de conclusie dat deze video gezien dient te worden als een afscheidsvideo die gebruikt diende te worden als de verdachte zijn plannen zou uitvoeren. Ook ziet de rechtbank in deze opname de ondersteuning van de constatering dat de verdachten onafscheidelijk waren in de periode dat zij in Nederland verbleven.