Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ORGANISATIE VOOR BEWINDVOERING EN INSOLVENTIE NEDERLAND (OBIN) B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder van appellante,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning. De zaak betreft een appellante die in een schuldsaneringsregeling verkeert en die door de Stichting Stadgenoot is aangeklaagd voor ontruiming vanwege een huurachterstand. De rechtbank had eerder de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming toegewezen, wat de appellante in hoger beroep aanvecht. Het hof heeft in een eerder tussenarrest partijen gevraagd om zich uit te laten over de gevolgen van de schuldsanering en de toepassing van artikel 305 lid 2 van de Faillissementswet. De appellante stelt dat deze wetgeving betekent dat de vordering tot ontruiming niet kan worden toegewezen zolang de schuldsanering loopt. Het hof oordeelt echter dat de kantonrechter de ontbinding van de huurovereenkomst terecht heeft toegewezen, ondanks de argumenten van de appellante over haar persoonlijke omstandigheden en de onduidelijkheid over de hoogte van het watergeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de grieven van de appellante af. De appellante wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.