Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Opmerking vooraf
minimaal33 verhuringen in de periode 2017 – 2018. Dit levert evenveel tekortkomingen op.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter op 4 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen De Frisse Wind B.V. en Stichting LC Bewindvoering, met betrekking tot de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning. De eiseres, De Frisse Wind B.V., had de huurovereenkomst met de huurder, [naam], ontbonden wegens onderverhuur van de woning via Airbnb, wat in strijd was met de huurovereenkomst. De huurder was in schuldsanering en had eerder een vonnis gekregen dat de huurovereenkomst ontbond, maar de uitvoering daarvan was opgeschort vanwege de schuldsanering. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst nog steeds bestond en dat de tekortkomingen van de huurder, met name de onderverhuur, voldoende ernstig waren om de ontbinding te rechtvaardigen. De rechter wees de vordering van De Frisse Wind toe en veroordeelde LC Bewindvoering om de woning binnen 30 dagen te ontruimen. De rechter overwoog dat de huurder, ondanks zijn schuldsanering, niet gerechtigd was om de woning onder te verhuren en dat de belangen van de verhuurder zwaarder wogen dan die van de huurder. De kantonrechter wees ook de verzoeken van de huurder af om de ontruiming te voorkomen, en stelde dat de huurder voldoende tijd had om een nieuw woonadres te vinden.