Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 24 februari 2020 tevens houdende incidentele vordering op grond van 843a Rv, met zeven producties;
- de conclusie van antwoord in het incident van Cygne;
- de conclusie van repliek in het incident van EY NL, mede houdende vermindering van eis;
- de conclusie van dupliek in het incident van Cygne.
2..De feiten in het incident
Share Sale and Subscription agreement(hierna: de SSSA). De verkoopprijs bedroeg USD 1.288.749.090. In de SSSA is vermeld dat COFCO Hongkong en Nidera Capital een aandeelhoudersovereenkomst zouden sluiten en dat zij zich verbonden te onderhandelen over een strategische samenwerkingsovereenkomst.
Deed of Assignmentvastgelegd dat:
closingvan de transactie heeft op 14 oktober 2014 plaatsgevonden. Toen is ook een bij de SSSA behorende
Supplemental Agreementgesloten.
notice of claimsingediend waarbij zij aanspraak maakten op de overige 49% van de aandelen in Nidera Capital, omdat Nidera bepaalde financiële drempels niet had gehaald vanwege een in 2014 ontdekte fraude op de
biofuel-afdeling van Nidera in Rotterdam.
Settlement Agreement. Daarin verlenen zij elkaar volledige en finale kwijting en doen zij afstand van al hun resterende vorderingen in verband met de SSSA, op voorwaarde dat een door hen op diezelfde datum gesloten
share purchase agreement(hierna: SPA) definitief tot stand zou komen. Daarvoor was toestemming van toezichthouders vereist.
closing datewas bepaald op 31 januari 2017. Indien op 22 februari 2017 nog geen
closinghad plaatsgehad of de opschortende voorwaarden niet waren vervuld, mocht iedere partij de SPA beëindigen.
closingdoorgang zou vinden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 12 januari 2017 (ECLI:NL:RBAMS:2017:282) onbevoegd verklaard om van deze vordering kennis te nemen, omdat partijen arbitrage waren overeengekomen.
emergency arbitrationgestart. Op 14 februari 2017 heeft de
emergency arbitratorde
closingvan de SPA bevolen.
statement of claimingediend in de ICC arbitrageprocedure die sinds de onder 2.9 bedoelde
emergency arbitrationaanhangig was.
escrowwas geplaatst zouden overstijgen. Bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 28 maart 2018 zijn deze beslagen opgeheven (ECLI:NL:RBROT:2018:2519).
3..Het geschil in de hoofdzaak
4..Het geschil in het incident
emergency arbitrationtussen onder meer COFCO en Cygne, waaronder in ieder geval, maar niet beperkt tot:
emergency arbitrationop 27 januari 2017 door COFCO aanhangig is gemaakt;
closingconform de SPA heeft ingesteld;
emergency arbitratorvan 14 februari 2017;
Statement of Claimvan COFCO van 12 oktober 2017;
Terms of Referencemet betrekking tot de arbitrage;
Statement of Defence and counterclaimsvan Cygne van 15 februari 2018;
5..De beoordeling in het incident
Inleiding
balance sheet review. De schadeomvang en het beroep op eigen schuld van COFCO moeten nog worden beoordeeld, maar het is in ieder geval onaannemelijk dat EY NL en Cygne aansprakelijk zijn voor dezelfde schade(omvang). Hoogstens zijn er samenlopende schadeoorzaken als blijkt dat COFCO schade heeft geleden door de
non-disclosurevan de
balance sheet reviewen deze schade zou zijn voorkomen indien EY NL beter werk had geleverd.