In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil over aanslagen forensenbelasting voor de jaren 2018 en 2019. Eiseres, eigenaar van een recreatiewoning op het vakantiepark 'Noordzeepark' in Ouddorp aan Zee, heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen van respectievelijk € 450,- en € 456,75. De heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling heeft deze aanslagen opgelegd op basis van de verordening forensenbelasting van de gemeente Goeree-Overflakkee. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet heeft bewezen dat de woning niet gemeubileerd is, en dat de bewijslast bij de verweerder ligt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bewijslast bij eiseres ligt, en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de recreatiewoning niet als gemeubileerd kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres gedurende meer dan 90 dagen in de belastingjaren 2018 en 2019 de recreatiewoning beschikbaar heeft gehouden, en dat de aanslagen derhalve terecht zijn opgelegd. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. dr. M.I. Blagrove, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Gerde, griffier.